Ernst en Jacomine van der Schans

De afspraak voor het eerste interview had ik met Jacomine en Ernst van der Schans die het familiebedrijf den Eelder runnen. Het bedrijf ligt midden in de Bommelerwaard en produceert ambachtelijke boerenzuivel onder het keurmerk ‘Echte Boeren Zuivel’.

Ik ontmoet Jacomine op het station van Zaltbommel waar ze me ophaalt. Gezien de storm, het was 28 oktober, had ik het idee om vanaf het station te fietsen laten varen en heb ik dankbaar gebruik gemaakt van haar aanbod om me te komen halen. In de auto begint Jacomine al voluit te vertellen over het bedrijf. Het is een familiebedrijf van de familie van haar man Ernst. De plek van de boerderij en het woonhuis is niet meer de originele plek. In de jaren 80 van de vorige eeuw zijn ze, na de ruilverkaveling, hier terecht gekomen. Alles, land, stal, verwerking en het woonhuis dicht bij elkaar op één plek. ‘Dat is heerlijk’, zegt Jacomine.

Kennismaken met Ernst, Willem en Jacomine van der Schans.

Kennismaken met Ernst, Willem en Jacomine van der Schans.

Bij de koffie maak ik ook kennis met Ernst en Willem, de oudste zoon. De andere zoon en dochter zijn niet thuis. Het is een gezellige kennismaking met echte aandacht voor elkaar; heel warm. Na de koffie, Ernst en Willem zijn weer aan het werk gegaan, steekt Jacomine van wal. Ik hoef niet eens wat te vragen. Het wordt wel direct duidelijk waar haar hart ligt en wat de drijfveren zijn om de bedrijfsvoering in alle facetten zo duurzaam mogelijk in te vullen.

‘Het boerenleven geeft je verdieping in je afhankelijkheid van de natuur. Die afhankelijkheid ervaar je elke dag. Dan is zorg en aandacht voor duurzaam produceren vanzelfsprekend. Ik moest wel leren om met die afhankelijkheid om te gaan. Ernst kan dat beter. Dit voorjaar was bijvoorbeeld heel koud en nat. Daardoor misten we een snee, konden we een keer minder maaien. Dit betekent heel concreet dat je dan minder voer hebt voor je koeien. Daar moet dan dus een oplossing voor komen. Dat zoeken we dan in iets meer mais, die wij zelf telen of betrekken van boeren uit de buurt. Of we geven de koeien bietenpulp, een restproduct van de suikerfabriek, of bierbostel, een restproduct van de bierbrouwerij. Het is voor ons belangrijk dat het een restproduct is, want we willen de koeien geen voedsel geven dat door mensen gegeten kan worden.’

Het boerenleven geeft je verdieping in je afhankelijkheid van de natuur

‘Het liefst willen we de kringlopen zoveel mogelijk te sluiten. We telen daarom zelf grotendeels het voer (gras, mais) of betrekken dit van  boeren uit de buurt die dan weer mest van ons krijgen. Zo heb je op afstand toch weer een min of meer gesloten kringloop. Een deel van de mest wordt verwerkt in de nieuwste soort mestvergister. Ernst heeft veel studie gestoken in wat voor ons bedrijf de beste mestvergister zou zijn. We wilden geen co-vergister, omdat hier naast mest ook nog co-produkten in gaan die nog als voer of voedsel gebruikt kunnen worden. Dat voelde niet goed. Met behulp van een subsidie hebben we nu een mestvergister die alleen op mest draait. Er wordt gas uitgewonnen dat met een gasmotor wordt omgezet in energie, dat we gebruiken voor de verwerking van de melk.’

Toen Ernst de boerderij van zijn vader over nam hadden jullie nog geen eigen zuivelverwerking. Hoe zijn jullie er toe gekomen om zelf yoghurt en dergelijke te gaan maken?

Eigen recepten zorgen voor heerlijke zuivelproducten van de koe- en geitenmelk (foto deneelder.nl)

Eigen recepten zorgen voor heerlijke zuivelproducten van de koe- en geitenmelk (foto deneelder.nl)

‘We hadden een nieuwe stal gebouwd voor 225 koeien, maar we kregen een melkquotum voor maar voor 100 koeien. Wat doe je dan met zo’n grote stal? Nu was het zo dat het quotum niet gold voor melk die jezelf verwerkte tot zure zuivelproducten zoals yoghurt en karnemelk. Die combinatie maakte dat we besloten om zelf onze melk te gaan verwerken. Maar dan wel direct professioneel en kwalitatief goed. Want dat is wat we wilden, een kwalitatief goed product op de markt zetten. In 1990 zijn we met de eigen verwerking begonnen. We merkten al snel dat dit goed bij ons paste. De met zorg geproduceerde melk verdween niet meer in een anonieme fabriek. Door zelf een ambachtelijke boerenzuivellijn te ontwikkelen konden we onze melk en afgeleide producten een eigen identiteit geven. Dat is belangrijk voor ons.’

 

Bij onze eerste telefonische kennismaking gaf je aan dat het geloof voor jullie een belangrijk uitgangspunt is voor de manier van werken. Ik proef dat ook in de verhalen die je vertelt. Maar op de website zie ik het bijvoorbeeld niet terug. Jullie communiceren dit niet?

‘Op onze verpakking staat wel het kerkje van het dorp. Dit is een hele bewuste keuze. Toen onze verpakking van de yoghurt aangepast werd om de medaille voor de beste yoghurt ook een plekje te geven is het kerkje niet achter deze medaille verdwenen, maar een eindje opgeschoven. Maar als mensen er naar vragen, en dat gebeurt bijvoorbeeld op beurzen of fairs waar we staan, vertellen we wel waarom het kerkje op het pak staat. De meeste mensen reageren dan heel positief. Misschien moeten we er eens over nadenken om de rol van ons geloof in de bedrijfsvoering meer te communiceren.’

Waarin uit zich de relatie tussen geloof en de alledaagse bedrijfsvoering?

De koeien kunnen lekker naar buiten als ze dat willen (foto: deneelder.nl)

De koeien kunnen lekker naar buiten als ze dat willen (foto: deneelder.nl)

‘Je zou dit kunnen samenvatten in ‘leven met aandacht’. Zorg voor het land en de koeien. De zorg voor de koeien is er helemaal op gericht dat ze goed in hun vel zitten, want dan geven ze de beste melk. Maar ook zorg voor de mensen Zo proberen we de mensen met wie we samenwerken persoonlijke aandacht te geven en te luisteren naar hun stem. Daardoor werken we echt als een team, en dat voelt goed. Er is plek voor jongeren, ouderen en mensen met een verstandelijke handicap. Dit kost wel extra inspanning en begeleiding, maar je krijgt er ook veel voor terug. Voor mij geeft dit echt extra waarde aan het bedrijf. Dan is er natuurlijk ook nog de consument. Op beursen en landgoedfairs waar we mensen laten proeven van onze producten steken we onze antennes uit om van hun te horen wat zij belangrijk vinden bij mooie zuivelproducten. Dit houdt ons scherp.’

Leven met aandacht

‘Met kerstmis komen we altijd samen met ons personeel. Ernst blikt dan terug op het afgelopen jaar. Ik verzorg dan een soort meditatie en probeer daarin een actueel onderwerp (bijvoorbeeld naar elkaar luisteren) iets bijzonders van het afgelopen jaar, zo praktisch mogelijk door te geven. Ik doe dit al een paar jaar door middel van een symbolisch doosje wat ik dan open. Dit jaar waarschijnlijk: “een doosje met herinneringen”.

Ik las op de website iets over de boterclub. Wat is dat voor groep?

De geitenboter, die we maken van de geitenmelk van het bedrijf van een broer van Ernst, wordt nog steeds handmatig ingepakt. Dit doet de ‘Boterclub’ al tien jaar. Het is een enthousiaste groep vrijwilligers van de vrijgemaakte kerk uit Zaltbommel. Zijn doen dit uit de overtuiging om ook als kerk een bijdrage te leveren aan een sociale samenleving. Het mes snijdt aan twee, misschien wel aan drie kanten. Voor de groep zelf en de kerk om ook op die manier zichtbaar te zijn in de maatschappij, voor ons want het helpt ons in onze verbinding met onze sociale omgeving en voor de kerk, want die krijgt een financiële gift van het bedrijf.

De koeien in de stal (foto: deneelder)

De koeien in de stal (foto: deneelder)

Na het gesprek met Jacomine krijg ik van Willem nog een rondleiding over het bedrijf. We lopen eerst naar de verwerkingsafdeling. Een paar mensen zijn daar bezig om kosjer yoghurt in te pakken. Die wordt elk weekend gemaakt onder streng toezicht van een rabbijn. Ik zie verschillende tanks waarin de yoghurt of vla wordt bereidt. Willem leert me ook het verschil tussen echte karnemelk (Buttermilch in het Duits) en aangezuurde ondermelk (Sauermilch). In het Nederlands wordt het beide karnemelk genoemd. ‘Maar echte karnemelk’, zo legt Willem mij uit, ‘wordt ouderwets gekarnd (roeren), waardoor het vet zich scheidt van de rest van de melk en boter wordt. Wat overblijft is de vetarme karnemelk.’ Bij den Eelder wordt nog echt gekarnd. Daarom is hun karnemelk zo zacht van smaak en heeft den Eelder geen slagroom of zure room in het assortiment, want het vet wordt direct boter.

Jamomine geeft de kalfjes melk van hun eigen moeder te drinken (foto: deneelder.nl)

Jamomine geeft de kalfjes melk van hun eigen moeder te drinken (foto: deneelder.nl)

We lopen naar de stal waar 500 koeien rustig staan te eten. Hier en daar staat een melkrobot waar de koeien naar eigen believen naartoe kunnen gaan. De computer houdt bij hoe vaak ze komen en hoeveel melk ze geven. Hun gezondheid wordt met een chip in het oor in de gaten gehouden. Een paar koeien staan duidelijk te genieten van de rolborstel op hun rug. Als ze willen kunnen de koeien vrij naar buiten lopen, maar nu met de storm blijven ze duidelijk liever binnen. ‘We doen er alles aan om het de dames zo goed mogelijk naar de zin te maken. Dat is niet alleen goed voor hun gezondheid, maar ook voor de kwaliteit van de melk’, vertelt Willem. De koeien die tussen nu en twee maanden een kalf verwachten staan in een aparte open stal met een lekkere dikke laag stro, om daar uit te rusten voor het kalven. De kalfjes groeien apart op en worden na de geboorte al snel bij de moeder weggehaald om te voorkomen dat er een band ontstaat. De kalfjes krijgen wel de melk van hun eigen moeder, want ook dit bevordert de gezondheid van de jonge dieren.

De mestverwerkingsinstallatie (foto: deneelder.nl)

De mestverwerkingsinstallatie (foto: deneelder.nl)

Ik merk aan Willem dat hij trots is op het bedrijf (met recht) en op zijn vader zoals die altijd op zoek is naar verbetering. Hij toont duidelijk bewondering voor de studie naar de mestvergister die Ernst gedaan heeft.

Het altijd op zoek zijn naar verbetering bleek ook nog tijdens de lunch. Het gesprek kwam op de mogelijkheid van het gebruik van ongebleekt karton voor de melkpakken. Eventueel alleen van de binnenkant. Dat zou weer een stukje verduurzaming betekenen. Maar wat zou de consument daarvan vinden? Die is witte pakken gewend. Zou die dan afhaken? En wat als die verandering nou net samenvalt met een iets andere smaak van de yoghurt of melk? Want die varieert mee met het voer en dus met de seizoenen. Het is en blijft nu eenmaal een prachtig mooi natuurproduct.

Marjolein Tiemens-Hulscher

Oktober 2014

Plaats een reactie