Over de grens

Eerste lezing: Jesaja 56, 1.6-7

Zo spreekt God de Heer: “Onderhoudt het recht en doet wat rechtvaardig is, want mijn heil is in aantocht, mijn gerechtigheid zal zich openbaren. De vreemdelingen die zich bij de Heer aansluiten om Hem te dienen, die zijn naam met liefde vereren en zijn dienaren willen zijn, allen die de sabbat onderhouden en hem niet onteren, die trouw blijven aan mijn verbond, hen breng Ik naar mijn heilige berg en Ik geef hun vreugde in mijn huis van gebed. Hun brand- en slachtoffers zullen Mij aangenaam zijn op mijn altaar, want mijn huis zal worden genoemd: een huis van gebed voor alle volken.” Zo spreekt de Heer.

 kanenese vrouw met jezus

Evangelielezing: Matteüs 15, 21-28

In die tijd trok Jezus zich terug naar de streek van Tyrus en Sidon. Op een gegeven ogenblik trad een Kananeese vrouw uit dat gebied naar voren, luid roepend: “Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is van een duivel bezeten en wordt verschrikkelijk gekweld.” Maar Jezus gaf haar in het geheel geen antwoord. Toen wendden zijn leerlingen zich tot Hem met het verzoek: “Stuur die vrouw toch weg, want ze blijft ons achterna roepen.” Hij antwoordde: “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden.” Maar de vrouw kwam naderbij, wierp zich voor zijn voeten neer en zei: “Heer, help mij!” Hij gaf haar ten antwoord: “Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is, aan de honden te geven.” “Toch wel, Heer, – sprak zij – want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafel van hun meester vallen.” Daarop zei Jezus haar: “Vrouw, ge hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd.” En vanaf dat ogenblik was haar dochter genezen. Zo spreekt de Heer

Overweging

fietsen achterelkaar door de bocht“Hebben jullie een fijne vakantie gehad?” Dat is vaak de eerste vraag die we stellen als we elkaar in deze tijd van het jaar tegenkomen. Wij hebben een heerlijke vakantie gehad. We zijn heel wat grenzen overgestoken, al merk je daar op de fiets niet zo heel veel van. Je fietst eigenlijk ongemerkt een ander land binnen. Pas als je andere mensen ontmoet wordt het merkbaar; een andere taal, andere gewoonten misschien. En dat maakt reizen zo verrijkend. Reizen leert je verder kijken dan je neus lang is; leert je over de grens, over je eigen grenzen heen te kijken. ‘Over de grens’ is dan ook het thema dat we voor deze viering hebben gekozen.

Jezus ging ook de grens over. Hij verliet het voor hem vertrouwde Gallilea en trok zich terug naar het gebied van Tyros en Sidon, het Syrië van nu. Daar loopt hij een Kananeese vrouw tegen het lijf die hem vraagt haar zieke dochter te genezen. Ik weet niet hoe het u is vergaan toen u de eerste reactie van Jezus en de leerlingen hoorde, maar ik was geschokt. Eerst negeert hij haar, maar als ze blijft vragen en meelopen blaft hij haar af en vergelijkt hij haar zelfs met een hond. Hoe kan het, dat Jezus zo onbeschoft reageerde op deze wanhopig, om hulp vragende moeder. Kennen we Hem niet als iemand die liefde predikt voor iedereen? Voor alle volkeren op aarde? Kennen we Hem niet als iemand die juist opkomt voor de behoeftigen, en de zwakkeren in de samenleving, inclusief vrouwen? Ik dacht, en misschien deed u dat ook wel, “Wat is hier aan de hand?”.

Maar ook Jezus is een mens van zijn tijd. Het volk van Israël was ervan overtuigd dat zij het uitverkoren volk van God was. Alle andere mensen, volkeren, waren heidenen. Daar vielen de Kanaänieten, de oude aardsvijanden van Israël, ook onder. Het was in die tijd heel gewoon om heidenen te vergelijken met honden en ze ook zo te behandelen. Op het moment van de ontmoeting met de Kananeese vrouw schijnt Jezus er zelf van overtuigd te zijn dat Hij alleen aan het Joodse volk een boodschap heeft als hij zegt: “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis Israël gezonden.” Loopt er ook in Jezus’ eigen beleving een grenslijn tussen het Joodse volk en anderen?

Maar dan krijgt het verhaal een andere wending. De Kananese vrouw voelt zich geen slachtoffer. De hondse aantijgingen deren haar niet. Tenminste, ze laat het niet merken. Ze houdt vol, zoals bijna alle moeders doen als het gaat om het belang van haar kinderen. Ze stapt misschien ook wel over een eigen grens heen en laat zich niet afschepen. Ze reageert gevat door in de beeldspraak van Jezus mee te gaan, door erop te wijzen dat de honden wel degelijk meeprofiteren van de kruimels die van tafel vallen door te zeggen: “We kunnen dan wel heidense honden worden genoemd, maar ik ben al met een klein beetje tevreden; met een paar kruimels. Toe, help me alsjeblieft.” Hiermee laat de vrouw zien dat ze erbij wil horen. Het brood, het woord van God, al zijn het kruimels, is ook voor haar! Ze wil en zal Jezus over de streep trekken en dat lukt haar. Haar woorden, haar vasthoudendheid, haar geloof en vertrouwen openen Jezus de ogen. Hij komt tot bezinning en keert zich om naar haar. “Vrouw, wat hebt ge een groot geloof. Uw verlangen wordt vervuld.”

Voelde u zich ook opgelucht bij deze afloop van het verhaal? Ik dacht echt oef, hier zien we gelukkig weer de Jezus die we kennen en zoals we hem graag zien. Ik denk dat Jezus deze vrouw achteraf heel dankbaar is geweest. Haar vertrouwensvolle volhouden liet hem de nauwe grens zien van zijn eigen gedachten. Hij ziet in dat hij een vergissing heeft gemaakt. Voor mij maakt dit voorval Jezus opeens heel menselijk en het is net of hij daarmee nog dichterbij ons komt te staan. Een mens van vlees en bloed die niet alleen wonderen en wonderbaarlijke genezingen verricht, maar ook moet leren en groeien in het geloof, met vallen en opstaan. Ook Hij weet niet altijd wat hij moet doen en maakt weleens een verkeerde beslissing. De ontmoeting met de Kananese vrouw leert hem echter over zijn eigen grenzen heen te stappen; om niet meer in hokjes te denken. Daarmee komt hij tot het besef dat er geen onderscheid kan zijn; dat alle mensen van alle volkeren meetellen en gehonoreerd dienen te worden.

Dan gaat het om gerechtigheid. Gerechtigheid voor iedereen. Dat lazen we ook bij Jesaja. Je kunt zeggen dat de profeet in het boek Jesaja, Jezus een stuk vooruit was in zijn enthousiasme om vreemdelingen binnen te halen en welkom te heten. Zoals we hebben gezien was dit in de tijd van Jezus nog helemaal niet vanzelfsprekend. Maar hoe is het nu, ruim 2000 jaar later? Heten wij de vreemdelingen welkom? Aan de ene kant worstelen onze samenleving en politici met het vluchtelingen- en asielzoekers probleem. Het woord zegt het al. Vluchtelingen en asielzoekers worden in eerste instantie als een probleem gezien. Maar het gaat toch echt om mensen. Om mensen zoals u en ik. Wij hadden ook die vluchtelingen kunnen zijn.

Aan de andere kant leven we in een steeds meer culturele samenleving. In Nederland wonen we met mensen van meer dan 90 nationaliteiten samen. Allemaal mensen met culturele en godsdienstige verschillen, en met economisch verschillende, soms tegenstrijdige, belangen. We mogen het geluk, de grond, het geloof, het land, de kerk, daarom niet voor ons zelf, ons eigen volk, reserveren. Hoe meer Jezus met anderen omging, hoe ruimdenkender Hij werd. Hoe meer hij hun achtergrond en bedoelingen kende, hoe ruimhartiger Hij was. Hij sloopte muren van het eigen belang, het eigen gelijk en eigen geloof. Hij stapte over zijn eigen grenzen. Hij noemde God ónze Vader en alle mensen broers en zussen van elkaar. Laten we daarom als gelovigen samen op zoek gaan naar de meerwaarde van een multiculturele samenleving. Laten we blijven zoeken om met zoveel mogelijk anderen samen te werken aan de gerechtigheid waarvan Jesaja droomt en waartoe de Kananeese vrouw oproept. Laten we over onze eigen grenzen heenstappen.

Over de grens: Vol vertrouwen in volle vaart? Twijfelend en voorzichtig?

Over de grens:
Vol vertrouwen in volle vaart?
Twijfelend en voorzichtig?

 

Plaats een reactie