Bisschop de Korte

Op de Groenekerkendag in oktober hield Mgr. Gerard de Korte, bisschop van Groningen-Leeuwarden een inspirerende inleiding over geloof en duurzaamheid. Ik zag mijn kans schoon en heb direct een afspraak gemaakt voor een interview met hem over dit onderwerp. Hij nodigde mij uit voor een lunch toen hij hoorde dat ik vanuit Driebergen moest komen. In november reisde ik per trein naar Groningen. Na de beloofde lunch hadden we een open gesprek in de bibliotheek van het bisschopshuis. Het blijkt dat het lastig blijft om ‘het weten’ te vertalen naar ‘het doen’.

Tijdens de Groenekerkendag heeft u algemeen gesproken over het thema duurzaamheid en geloof. Waar ligt voor u, uw persoonlijke affiniteit met het thema duurzaamheid?

DSCN0911Dit stamt vanuit mijn studententijd. Dat was in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In die periode kwam het rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de groei’ uit. Daarin werd gesproken over de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde. Die boodschap maakte grote indruk op mij. Ze zorgde ook wel voor angst, bezorgdheid en iets van een schuldgevoel. Je moet niet vergeten dat we in Nederland in die tijd nog steeds bezig waren aan de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De mensen kregen het net weer wat beter. De acute zorgen vanuit dat rapport zijn enigszins weggeëbd. Maar daar zijn ondertussen andere voor in de plaats gekomen als klimaatverandering, vervuiling en verlies aan biodiversiteit. De aandacht voor hoe je omgaat met de aarde is gebleven. Het is echter, ook voor mij, niet makkelijk om ‘het weten’ te vertalen naar ‘het doen’. Ook als bisschop maak ik deel uit van de samenleving, en die is nu eenmaal (nog) niet ingericht op duurzaamheid. Om alle parochies in mijn bisdom te kunnen bereiken heb ik een auto nodig, anders wordt het wel heel lastig. Maar het is wel een hybride. Verder heb ik geen uitbundige levensstijl. Ik lees veel, en ik vind het leuk om mensen te ontmoeten. Natuurlijk probeer ik wel attent te zijn op de kleine dingen. Zo heb ik altijd een katoenen tasje bij me voor de (onverwachte) boodschappen.

Hoe komt het, denkt u, dat de stap van weten naar doen zo moeilijk is?

Gedrag van mensen is moeilijk te veranderen. Als je eenmaal een bepaald levenspatroon hebt, dan stap je daar niet zo makkelijk vanaf. De brede middenklasse ziet vakanties en goedkoop voedsel als verworvenheden die ze niet graag opgeeft. Voor een duurzame levensstijl zijn offers nodig, tenminste de meeste mensen ervaren het als een offer om bijvoorbeeld de auto de deur uit te doen, of om geen vlees of minder vlees te eten. En mensen die het wel doen, blijven ook om zich heen kijken. Als ze dan zien dat de rest niet ook die offers brengt, haken ze alsnog af, op een kleine groep sterk overtuigden na. Zolang de groep mensen voor een nieuwe duurzame levensstijl niet groot genoeg is, kan de politiek ook niet zoveel. Terwijl er daar wel mogelijkheden liggen, door milieubelastend gedrag duurder te maken door meer belasting te heffen op datgene wat bijvoorbeeld veel energie kost of erg vervuilend is. Dan is er nog een andere kant. Een grote groep mensen zal ook niet in de gaten hebben dat wat ze doen, wat ze eten, hoe ze reizen, bedreigend is voor de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. Het is voor mensen soms ook moeilijk om te zien welke bijdrage zij leveren aan het geheel. “Ach, dat ene plastic zakje wat maakt dat nou uit?” Maar als iedereen zo denkt, praten we wel over 16 miljoen plastic zakjes. Dan is dat ene plastic zakje toch relevant. De bewustwording daarover staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Daarom moeten we de boodschap blijven vertellen.

Hoe kunnen de kerken een rol spelen in het uitdragen van die boodschap?

De kerk heeft een heel eigen motivatie om het thema duurzaamheid onder de aandacht te brengen. Het christendom, maar ook andere religies die uitgaan van een scheppende God als het jodendom en de islam, beschouwen de schepping als eigendom van God. De mens maakt deel uit van deze schepping, maar is ook de kroon op de schepping. En dan bedoel ik niet de heersende kroon, zoals vaak gedacht wordt, maar de dienende kroon, zoals in het verhaal van Christus Koning, waarin de koning dienaar is, een herder voor zijn kudde. Zo moeten wij ook met de aarde omgaan; dienend aan heel de schepping. Dat is de opdracht van God aan ons mensen. De aarde is ons toevertrouwd en wij dragen daar verantwoordelijkheid voor. Ik gebruik vaak de metafoor dat wij onze wereld beheren en behoeden als een hovenier, zonnelied franciscuswaarbij het eigen belang van de mens niet voorop hoort te staan. Ik denk dat een grotere gevoeligheid voor het sacramentele karakter van de werkelijkheid, voor het verwijzende karakter van deze wereld naar de onzichtbare God, kan helpen om liefdevol met de schepping om te gaan. Ik denk dan aan de traditie van het oosterse christendom, maar ook aan het Zonnelied van Sint Franciscus (onderaan interview te lezen), waarbij de wereld in alle scheppingsonderdelen als broeder en zuster wordt beschreven. Wat de kerk zou moeten uitdragen is dat als je God werkelijk lief hebt, het niet meer dan logisch is om liefdevol, en met een zekere terughoudendheid, met zijn schepping om te gaan.

Toch blijft dan de stap naar het in de praktijk brengen heel moeilijk. Voor veel mensen zal ervaring van een sacramentele werkelijkheid vreemd zijn. Is hier een vertaalslag te maken?

Het beeld dat Wubbo Ockels schept van de aarde kan hier wellicht bij helpen; de aarde als een ruimteschip waar we allemaal inzitten. Okkels had vanuit de ruimte gezien hoe kwetsbaar onze positie is. De atmosfeer is slechts een dunne schil die ons scheidt van een ijskoud en levensvijandig heelal. Daarom zei Okkels dat we al onze creativiteit moeten aanwenden om duurzaamheid gestalte te geven. Daarbij moet iedereen meedoen, de burger, het bedrijfsleven en de politiek. En, zou ik willen toevoegen, de kerken. We moeten er voor waken dat we niet verzanden in pessimisme en alleen fatalistische boodschappen de wereld insturen. Daar worden mensen alleen maar apathisch van. We moeten ook laten zien wat al wel goed gaat. De rivieren zijn, ten minste hier, schoner geworden, veel afval wordt gescheiden en hergebruikt. Veel grote ondernemingen zien het belang in van duurzaam ondernemen en nemen ook concrete maatregelen. Het is al bijna not done om geen eigen tasje bij je te hebben. M.O.V. (Missie Ontwikkeling en Vrede) groepen zouden een grote rol kunnen spelen. Duurzaamheid heeft immers ook alles te maken met solidariteit, gerechtigheid en inzet voor het algemeen welzijn. Dit zijn sociale waarden waarmee christenen vertrouwd zijn. De manier hoe wij hier in Nederland leven is door de globalisering innig verbonden met het leven van mensen en het milieu elders in de wereld. We zien het niet, en we beseffen vaak niet wat de invloed van ons handelen hier heeft op het leven daar. kerk met zonnepanelenM.O.V. groepen zouden dit meer zichtbaar kunnen maken en bijvoorbeeld hanteerbare ‘best practices’ kunnen aanreiken om mensen van goede wil te helpen in de trant van: “O, wacht, zo zou het ook kunnen!” Het initiatief van de Groenekerken is een mooi voorbeeld dat je ook als kerk heel concreet met duurzaamheid aan de slag kunt gaan. Alles wat de kerken doen aan het plaatsen van zonnepanelen, investeren in micro krediet, spaarlampen, het schenken van fair trade koffie en thee, draagt niet alleen fysiek bij, maar werkt ook als voorbeeld voor de kerkbezoekers. Het is eigenlijk best jammer dat nog niet zoveel katholieke kerken groene kerk zijn.

Wat is de rol van de voorgangers in dit geheel. Ik heb begrepen dat duurzaamheid geen vaste plek heeft in de priesteropleiding of de studie theologie. Is dat eigenlijk niet een manco? Er zijn voorgangers die zeggen dat ze een stukje theologische onderbouwing missen op dit gebied. Wat ik zelf jammer vind, is dat de uitleg van het evangelie vaak op het niveau van mensen blijft hangen en dat de rest van de schepping er maar bekaaid vanaf komt.

Het klopt inderdaad dat duurzaamheid als breed thema, voor zover ik weet, nog geen plek heeft in de opleidingen. De studenten worden wel getraind in bewust leven, in leven met aandacht. Het hangt van de gevoeligheid af die een toekomstige priester, diaken of pastoraal werker heeft voor seinen vanuit de samenleving of hij of zij dat oppakt. Maar ook voor leiders binnen de Kerk is het moeilijk om de stap te maken van ‘weten’ naar ‘doen’. Ze kunnen natuurlijk wel steeds de vraag stellen: “Wat betekent ons geloof voor ons gedrag? Draagt ons geloof bij tot ander gedrag?” Dat prikkelt de mensen om er steeds weer over na te denken, tenminste dat hoop ik. Hopelijk lukt het onze pastores om de kleine groep van sterk overtuigde mensen te vergroten. Wij komen dan toch weer bij het opleidingstraject. Onze theologische opleidingen zouden toekomstige kerkelijke werkers kunnen helpen om het evangelie te lezen met een groene bril. Er zitten zeker in de Heilige Schrift, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament, voldoende aanknopingspunten om te komen tot een meer duurzame levensstijl.

Vanuit Rome is er de laatste decennia best veel aandacht voor duurzaam omgaan met de aarde. Maar volgens mij is daar bij de gemiddelde parochiaan niet veel van bekend. Paus Johannes Paulus II riep al op tot ecologische actie en noemde ondoordacht omgaan met het milieu een ecologische zonde. Paus Benedictus XVI introduceerde de tien geboden voor het milieu. En nu is ook paus Franciscus bezig met een ecologische encycliek die in de zomer van 2015 wordt verwacht. Dat lijkt een goed moment om het thema duurzaamheid of ecologische verantwoordelijkheid nog een keer uitgebreid op de agenda te zetten. Zijn er al plannen hoe deze encycliek in Nederland onder de aandacht zal worden gebracht?

Allereerst moet de encycliek, als die uitkomt, zo snel mogelijk in het Nederlands vertaald worden. Daar gaat natuurlijk toch wel wat tijd in zitten. Maar we zijn al met de KNR (Konferentie Nederlandse Religieuzen) in overleg om een manier te vinden om de encycliek in de parochies te laten landen. Misschien dat we er, net als met het Evangelii Gaudium, een aantal centrale thema’s uithalen en hier een brochure van maken die onder de parochies verspreid wordt. Het is dan aan de parochies wat ze er mee doen. Ik kan me voorstellen dat de brochure inhoud kan geven voor gespreksgroepen.

Wat zou u de lezer nog mee willen geven?

katoenen tassenIk zou de lezer willen uitdagen. “Durf je levensstijl nog eens goed te doordenken en te veranderen indien dat nodig is.” Ik weet dat dit heel moeilijk is en dat er veel moed voor nodig is. Maar toch, ga die vraag aan. “Ben ik bereid om in de spiegel te kijken en eerlijk te zijn tegenover mezelf en die ander? Waaraan ben ik bereid mijn geld uit te geven? Ben ik bereid mijn consumptiepatroon in het licht van het evangelie te doordenken?” Durf dit soort vragen te stellen, aan jezelf, maar misschien ook in een gespreksgroep binnen de parochie.

Marjolein Tiemens-Hulscher, november 2014

Zonnelied van Franciscus

Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.

Wees geprezen, mijn Heer, met al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.

Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd,
helder en kostbaar en mooi.

Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.

Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.

Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooie en vrolijk, stoer en sterk.

Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster moeder aarde
die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voorbrengt, bonte bloemen en planten.

Wees geprezen, mijn Heer, door hen die omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.

Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten.
Wee hen die in doodzonde sterven:
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.

Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.

3 thoughts on “Bisschop de Korte

  1. Pingback: Is het rentmeesterschap nog toereikend? (5) | Groen geloven

  2. Pingback: Bisschop De Korte over geloof en duurzaamheid - Kerk en Milieu | Kerk en Milieu

  3. Pingback: Groen vooruitzicht | Groen geloven

Plaats een reactie