Martin van Egmond

De droom van Martin van Egmond is een open en duurzame economie, waarin mensen naar elkaar omzien. Zijn ‘roots’ en hart liggen bij de agrarische sector, maar in al zijn veelzijdigheid is hij op diverse vlakken actief om zijn droom waar te maken; als systeem analist (werk), als veredelaar van bloembollen (hobby), als diaken in de protestantse kerk en last but not least als vader van drie nu volwassen zoons. Dit alles met steun en toeverlaat van zijn vrouw Ria.

Als ik Martin ontmoet in het restaurantje van de botanische tuinen in Utrecht steekt hij meteen van wal.

Martin van Egmond

Martin van Egmond

Nu is er in de bloembollenteelt geen droog brood meer te verdienen. De inkomsten zijn vaak lager dan de kostprijs. Sinds 2000 is 45% van de bollentelers ermee gestopt. De overgebleven bedrijven zijn echter steeds groter geworden in een poging efficiënter te kunnen werken. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was dat wel anders. Er viel veel geld te verdienen in de bollensector. In die tijd startte ik een exportbedrijf voor de export van lelies naar Japan. Het was keihard werken en ik maakte lange dagen, te lange dagen. Op een gegeven moment zei mijn lichaam: ‘Ik weet niet waar jij mee bezig bent, maar ik doe niet meer mee!’ Twee dagen later zat er een jonge dominee aan mijn bed in het ziekenhuis. Dat heeft me toen aan het denken gezet. Ik kom uit een gereformeerd nest, maar als opstandige jongen van zestien heb ik het geloof indertijd min of meer aan de kant gezet. Toch kon dit voorval van overwerkt raken nog wel een erfenis zijn van de gereformeerde gedachte dat niks doen een zonde was. Maar goed, door die dominee heb ik het geloof weer gevonden en dat heeft me veel houvast gegeven. Het is goed om een moreel kompas te hebben om je leven richting te geven.

U bent systeemanalist bij de marine. Hoe gebruikt u dat morele kompas in uw werk?

Ik kan slecht tegen onrecht, dat je vaak ziet bij grote organisaties en bedrijven, waar het gaat om de macht van het geld. We zitten gevangen in systemen, zoals bijvoorbeeld licentiestructuren voor het gebruik van software. Ergens moet je het spelletje meespelen, maar via een omweg probeer ik daar toch wat beweging in te krijgen. De marine software van de marine draait op een open source systeem en is daardoor geen duizenden euro’s kwijt aan licenties. Maar wat belangrijker is dat met een open source systeem je nog steeds een eigen keus kunt maken en kennis wordt gedeeld, waardoor het systeem ook weer verbeterd kan worden. Samen kom je verder.

Lilium tigrinum var.

Lilium tigrinum var. forunei

Het is vergelijkbaar met het kwekersrecht in de veredelingswereld. Nieuwe rassen die met het kwekersrecht beschermd zijn mogen niet zonder toestemming van de eigenaar verhandeld worden, maar andere kwekers mogen die rassen wel gebruiken in hun eigen veredelingswerk. Ze mogen ermee kruisen. Dit versnelt de vernieuwing in de sector en verhoogt ook de kwaliteit. De hele sector profiteert ervan. Rust er echter een patent op een ras, dan mag een kweker hier niet zomaar mee kruisen. Daarvoor heeft hij toestemming nodig van de eigenaar van het patent en er hangt dan ook een flink prijskaartje aan. Daarmee help je elkaar niet verder.

Je noemt de veredeling van bolgewassen een mooie hobby. Hoe zit dat?

Mijn roots en hart liggen bij de agrarische sector en dan specifiek bij de bollenteelt. De lelie was als mijn eerste liefde en die laat je nooit meer los. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe dingen en hou van innovatie. Zo zijn we bij lelie bijvoorbeeld al heel lang bezig door soortkruisingen de krachtige kanten van soorten te combineren en nieuwe combinaties van kleuren en vormen te vinden. Tijdens een bezoek aan Nieuw Zeeland ontdekte ik daar de onbegrensde mogelijkheden van Zantedeschia. In Nederland kennen we de vorm die uit de knol groeit al heel lang. Maar de vaste plant Zanthedeschia aetiopica was hier nog niet zo bekend. Daar zijn wij dus mee verder gegaan. Later kwamen daar ook nog de pioenen en de tijgerlelie (Lilium tigrinum var. fortunei) bij. Ik probeer samen met mijn collega’s steeds weer nieuwe rassen te ontwikkelen. Daarnaast heb ik een aantal kwekergroepen opgezet. In deze studiegroepen delen en versterken we elkaars kennis; niet alleen over veredeling maar ook over bijvoorbeeld duurzamere teeltmethoden. In de bollenteelt wordt toch veel gespoten tegen ziekten en plagen.

Pioenen

Pioenen

Ik kan me dan ook heel boos maken over de macht van de bestrijdingsmiddelenbranche, die ook nog eens grootaandeelhouders zijn in de zaadbedrijven. Zij houden duurzame oplossingen tegen. Het zijn de vertegenwoordigers van de “Bayers” die op de bollenbedrijven komen voor spuitadvies en trainingen geven voor het verkrijgen van een spuitlicentie. Ik had het ‘geluk’ dat ik mijn training kreeg van een man wiens vrouw overleden was aan kanker. Zij was altijd mooi opgemaakt met de make up die ze aan de vrouw bracht. Maar daar had ze kanker van gekregen. Al die stoffen worden door de huid opgenomen. Dit was afschuwelijk natuurlijk, maar het had haar man wel aan het denken gezet, ook richting zijn eigen werk. Bijvoorbeeld over de relatie tussen bestrijdingsmiddelen en de bijensterfte. Hij zette mij op mijn beurt weer aan het denken. Vroeger gebruikten de telers een aftreksel van brandnetels, brandnetelgier, om de bladluizen onder de duim te houden. Maar het in ere herstellen van dit middel wordt door de multinationals tegengehouden.

Uw droom is ondermeer dan mensen omzien naar elkaar. Hoe heeft u daar als diaken van de protestantse gemeente in Callantsoog inhoud kunnen geven?

Zoals de oplettende lezer misschien zal opvallen heb ik de ‘switch’ gemaakt van gereformeerd naar protestant; iets ‘lichter’ in de leer. Dat past meer bij mij. Ik zorgde als diaken graag voor wat gezelligheid door bijvoorbeeld een koekje bij de thee. In de protestantse kerk is diaken een ambt en maak je deel uit van de kerkenraad. Diakenen zijn helpers en doeners met een open oog voor kwetsbare mensen en voor mensen die onrechtvaardig worden behandeld. Zorgzaamheid en barmhartigheid, daar draait het om. Ik vind dat de kerk als een herberg moet zijn, waar iedereen welkom is, een luisterend oor kan vinden en geborgenheid. In de tijd dat ik diaken was (2003-2009, maar ik spring nog steeds wel eens bij) waren er kwetsbare mensen genoeg. Veel boerenbedrijven en dus gezinnen, werden getroffen door de varkenspest of mond en klauwzeer. Vanuit de diaconie konden deze gezinnen een week op adem komen; een week vakantie aan zee in een pand naast de kerk. Ook vingen we jonge gezinnen op in vakantiehuisjes, als zij uit hun huis werden gezet, omdat hun bedrijf failliet ging. Het was een tussenoplossing totdat de gemeente de zorg over nam.

Jullie website heet effata-innovations. Wat betekent effata?

Zantedeschia aethiopica

Zantedeschia aethiopica

Dit komt uit het bijbelverhaal van Jezus in de tempel en de doof stomme man. Jezus nam de man terzijde en zei tegen hem ‘Effata’. Dit is Arameens (de volkstaal van toen) voor ‘ga open’. Jezus zei dit opdat de man zou geloven dat hij niet gedoemd is zó te blijven in zijn kleinheid, gebrokenheid en onmacht. En het vertelt ons dat Jezus, met al zijn liefde, altijd met ons meegaat, wat er ook gebeurt. Ik wil met Effata zeggen: ‘Durf te geloven dat er toekomst is. Ga open, en durf te geloven dat je meer bent dan je kunt.’

Niet alleen met mijn website, maar met heel mijn doen en laten, wil ik de mensen bewustmaken van hoe mooi het leven is. Maar ook, om het een beetje cru te zeggen, dat we er op dit moment een zootje van maken. Gelukkig zie ik steeds meer mensen die beseffen dat we de aarde niet kunnen opconsumeren en dat er iets moet veranderen. Het is toch te gek dat ondanks alle moderne technieken er hiér zoveel overvloed is en dáár, in de ontwikkelingslanden, de mensen honger lijden. Hier klopt dus iets niet, er is sprake van onrecht.

Maar ik zie, in mijn eigen kinderen, ook de enigszins gefrustreerde generatie van de twintigers. Deze generatie is opgegroeid met het idee dat alles kon en alles er was. Door de crises (economisch, sociaal en ecologisch) komen verwachtingen niet uit. Dat maakt deze mensen onzeker en ja, gefrustreerd. Ik moet zeggen dat het als vader nog best lastig is om daar mee om te gaan.

Wat zou u de lezer nog mee willen geven?

Moerasaronkelk in de botanische tuin van Utrecht.

Moerasaronkelk in de botanische tuin van Utrecht.

Soms denk ik wel eens ‘waar had ik gestaan als ik mijn geloof niet had gehad?’ En toch moest er blijkbaar steeds iets gebeuren zoals mijn ziekte, voordat je echt aan het denken werd gezet. Toen mijn baan en die van mijn collega’s bij de marine op de tocht stond, wees een persoonlijke coach mij op het belang van het hebben van een plan. Niet alleen een plan A (wat kun je voor je personeel betekenen?), maar ook een plan B (wat ga jezelf doen?). Mijn plan B was dominee worden, zomaar. Al hoewel plan B nooit in werking is getreden, gaf dat plan wel de houvast en de richting die ik nodig had. Als je stuurloos op zee dobbert, heb je een baken nodig. Zonder die coach en mijn geloof had ik dat baken niet gehad. Ik heb het gevoel dat er altijd iets groters is, boven ons, dat onze weg bepaalt. ‘Effata, ga in op de uitnodiging en je krijgt toekomst!’

 

3 thoughts on “Martin van Egmond

  1. Beste Martin
    Ik heb je relaas met aandacht gelezen .
    Hoewel ik niet gelovig ben opgevoed strijd ik ook voor een duurzame wereld . Ik probeer vanuit mijn eigen kunne dicht bij mezelf te blijven . De wereld kan ik niet veranderen maar wel iets meegeven . Zo heb ik als architect in Nepal een ziekenhuis en school mogen ontwerpen en bouwen voor weeskinderen en samen met dorpsbewoners uit Groote Keeten het plein omgetoverd . Ik geloof dat elk mens een stukje van zich zelf kan weggeven .

    • Beste Friso, feitelijk ben ik na het hartinfarct ( en acuut nierfalen) me past bewust geworden dat we alleen liefde kunnen ontvangen als me onze medemensen mogen helpen, en de natuur in haar waarden laten.

Plaats een reactie