Jan Juffermans

Na een wandeling van het station Boxtel naar het huis van Jan Juffermans hoef ik niet te zoeken naar het juiste adres. Het kan niet missen. Ik loop af op een huis met zonnepanelen (later vertelde Jan dat de middelste een zonnecollector voor warm water is), een brievenbus vol met stickers, onder andere de bekende nee-nee sticker maar ook eentje met stop schaliegas. Het pad naar de voordeur leidt door een rijk begroeide tuin met weinig bestrating. Het is duidelijk, hier moet ik zijn.

De brievenbus als communicatiemiddel.

De brievenbus als communicatiemiddel.

Binnen ervaar ik de behaaglijke warmte van een lemen muur. Jan vertelt dat hier slangetjes met warm water doorheen lopen. In de stortbak van het toilet zie ik twee flessen staan. Dat scheelt weer twee liter water bij het doorspoelen.

Jan is al heel zijn hele leven actief betrokken bij het verduurzamen van de maatschappij. Hij heeft onder andere als beleidsmedewerker bij De Kleine Aarde gewerkt. Hij is nu, na zijn pensionering, nog steeds actief om bekendheid te geven aan de gevolgen van ons leefpatroon voor mens en milieu, mondiaal. Hij is onder andere lid van de Werkgroep Voetafdruk Nederland en Transition Town Boxtel.

 

 

 

 

Wat was indertijd de aanleiding dat u zich zo bent gaan inzetting voor verduurzaming?

In 1972 maakte ik met mijn vrouw een reis naar Azië. We reisden zoveel mogelijk over land en zijn 10 maanden onderweg geweest. Tijdens die reis werd ons duidelijk wat er in de wereld gebeurde. We zagen de armoede van de mensen en beseften hoe oneerlijk de welvaart in de wereld is verdeeld. Ik heb de mensen in de ogen gekeken en dat heeft mij diep geraakt. Toen wist ik dat ik mijn werk op een andere manier inhoud wilde geven. Dat ik niet anders meer kon. Ik wilde wat aan die onrechtvaardigheid doen.

De jaren 70 staan nu bekend als de eerste periode van besef dat er iets moest gebeuren aan natuur- en milieubescherming. Hoe heeft u dat ervaren?

In die tijd kwamen er allerlei dingen samen. In 1972 maakte ik die reis naar Azië, verscheen het rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome en werd De Kleine Aarde opgericht. Ik ben daar toen direct donateur van geworden. In 1974 zei de Franse professor Dumont  tijdens een conferentie dat het Westen een grotere kannibaal is dan de kannibalen vroeger in Afrika. Hiermee bedoelde hij dat wij het voedsel voor de neus van de armen weg eten. Denk maar aan de grote hoeveelheden soja die wij importeren voor ons  veevoer. In India hadden we kennis gemaakt de vegetarische cultuur. Op elk station had je twee restaurants. Bij de een stond vlees op het menu, bij de andere niet. In die tijd zijn we zelf ook vegetarisch gaan eten, omdat we zagen hoe het eten van vlees bijdraagt aan een oneerlijke verdeling van voedsel. Nu weten we bovendien ook nog dat het eten van vlees onevenredig veel bijdraagt aan de uitstoot van klimaatgassen en het erg veel water vergt.

Toen De Kleine Aarde in 1978 iemand zocht voor het uitgeven van hun blad en andere uitgaven viel alles mooi samen. Ik was al donateur en had ervaring in de uitgeverij. Dit was een geweldige combinatie om mijn kennis en overtuiging in te zetten voor het realiseren van duurzame idealen.

Wat zijn uw inspiratiebronnen om niet alleen zelf een duurzame levensstijl na te leven maar het ook onvermoeibaar te blijven uitdragen.

Jan_JuffermansIk ben katholiek opgevoed. Maar al in mijn studententijd ben ik me ook gaan oriënteren bij andere religies. Ook heb ik veel gehad aan colleges filosofie en sociologie die ik in Leiden volgde naast een parttime baan. De kerk heeft me echter teleurgesteld. Ik was heel erg bezig met oecumene en we hadden in die tijd ook een oecumenische gespreksgroep, met de protestanten samen. Maar de echte inhoudelijke oecumene, waarbij voor mij ook de relatie Noord-Zuid hoort, kwam niet van de grond. Bovendien verbood de kerk, Rome, het gebruik van voorbehoedsmiddelen, wat in mijn ogen een doodzonde is. Ik heb mij voornamelijk laten inspireren door individuele personen en hun uitspraken. In een boekje van Herman Hesse over Siddartha stond alles precies zo beschreven zoals ik over de dingen dacht, zoals ‘Je kunt wel blijven zoeken, maar je moet gewoon doen. Je moet de mensen helpen de rivier over te steken.’  Dat ‘doen’ is wat ik graag wil. Ook Gandhi heeft me daarbij geholpen met zijn uitspraak:

‘De toekomst is wat wij vandaag doen.’

Een andere uitspraak van hem is ‘de wereld brengt genoeg voort voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.’ Deze uitspraak sluit ook mooi aan bij het idee van de Engelse filosoof John Locke, de grondlegger van het liberalisme. Hij zei in 1690 al dat hij vond dat elk individu het recht heeft om met maximale vrijheid invulling te geven aan het eigen leven en hiervoor een gedeelte van de natuur mocht opeisen. Maar, en dan noemde hij een belangrijke randvoorwaarde: er moet voldoende en van vergelijkbare kwaliteit overblijven voor de anderen.

Dan raken we hier misschien wel aan een basaal probleem, namelijk dat we die randvoorwaarde in onze huidige maatschappij uit het oog verloren zijn.

Dat klopt. Dit komt mede doordat de samenleving op Aarde mondiaal geworden is. Rekening houden met elkaar gaat goed op lokaal en regionaal niveau, zolang je elkaar ziet en elkaar in de ogen kunt kijken. Maar als je de ander niet meer ziet, is het veel makkelijker om de behoeften van hem of haar te negeren. Veel van onze grondstoffen komen uit het Zuiden, maar wij zien niet dagelijks wat dat voor consequenties heeft op het leven van de mensen daar. Dan kan je daar ook makkelijker aan voorbijgaan. Ik ben er dan ook van overtuigd, en daar sta ik niet alleen in, dat als we de mensen in het Zuiden willen helpen, dat hier vooral in het Westen moet gebeuren. Hier in het rijke Westen ligt het probleem van de overbelasting van de Aarde, van het onevenredig veel toe-eigenen van grondstoffen. Hier leven we op te grote voet, met een hoge uitstoot van broeikasgassen waardoor de Aarde opwarmt, met alle gevolgen van dien. Gevolgen, zoals overstromingen en extreme droogte, die het eerst voelbaar zijn in de arme delen van de wereld. Nu vallen er al 400.000 klimaatdoden per jaar. Daar zijn rapporten over; zie mijn gratis e-boek. Ook al zien we niet dagelijks wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt, we weten het wel. Zodra je het weet, word je verantwoordelijk.

Wat zou je de mensen die dit interview lezen mee willen geven?

Wat mij geïnspireerd en geholpen heeft is het gedachtegoed van Martin Buber. Bij hem staat centraal ‘Ich werde am Du’ – Ik word pas ‘iemand’ dankzij de ander. Zonder de ander ben je nergens. Mijn mens-zijn ontwikkelt zich in de relatie en in de ontmoeting met de ander. De samenleving is echter steeds individualistischer geworden en dat maakt ongelukkig en eenzaam. We moeten elkaar weer in de ogen zien, bijvoorbeeld door uitwisseling op korte afstand, of deelname in vrijwilligersnetwerken. Ik zie nieuwe organisatievormen komen zoals coöperaties rondom energie- en voedselvoorziening. Dat brengt de mensen weer bij elkaar en geeft een positieve energie.

Mijn mens-zijn ontwikkelt zich in de relatie en in de ontmoeting met de ander.

mijnhemelWat ik vooral mee wil geven is dat je een prachtig leven kunt hebben met een kleine voetafdruk. Dat we vooral moeten genieten van die dingen die weinig beslag leggen op de hulpbronnen van de Aarde. Er is zoveel voldoening te halen uit, samen muziek maken, fietsen en wandelen, je huis te isoleren, samen presteren, lezen, zelf repareren, groente- en tuinafval composteren en je eigen groente telen. Dan kunnen we die ander en onze kleinkinderen recht in de ogen kijken.

Nawoord

Wilt u nog meer weten over klimaatverandering en de ecologische mondiale voetafdruk, dan kunt u het e-boek: Mijn hemel! Wat gebeurt er op Aarde? van Jan Juffermans gratis downloaden op www.voetafdruk.eu/mijnhemel

 

1 thoughts on “Jan Juffermans

  1. Hallo Jan,

    Hier en bericht voor jou uit Ethiopie van Hebdrik Neet en Ans Klaver;

    Wij reizen hier ook door vreselijk arme streken, waar de hongerdood bij een klein beetje pech, om de hoek klaar staat. We zien wel dat er van toch veel positiefs door de regering wordt aangestuurd, maar de schaalvan het land is zo enorm dat dit nooit genoeg kan zijn.
    er is wel een ondernemende sfeer, je ziet in elke stad boekenhuizen met elk denkbaar onderwerp op de planken, er wordt druk gebruik van gemaakt. Er zjin veel onder nemende mensen en initiatieven van de federale regering. Van een Ethiopische auteur heb ik een prachtig boek gekocht over erosie en het tegengaan van erosie. Het is zo goed het mag op je Footprint site staan.

    Tot ongeveer 15 december dan ben ik weer in Nederland.

Plaats een reactie