Op eigen kracht?

Eerste lezing Jesaja 66,10-14c

Verheugt u met Jeruzalem, en juicht over haar, allen die haar liefhebben! Neemt deel aan haar vreugde, allen die over haar treuren! En laat u tot verzadiging toe zogen aan haar borsten vol troost, en u vol genot laven aan haar zo rijke boezem. Want zo spreekt de HEER: “Als een rivier leid Ik de vrede naar haar toe, en als een onstuimige stroom de schatten der volken. Gij zult gezoogd worden, gedragen op de arm, vertroeteld op de schoot! Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: Jeruzalem zelf zal uw troost zijn. Wanneer gij dat ziet zal uw hart zich verheugen, uw beenderen zullen bloeien als het jonge groen, en de dienaren des Heren zullen zijn macht ervaren!”

Evangelielezing Lucas 10,1-12.17.20

In die tijd wees de Heer tweeënzeventig leerlingen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waarheen Hijzelf van plan was te gaan. Hij sprak tot hen: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten. Gaat dan, maar zie, Ik zend u als lammeren onder de wolven. Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel en groet niemand onderweg. In welk huis ge ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis! Woont daar een vredelievend mens, dan zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan zal hij op u terugkeren. Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden; want de arbeider is zijn loon waard. Gaat niet van het ene huis naar het andere. In elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt, eet wat u wordt voorgezet, geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.” In elke stad waar ge binnengaat en niet ontvangen wordt, trekt daar door de straten en zegt: Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft schudden wij tegen u af. Maar weet dit wel: Het Rijk Gods is nabij. “Ik zeg u: die dag zal het voor de mensen van Sodom draaglijker zijn dan voor die stad.”

De tweeënzeventig keerden vol blijdschap terug en zeiden: 
“Heer, zelfs de duivels onderwerpen zich aan ons door uw naam.” 
Hij zei tot hen:
”Toch moet ge u niet verheugen over het feit 
dat de duivels aan u onderworpen zijn, 
maar verheugt u 
omdat uw namen staan opgetekend in de hemel”.

Overweging

Droomt u er wel eens van? De wereld intrekken, mensen van andere culturen ontmoeten, andere landschappen zien even een ander leven lijden. Een droom die best wel eens uitkomt. We maken immers mooie vakanties naar verre oorden. Sommigen van ons trekken er langer op uit voor een wereldreis of een pelgrimstocht. De mensen die dit doen staan vaak op een scharnierpunt in hun leven. Studenten, bijvoorbeeld, in het jaar voordat ze gaan studeren, of mensen die een sabatical hebben, vutters, mensen die met pensioen gaan. De één spaart alles van te voren bij elkaar en bereidt een dergelijke reis tot in de puntjes voor. De ander gaat op de bonnefooi en zoekt onderweg werk om geld te verdienen voor de volgende periode. Mensen op zoek naar avontuur, maar misschienvooral op zoek naar zich zelf.

afbeelding voorkant Lucas 10De leerlingen die Jezus erop uitstuurde mochten niets meenemen, alléén zichzélf. Mijn eerste indruk hierbij was het idee van een soort ontgroening. Misschien heeft u het zelf wel eens meegemaakt als eerstejaars student of padvinder; zonder een cent op pad gestuurd om één of twee dagen te overleven. Helemaal teruggeworpen op jezelf, afhankelijk van je eigen creativiteit en de goedheid van anderen, meestal wildvreemden. Wat had jij nu te bieden?

En wat hadden de leerlingen te bieden. Niets in materieel opzicht. Voor eten, drinken en een slaapplaats waren ze afhankelijk van de gastvrijheid die hun geboden werd. Voor de leerlingen was het een uitdaging. Door zonder iets op pad te gaan, kregen ze nu de ruimte en de mogelijkheid zelf te ontdekken hoe het met hun levens- en geloofshouding stond. ‘Geneest de zieken die er zijn’ was een deel van de opdracht. Ga er maar aanstaan. Zieken genezen doe je niet zomaar. Dat doe je niet uit eigen kracht. Durven ze het aan zich op God te verlaten? Durven u en ik het aan? Hiermee kom ik bij het thema voor vandaag. In het dagelijks spraakgebruik zeggen we wel dat we iets op eigen kracht hebben gedaan. Maar is dat wel zo? Is het onze eigen kracht? Of is er meer? Waar wordt uw en mijn eigen kracht door gevoed?

Op pad gaan zonder ballast maakt dat je veel meer open staat voor je omgeving, open staat voor de ander. Dit was denk ik dat Jezus bedoelde met neem niets mee. Treedt de mensen met vrede en een open ‘mind’ tegemoet. Die open houding van de leerlingen bleek wel te werken. Hun innerlijke vrede werkte aanstekelijk. In de huizen, dorpen en steden waar ze in vrede werden ontvangen werd hun verhaal gehoord en begrepen. In deze steden was kennelijk sprake van een zorgcultuur. De mensen zagen om naar elkaar en stonden daardoor open voor de liefde van God. Zowel de leerlingen als de bewoners ervoeren dat wanneer je je openstelde voor God, deze door jou handen kon werken. Zieken werden genezen, en zelfs duivels onderwierpen zich aan Gods naam.

Vol vertrouwen en ontspannen kan natuurlijk ook in pappa's armen.

Vol vertrouwen en ontspannen kan natuurlijk ook in pappa’s armen.

Ook in het verhaal van Jesaja zie je de zorgcultuur terugkomen. Dit verhaal is ontstaan in de tijd na de Babylonische ballingschap. In die periode waren de eerste ballingen teruggekeerd naar Jeruzalem. De stad Jeruzalem wordt hier beschreven als een koesterende, zogende en zorgende moeder. We kennen allemaal wel het beeld van een pasgeboren baby aan de borst van zijn of haar moeder. En de ontspannen houding van volledige overgave als een klein kind zich nestelt in de armen van de moeder. Zo zal Jeruzalem, de stad van vrede, ook voor haar inwoners zijn. Ze zullen er overvloed en geborgenheid vinden.

Soms denk ik wel eens dat we vaker als een kind moeten zijn. Kinderen zijn nog onbevangen, ontvankelijk en kijken met een vrije blik de wereld in. “Wek mijn zachtheid weer. Geef mij terug de ogen van een kind. Dat ik zie wat is en mij toevertrouw”. In dit lied, dat we straks nog zullen zingen, spreekt de wens om werkelijk te kunnen zien wat is. Om door de dingen heen te kunnen kijken. Je durven openstellen voor God, dat vraagt om een zekere kwetsbaarheid. Bij kinderen roept kwetsbaarheid een reactie van bescherming op. Maar wanneer volwassenen zich kwetsbaar opstellen, dan kan dit juist indruk maken. Je kwetsbaar opstellen vergt durf, er is moed voor nodig. Dezelfde moed en openheid die de leerlingen gehad moeten hebben toen ze op pad gingen om de boodschap Jezus over te brengen. Jezus zei dan ook tegen hun toen ze terugkwamen van hun reis ‘Bewaar je ontvankelijkheid, zodat God in jullie kan blijven werken, want je werkt niet op eigen kracht.”

Naast het beeld van Jeruzalem als aardse moeder, wordt ook het beeld geschetst van de Vader als goddelijke moeder. “Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: Jeruzalem zelf zal uw troost zijn.” De kracht van God stroomt als het ware de stad binnen als een rivier van vrede. Door het geloof en vertrouwen in God krijgen de mensen weer energie. Ze worden geïnspireerd om hun leven, na de ballingschap, weer op te pakken en nieuwe dingen te ondernemen.

Jeruzalem wordt zo beschreven dat je de aanwezigheid van God kunt voelen. Er was genoeg, zelfs overvloed, en er was geborgenheid. Je zou kunnen spreken van een zorgeconomie. In onze dagen heeft de zorgeconomie inmiddels plaats gemaakt voor een winsteconomie. We ondervinden daar nu de gevolgen van in de wereldwijde crisis. U kent de berichten wel, de kranten staan er vol van. Maar het tij keert. De crisis brengt ook kansen met zich mee. Ik zie tekenen dat wij bezig zijn ons te bevrijden uit onze eigen ballingschap. Mensen komen ineens met nieuwe ideeën. Ideeën die in economische goede tijden niet nodig zijn. Ook hier staan de kranten vol van. Buurttuinen, stadslandbouw, voedselcoöperaties, kleine coöperaties voor zonne- of windenergie, repair café, bedrijfjes voor design producten van afval en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het zijn allemaal initiatieven die bijdragen aan een zorgeconomie. Een economie waarin de menselijke maat en waardigheid weer centraal staan en tegelijk rekening houdt met onze leefomgeving. Achter deze initiatieven zitten gedreven mensen. Mensen met idealen. Mensen die op eigen kracht echt iets willen veranderen. Zo ook de groep van bijna 25 jongeren, waaronder een aantal uit onze geloofsgemeenschap, die over een week naar de Oekraïne vertrekken om daar kinderkampen te organiseren en een school op te knappen. Om daar levensvreugde te brengen.

Tot besluit zou ik willen zeggen dat we allemaal gezonden zijn om ons uit de ballingschap van onze eigen wereld te bevrijden. In die zending leven we onder de zegen van God, onze Vader. Ik wens u toe dat u iets mag ervaren van de innerlijke bron die onze eigenkracht meer dan verdubbelt.

Marjolein Tiemens-Hulscher

7 juli 2013

 

Plaats een reactie