Eerste lezing
Toen Petrus binnentrad kwam Cornelius hem tegemoet en eerde hem met een voetval. Maar Petrus deed hem opstaan en zei: “Sta op, ik ben ook maar een mens.” Petrus nam het woord en sprak: “Nu besef ik pas goed, dat er bij God geen aanzien des persoons bestaat, maar dat, uit welk volk ook, ieder die Hem vreest en het goede doet Hem welgevallig is.” Terwijl Petrus nog zo aan het spreken was, kwam de heilige Geest plotseling neer op allen die naar de toespraak luisterden. De gelovigen uit de besnijdenis die met Petrus meegekomen waren stonden verbaasd dat ook over de heidenen de gave van de heilige Geest was uitgestort; want zij hoorden hen talen spreken en God verheerlijken. Toen zei Petrus: “Kan iemand nog het water weigeren, zodat deze mensen niet gedoopt zouden worden die juist als wij de heilige Geest ontvangen hebben?” En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarop verzochten zij hem nog enige dagen te blijven.
Evangelie
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden in zijn liefde blijf. Dit zeg Ik u opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden als gij doet wat Ik u gebied. Ik noem u geen dienaars meer want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord. Niet gij hebt Mij uitgekozen maar Ik u, en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in mijn Naam vraagt. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.”
Overweging
De sfeer in Nederland en Europa verhardt, dat maakte de krant van 24 april wel duidelijk. Een paar koppen: Gaza en PVV-winst verharden de sfeer in Nederland, Polarisatie, Forse kritiek over deportatie asielzoekers (naar Rwanda), Toch al grimmig dreigingsbeeld nog grimmiger, Moskeevoorzitter ziet het abnormale normaal worden. Verharding, onverdraagzaamheid, discriminatie, polarisatie, deportatie, geweld, als een willekeurige samenleving zo beschreven zou worden, dan zou je daar, denk ik, geen deel van willen zijn. Toch zullen we onder ogen moeten zien dat we wel degelijk deel zijn van zo’n samenleving en dat we daarmee moeten dealen. Hoe kunnen we dat?
Heb elkander lief, is de handreiking van de Bijbelverhalen van vandaag. Geef elkaar de ruimte en zoek verbinding.
Eye-opener
In de eerste lezing lezen we dat Petrus bij Cornelius thuis komt. Dit is op zich al een uitzonderlijke gebeurtenis want Cornelius is een Romeins, weliswaar godvrezende, legerofficier. In de ogen van de Joden een heiden. Daar ging je als Jood niet mee om. De heilige Geest heeft de twee mannen bij elkaar gebracht. In een droom kreeg Cornelius de opdracht Petrus uit te nodigen en Petrus werd ingefluisterd om op die uitnodiging in te gaan, wat hij zonder dralen deed. Want, zo vertelt hij aan alle aanwezigen in het huis van Cornelius, God heeft mij in een visioen laten zien dat men geen mens ter wereld onrein of niet zuiver mag noemen. “Nu besef ik pas goed, dat er bij God geen aanzien des persoons bestaat.” Voor God zijn allen gelijk. Dat had Petrus zich nog niet eerder bedacht. Het was voor hem echt een eye-opener.
Petrus vertrouwde op de Geest. Wellicht herinnerde hij zich dat Jezus in zijn afscheidsrede had beloofd dat er een helper zou komen die hen verder in alles zou onderrichten, en hen alles laten zou laten begrijpen wat Jezus hen gezegd had. Een hulp om, in onvoorziene omstandigheden, zoals hier met Cornelius, te kunnen handelen in zijn geest. Jezus geeft daarmee speelruimte en vrijheid. De wet is niet dichtgetimmerd. Er is ruimte om naar de geest van de wet te handelen. Dat heeft Jezus voorgeleefd.
Ruimte geven
Misschien dacht Petrus ook wel terug aan hoe Jezus zijn vrienden had uitgekozen; zonder aanzien des persoons, zonder vooringenomenheid. Ook Petrus zelf was zonder voorwaarden opgenomen in die kring. En als dan de heilige Geest over alle aanwezigen neerdaalt weet Petrus het zeker: Voor God is iedereen gelijk. Dan voelt hij de vrijheid om de ruimte te nemen, om Cornelius en de andere aanwezigen, te laten dopen zonder de eis van de besnijdenis vooraf. Daarmee geeft Petrus tevens ruimte aan Cornelius om te leven zoals hij dat graag wil, als christen, zonder eerst Jood te hoeven worden.
Ook aan ons wordt gevraagd om elkaar die ruimte en vrijheid te geven, zonder aanzien des persoons, zonder vooringenomenheid. Want voor God zijn wij allemaal gelijk. Heb elkander lief, is de boodschap, of sterker nog, het gebod, dat Jezus ons meegeeft. Geef elkaar de ruimte, ruimte om te leven. Ook aan anders denkenden, aan mensen uit andere culturen. Durf je in te leven in de situatie van de ander. Hoe zou jij je dan voelen?
Ruimte geven schept mogelijkheden tot verbinding. Dat is bijvoorbeeld goed te merken in restaurant A Beautiful Mess, waar koks met een vluchtelingenachtergrond gerechten uit hun landen van oorsprong bereiden. Waar iedereen welkom is en aan tafel mag aanschuiven, om elkaar te ontmoeten en te genieten van die verscheidenheid gerechten en culturen.
Vreugdevol leven
Een poosje geleden was ik bij de Laudato si’ ondersteuningsdag en daar verzuchtte iemand, leefden we maar vanuit liefde, dan zou er veel minder ellende, geweld en gebrokenheid zijn. Hij bedoelde hiermee niet gemakkelijke of goedkope liefde, maar de liefde die ons verbindt met Jezus, met elkaar, en met heel de schepping. De liefde waar Jezus over spreekt. “Blijf in mijn liefde,” zegt Jezus. Als je mijn geboden onderhoudt, zul je in mijn liefde blijven. En dan voegt hij er nog aan toe. “Dit zeg Ik u opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden.” Jezus belooft een vreugdevol leven als we proberen met Hem, met elkaar en met heel de schepping verbonden te blijven.
Afgelopen donderdag ging ik vroeg hardlopen omdat het een warme dag zou worden. Het was heerlijk en ik heb volop genoten van de vogelzang, van het frisse lichte groen van de bomen en de kleuren van de bloemen, van de roep van de kieviten en hun buitelende vlucht, van het gekwaak van de kikkers, de roffel van een specht. Dat geeft me vreugde, diepe vreugde. Anders dan de kortstondige vreugde van een aankoop van een nieuw jurkje of zo. Het is een vreugde die je niet kunt krijgen door bezit, macht of controle. Het is een vreugde die je kunt beleven door volop mee te zingen in de lofzang van alle schepselen: Jubilate, zing voor de Heer. Vogels, vissen, licht en water, bloemen en bomen, vlees en bloed, lichaam en ziel, zing Jubilate. In meerdere Psalmen zingt heel de schepping Gods lof. “Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer”
Scheppingskoor
Maar het loflied dreigt te verstommen. Het dreigt stil te worden. Veel soorten planten en dieren gaan schrikbarend snel achteruit, met name door het toedoen van de mens. Als het loflied verstomt verdwijnt de kleur en vreugde uit het leven. Het mag ons niet onverschillig laten. Ieder schepsel moet zijn of haar loflied kunnen blijven zingen in het scheppingskoor.
God heeft ons het beheer van de Aarde met al haar schepselen aan ons toevertrouwd. Dat vertrouwen mogen wij niet beschamen. We moeten realiseren dat het heersen over de vissen en de vogels in dienst staat van Gods orde, van Zijn bedoeling. Daar mogen we geen eigen menselijk project van maken. De heelheid van de hemel en de aarde gaat ons te boven. Het mysterie van het leven zullen wij nooit doorgronden. Daar kunnen we ons alleen maar over verwonderen en het met heilig ontzag en compassie benaderen.
Blijf in mijn liefde, zegt Jezus, opdat mijn vreugde in u mogen zijn en uw vreugde volkomen moge worden. Geef ruimte, ruimte om te leven.
Marjolein Tiemens-Hulscher
5 mei 2024

