Laat de aarde juichen

Het besef dat we duurzamer, zorgzamer met de Aarde en al haar bewoners (ook planten en dieren) om moeten gaan dan we nu doen, groeit gelukkig. Over dit onderwerp verschijnt het ene boek na het andere, meestal vanuit een bepaalde discipline, de economie, de landbouw, religie. Maar in het boek ‘Laat de aarde juichen’; duurzaam beheer van de schepping worden deze disciplines gecombineerd. In het boek staat een belangrijke vraag centraal: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de aarde een bewoonbare plek blijft of weer wordt, niet alleen voor de mensen, maar voor alle levende wezens op aarde. Zowel met de titel als met deze vraag geeft het boek blijk van een positieve insteek, namelijk dat het kan, het is mogelijk. De vraag is hoe. Hoe kan er vanuit de traditie van het christelijk geloof hier een antwoord op worden geformuleerd en kan er een nieuw handelingsperspectief worden ontwikkeld? En wat heeft dit dan te zeggen voor de economie, de landbouw, de handel, de politiek. Met name door deze combinatie van ‘theorie en praktijk’, vond ik het boek verrijkend voor de gedachtenvorming.

In de inleiding worden drie basisideeën gepresenteerd:

  1. De idee van dragende grond, God als schepper en onderhouder van deze wereld.
  2. De idee van menselijke participatie in de ontwikkeling van het geschapene met inachtneming van gegeven structuren en daarin besloten normativiteit.
  3. De idee van een noodzaak tot transformatie, een verandering van hart en denken.

Mens heeft speciale verantwoordelijkheid

Laat-de-aarde-juichen-LRIn het eerste deel van het boek wordt in vier bijdrages van verschillende auteurs deze ideeën verder filosofisch en theologisch uitgewerkt. Hierin staan de verhoudingen tussen mens, schepping en schepper centraal. De (bij velen al bekende) mantra die in deze bijdrages terugkomt: De mens weet/voelt zich niet meer verbonden met de natuur en heeft zich boven de schepping gesteld, ziet de Aarde als een ding, materie, en is zich gaan gedragen als een overheerser en uitbuiter van de Aarde en haar zwakkere, kwetsbare bewoners. Deze houding, deze manier van denken, is niet volhoudbaar. We moeten weer herontdekken dat de mens deel is van het grote geheel (niet alle denkers die in het boek worden aangehaald gaan hier in mee) en dat de natuur ook zin heeft in zichzelf. Het is niet de mens die zin geeft aan de natuur doordat die nut heeft voor de mens. De zin komt van God de Schepper. Ten overstaan van God heeft alles wat bestaat een intrinsieke waarde. De mens wordt bij alle denkers een speciale verantwoordelijkheid toegedacht, namelijk om mede zorg te dragen dat heel de schepping tot bloei kan komen, zoals God dat bedoelt. Schepping is niet iets ‘van toen in het begin’, maar vindt nog steeds plaats en daarin spelen alle schepselen een actieve rol.

“Ten overstaan van God heeft alles wat bestaat een intrinsieke waarde”

Een van de eye openers voor mij was het verschil tussen transitie en transformatie. Transitie, zoals in energietransitie, behelst het anders doen; zonne- en windenergie gaan gebruiken in plaats van fossiele energie. Maar transformatie betreft ons zelf. Het gaat daarbij om het besef van schuld en de ontwikkeling van een andere moraal. Om het ontwikkelen van een andere visie op natuur, mens en samenleving.

Dilemma’s in de praktijk

In het tweede deel van het boek wordt nagegaan hoe de politiek, de economie, de industrie, de landbouw, de handel (globalisering) vormgegeven kan worden als de genoemde uitgewerkte basisideeën hierin worden opgenomen. In welke alternatieven voor de groei-economie komen we ze al tegen? Ook worden hier de spanningen die optreden in de praktijk duidelijk. Wat betekent het erkennen van de intrinsieke waarde van het dier voor de veeteelt? Hoe verhoudt zich dit tot het doden van dieren voor voedsel, maar ook tot de plicht om te zorgen voor dierenwelzijn? Dit zijn vragen die mezelf ook bezig houden en daarom werp ik ze ook op in de lezingen die ik geef. Het blijven lastige vragen. De betogen in het boek brengen je wel weer een stapje verder, vind ik.

Het boek neemt de lezer mee in dit soort vragen en is daarom uitermate geschikt om in groepsverband te lezen en te bespreken. De kaders, die na elk deel zijn opgenomen, brengen de materie dichterbij het dagelijkse leven van de lezer en bij de keuzes die we daarin moeten maken.

Al met al is het een prima boek om kennis te maken met het thema geloof en duurzaamheid. Op een enkel moeilijk woord of zinsnede na zijn de betogen goed te volgen. Mensen die al langer met het onderwerp bezig zijn, zullen in het eerste deel niet zoveel nieuwe inzichten aantreffen. Maar door de combinatie met het tweede deel kan het boek ook voor hen een verrijking zijn voor de gedachtenvorming.

Informatie

Laat de aarde juichen. Duurzaam beheer van de schepping.
Redactie: Henk Jochemsen en Jan van der Stoep
Buijten & Schipperheijn Motief – Amsterdam, 2023
Het boek is hier te bestellen.

Plaats een reactie