Het begin is er, nu het vervolg nog

In ‘De utopie van de vrijwillige gedragsverandering’ op de websites van Kerk en Milieu en Nieuw Wij reageert Theo Brand op een artikel van Sieuwert Haverkoek op de website van NieuwWij. Hij noemt “Haverkoeks sympathieke bijsluiter dat geloof in universele liefde in het spoor van Lev Tolstoj de consument uiteindelijk doet veranderen” naïef. “Tenzij ook grote bedrijven en overheden zich door dit hoopvolle perspectief laten leiden.” Dat laatste is wel waar ik op hoop, want iedere politicus, beleidsmaker, manager, CEO van grote bedrijven is ook mens, burger en consument. Lees verder

Afwenteling

In mijn vorige blog schreef ik n.a.v. een uitspraak van psychiater/filosoof Damiaan Denys waarin hij stelde dat het een goede zaak is dat het coronavirus voornamelijk zwakke en zieke mensen treft en ons daarmee verlost van een bevolkingsgroep die zwaar op de maatschappij drukt. Een uitspraak die nogal bot overkomt en tegen ons gevoel van medemenselijkheid ingaat. Mensen hebben immers een eigenwaarde, die druk je niet uit in economische termen. Ik eindigde mijn blog met een gewetensvraag. We kunnen wel schrikken van zo’n uitspraak als van Denys. Maar als we eerlijk naar ons economisch systeem kijken, accepteren we dan niet impliciet dat veel kwetsbare en arme mensen, planten, dieren een leefbaar bestaan onmogelijk gemaakt wordt? Is er in dit systeem respect voor de eigenwaarde van de aarde en al haar levensvormen? Lees verder

Is de eco-elite wel zo groen?

Eco-elite, het nieuwe woord in de politiek en media. Deze term verwijst naar een groep mensen die het zich financieel kunnen veroorloven om zonnepanelen, warmtepompen en elektrische auto’s te kopen. Ik vraag me echter af of die ‘eco-elite’ wel zo groen is, want is duurzaamheid niet veel meer dan alleen het toepassen van ‘schone’ technieken en verder blijven doen wat je gewend bent?

 

Eco-elite

Het woord eco-elite duikt regelmatig op in de politieke discussie rondom het Klimaatakkoord als het gaat om ‘wie moet dat betalen?’. De SP hecht grote waarde aan ‘klimaatgerechtigheid’ waar ze onder verstaat dat de plannen geen kloof mogen veroorzaken tussen een ‘eco-elite’ en een klasse van achterblijvers. CDA-leider Buma heeft gezegd dat de hardwerkende Nederlander niet het kind van de groene rekening mag worden. Het is mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk wie hij hier nu mee bedoelt: de hardwerkende Nederlander die ook behoorlijk verdient, of de hardwerkende onderbetaalde Nederlander? De heer Dijkhoff, fractievoorzitter van de VVD wil niet nu ‘als een malle’ geld uitgeven aan klimaatplannen, als toekomstige innovaties dit misschien veel makkelijker maken. Kortom veel gesteggel over geld om, wat het klimaatakkoord betreft, niet te hard van stapel te lopen.

 

Klimaatgerechtigheid

Voor de invulling van ‘klimaatgerechtigheid’ stelt sociaal wetenschapper Shivant Jhagroe voor om subsidies voor zonnepanelen en dergelijke te besteden in de sociale woningbouw. Mensen die behoorlijk verdienen kunnen deze panelen immers zelf wel betalen. Hoogstwaarschijnlijk heeft deze groep mensen ook het meest bijgedragen aan de CO2-uitstoot. Mee(r)betalen aan de oplossingen daarvan lijkt me daarom heel rechtvaardig. Jhagroe stelt ook dat de politiek via belastingen en beloningen een koers kan gaan varen die de kloof niet vergroot, maar via vergroening juist verkleint. Dat lijkt me allemaal prima, gelijk doen, zou ik zeggen. Maar dan nog blijf ik zitten met het gevoel dat de duurzaamheid gelijk wordt gesteld aan het toepassen van innovatieve groene technologie en dat mensen met een kleiner beurs te kort worden gedaan. Namelijk dat zij weleens veel duurzamer zouden kunnen leven, met een kleinere voetafdruk, dan de ‘eco-elite’. Ze worden daarvoor echter niet gewaardeerd, maar weggezet als ‘achterblijvers’. Dat is een fnuikende beeldvorming.

cartoon Trouw sep 2018

Bron: Trouw

Manier van leven

Zo werd ik getroffen door een verhaal dat onze pastoraalwerkster vertelde. Haar buurvrouw, die rond moet zien te komen met een heel klein budget, voelde zich bezwaard omdat ze niks aan duurzaamheid kon doen. Ze heeft heeft geen geld om haar huis te isoleren, om zonnepanelen, warmtepomp of elektrische auto te kopen. De pastoraalwerkster heeft haar juist geprezen om haar duurzaamheid en tegen haar gezegd: “Je hebt geen auto en doet alles op de fiets, je gaat niet met het vliegtuig op vakantie, je eet geen vlees, je stookt zuinig, je gooit geen eten weg, je verspilt niks, je hebt geen onnodige elektrische apparaten, je koopt tweedehands kleding en ik weet niet al wat meer. Als jij niet duurzaam leeft, dan doet niemand dat.”

 

Ecologische voetafdruk

ecologische voetafdrukZo leven zie ik een groot deel, de goede daargelaten, van de ‘eco-elite’ nog niet doen. Als je een elektrische auto hebt wil dat nog helemaal niet zeggen dat je ook minder kilometers gaat maken. Voor al die auto’s blijft asfalt nodig. Er komt nog elk jaar meer bij. Hoe vaak zou de eco-elite met het vliegtuig op vakantie gaan? Hoeveel elektrische apparaten hebben ze, hoe hoog zetten ze de verwarming, hoe groot is hun huis en tuin en bestaat die grotendeels uit tegels of hebben insecten er andere dieren er ook nog plezier aan? Hoe staat het met hun vleesconsumptie? Bankieren ze bij een duurzame bank? Ik heb een sterk vermoeden dat de ecologische voetafdruk van de ‘eco-elite’ groter zal zijn dan die van de ‘achterblijvers’ en de toevoeging ‘eco’ helemaal niet terecht is. Graag zou ik hier eens cijfers over zien.

 

Van hebben naar zijn

Echte duurzaamheid gaat niet alleen om het toepassen van nieuwe technieken. Het gaat vooral om een manier van leven. Een manier van leven die minder vervuilend en verspillend is, die minder gericht is op hebben, maar meer op zijn. De ‘eco-elite’ kan veel leren van de ‘achterblijvers’ als het gaat om het tegengaan van verspilling. De ‘achterblijvers’ zijn daar immers ‘koploper’ in.

 

Het ene doen en het ander niet laten

Noem het toeval of niet, maar vanmorgen (17 okt 2018) kreeg ik via de dagmeditatie van Berneboek deze bijbeltekst toegestuurd: (Lucas 11,42-44). In die tijd zei Jezus: “Wee u, Farizeeën! Gij betaalt wel tienden van munt en wijnruit en allerlei kruiden, maar bekommert u niet om rechtvaardigheid en liefde tot God. Het ene moet men doen en het andere niet verwaarlozen. Wee u, Farizeeën! Gij zijt belust op de voornaamste zetel in de synagoge en op de begroetingen op de markt. Wee u!”

In de Groene Bijbel is deze tekst niet groen gemarkeerd. Maar ik vind de tekst mooi aansluiten bij de bovenstaande problematiek. Het ene moet men doen (indien mogelijk het toepassen van technologische oplossingen, waarmee je inderdaad wordt gezien) en het andere niet verwaarlozen (minder verspillend en vervuilend leven, daarmee sta je niet in de picture maar geef je wel invulling aan rechtvaardigheid en liefde tot God).

 

Genieten van de kleine dingen

DSCN0809De boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh en ook Paus Franciscus stellen dat veel mensen leeg van hart zijn en dat zij die leegte proberen te vullen met het kopen van spullen; consumentisme als compensatie gedrag. De rol van de kerk in het duurzaamheidsdebat zou kunnen zijn om manieren aan te dragen om het lege hart op een andere manier te vullen. Paus Franciscus wijst ons in de encycliek Laudato Si’ op de wijze les ‘minder is meer’. “De christelijke spiritualiteit houdt een groei in soberheid voor en een vermogen om van weinig te genieten”. Het is een kunst die we allemaal kunnen leren. Dan kunnen we ons hart vullen met mooie dingen en ervaren hoe prachtig de wereld is, en dat het de moeite waard is om op deze wereld te leven.

Is een kwal gelijk aan een kopje koffie? (2)

“Wij mogen alles met dieren doen, zolang ze niet lijden. Als kwallen niet kunnen lijden, zie ik niet wat het verschil is tussen een kwal en het kopje koffie dat ik nu aan het drinken ben,” zei filosoof Bas Haring ruim een maand geleden in Trouw. In mijn vorige blog heb ik hier al op gereageerd, maar ik wilde er nog veel meer over zeggen. Lees verder

Nederigheid?

aardeVoor de cursus ‘Leven in verbondenheid’ die ik momenteel geef, ben ik me weer aan het verdiepen in het collectieve scheppingsverhaal; het ontstaan van het universum, de Aarde en het meest mysterieuze en ontzagwekkende van al, het ontstaan van leven, gevolgd door de ontwikkeling van de onvoorstelbare verscheidenheid in levensvormen die we nu kennen (of alweer verdwenen zijn). Het verhaal laat zien dat alles een gemeenschappelijke oorsprong heeft. Het doet me ook elke keer weer stilstaan bij het feit dat de mens in de aardgeschiedenis nog maar net komt kijken. Wat is nu 200.000 jaar mens zijn op 4.500.000.000 (4,5 miljard) jaar Aarde zijn? Wat dat betreft stelt de mens niks voor. Toch zijn we in staat om in een paar 100 jaar de vernietigen wat in 4,5 miljard jaar is opgebouwd.

“Om van een bacterie naar een mens te gaan is een kleinere stap dan om van een mengsel aminozuren naar een bacterie te gaan.” (Lynn Margulis, Amerikaans hoogleraar biologie)

Paus Franciscus wijst er in zijn encycliek Laudato Si’ op dat het belangrijk is dat we ons beseffen dat alles een gemeenschappelijke oorsprong heeft. “We vergeten dat wij ook stof zijn. Ons lichaam zelf is samengesteld uit elementen van de planeet, haar lucht laat ons ademen, haar water schenkt ons leven en voedt ons” (LS2).

adam adahmaIn onze relatie met de Aarde past dan een zekere nederigheid. Nederigheid is een belangrijke deugd voor een spiritualiteit van duurzaamheid. Het Latijnse woord voor deugd is humilitas. Daarin herkent u wellicht het woord humus; grond, vruchtbare grond. Wij zijn als het ware uit humus geboren en moeten er ook dichtbij blijven (Gedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren). Daarom moeten we ons niet verheven voelen boven de Aarde. Het Engelse humility, nederigheid, laat wel heel mooi zien dat deugd en nederigheid heel dicht bij elkaar liggen, bijna een zijn.

mars_atmosphereBij groot deel van de mensheid is nederigheid ver te zoeken. En er is een deel dat overduidelijk lijdt aan grootheidswaanzin. De Aarde is hun zelfs nog niet genoeg. Ze hebben nu ook hun zinnen op Mars gezet. Waar ben je dan mee bezig? denk ik dan als bioloog. Mars heeft veel te bieden, lees ik in de krant. Maar er ontbreekt wel het een en ander, zoals bijvoorbeeld een atmosfeer, zuurstof en stromend water (wel ijs). De lucht die er is bestaat voornamelijk uit CO2, ongeschikt om in te ademen. Zuurstof zal moeten worden vrijgemaakt (met behulp van heel veel energie) uit die CO2 of uit water, dat nu dus nog ijs is.

Weet u nog waar op Aarde het eerste leven is ontstaan? Precies, in het water. En zo’n 3,5 miljard jaar geleden ontstonden er eencellige organismen die zonlicht als energie gingen gebruiken. Ze vonden als het ware de fotosynthese uit, waarbij CO2 en water onder invloed van zonlicht worden omgezet in suikers en zuurstof. Zo kwam er zuurstof in de leefomgeving; het water. Het duurde vervolgens nog 3 miljard jaar voordat er genoeg zuurstof in de lucht was zodat ook leven op het land mogelijk was. Hoe wil je genoeg zuurstof krijgen zonder het proces van fotosynthese?

Fotosynthese is het proces, de motor, waarop onze Aarde draait, gevoed door de zon, met dank aan de cyanobacteriën, algen en groene planten. Een zekere nederigheid lijkt op zijn plaats. Maar ja, op Mars is humus ver te zoeken.