De vrouw die getuige werd

Afgelopen zondag (12 maart) mocht ik voorgaan bij ons in de katholieke geloofsgemeenschap. He evangelie van Johannes over de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw bij de put stond op het leesrooster. Een mooie verhaal om te lezen tussen internationale vrouwendag (8 maart) en wereldwaterdag (22 maart). Bovendien was het afgelopen maandag precies 10 jaar geleden dat paus Franciscus begon aan zijn pontificaat. In de encycliek Laudato si’ die twee jaar later uitkwam, laat hij zien hoezeer vrouwen en water met elkaar verbonden zijn. Toegang tot schoon drinkwater is een mensenrecht. Dit recht wordt echter geschonden. Door schaarste wordt het steeds vaker handelswaar. Met name (arme) vrouwen en kinderen zijn hier de dupe van. De kwaliteit van leven van vrouwen wordt sterk bepaald door de beschikbaarheid en kwaliteit van het water. Het zijn dan ook vaak vrouwen die zich hier met hart en ziel voor inzetten. Lees verder

De olijfboom

Na een lange tijd hier weer een aflevering in de serie over Bijbelse planten. Vandaag gaat het over de olijfboom.

De olijfboom, Olea europaea, is, anders dan de naam doet vermoeden, inheems in West Azië. Ook nu nog zijn olijfbomen wijdverspreid in het Bijbelse land. Ze kunnen dan ook goed tegen de moeilijke groeiomstandigheden van droogte en een rotsige bodem. Lees verder

Bollenvelden

Ik zal maar zeggen dat het een belevenis was. Het stond al lang op ons wensenlijstje; een fietstocht langs de bloeiende bollenvelden bij Hillegom en Lisse. Dus gingen we afgelopen zondag, na de feestelijke palmpaasviering, met onze fietsen in de trein naar Sassenheim. Van daaruit een rondje, Noordwijkerhout, een uitstapje richting strand, Hillegom, Lisse en weer terug naar Sassenheim.

De pastelkleuren van de hyacintenvelden.

De pastelkleuren van de hyacintenvelden.

We werden ondergedompeld in geuren (vooral van de hyacinten en narcissen) en kleuren. De haast pastelkleurige velden blauw, wit en roze van de hyacinten werden afgewisseld door de felle kleuren rood en geel van de tulpen en de narcissen. Maar ondanks deze pracht, en soms de duinen op de achtergrond, kon het landschap ons niet geheel bekoren. Dan vraag je je af waardoor dit toch komt. Want het was eigenlijk prachtig. Het weer werkte ook nog mee, blauwe lucht, witte wolken, best wat zon en wat wind. Onze conclusie was dat het landschap iets industrieels had door alle grote schuren en loodsen en de drukke wegen. Daar konden we niet omheen. Alleen door een beetje brutaal te zijn was het soms mogelijk om over te steken. Herhaaldelijk kwamen we een ononderbroken stroom van auto’s tegen.

Zelfs op de fiets was er geen doorkomen meer aan.

Zelfs op de fiets was er geen doorkomen meer aan.

Blijkbaar bekeken veel mensen de bollenvelden vanuit de auto en schuwden ze daarbij ook de kleine weggetjes niet. Deze raakten hier en daar volledig verstopt. De auto’s konden niet meer voor of achteruit. Zelfs de fietsers konden er daardoor haast niet meer langs. We hebben het maar laconiek proberen op te nemen, maar eerlijk gezegd hebben we door het vele autoverkeer minder plezier aan het tochtje beleefd dan we van te voren hadden gedacht.

Als ik hier rondfiets denk ik, ondanks al het moois, ook aan al het gif dat wordt gespoten.

Altijd schuren, loodsen en kassen op de horizon zorgen voor een industriële beleving van het landschap.

 

Langs de weg waren veel stalletjes met tulpen te koop; grote bossen, voor weinig geld. Ik heb nog gedacht om aan het eind van de fietstocht een bos te kopen. Wie wil nou niet een kamer vol tulpen voor maar 5 euro. Toch heb ik het niet gedaan. Waarom niet? Omdat ik weet dat in de bollenteelt veel gif wordt gespoten en de bodem vaak chemisch wordt ontsmet. Het is de andere kant van de medaille. Die bollenvelden, ze blijven voor mij heel dubbel. Aan de ene kant kan ik en vele toeristen met mij, genieten van de kleuren en geuren. Maar aan de andere kant trekken ze veel autoverkeer aan en de aanslag die de bollenteelt doet op het milieu kan ik niet uit mijn hoofd zetten als ik daar rondfiets.

bollenvelden tulp

Als ik hier rondfiets denk ik ook steeds aan de bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden in de bollenteelt.

Restjes

Om aandacht voor voedselverspilling te vragen hebben drie Amsterdamse studenten een week lang van restjes geleefd. Ze ‘bedelden’ hun kostje bij elkaar door iedereen om restjes te vragen. Een restje werd hierbij gedefinieerd als ‘voedsel dat anders in de vuilnisbak zou verdwijnen’. Hoe het hun verging is te lezen op hun blog. En als je de uitdaging ook aan wil gaan kan je meedoen met de Weekend-Waste-Challenge die start op vrijdag 21 februari.

Lien stelt de hamvraag: “Hoe kan het dat voedselverspilling te vaak als ‘normaal’ wordt ervaren en voedsel delen als ‘gek’.” Chiel komt er achter dat hij eten voortaan niet zomaar voor lief moet nemen. “Is het niet bijzonder dat wij in dit landje zomaar en zonder veel na te denken al het eten kunnen krijgen wat we willen? Ivo had zich afgevraagd of bedelen om eten (restjes) wel wat op zou leveren. Ja dus, een volle buik, contacten, gesprekken (Maar dan gooit u dus iets weg dat nog goed gegeten kan worden), gezelligheid en meer waardering voor voedsel.

Er wordt zoveel verspild.

Er wordt zoveel verspild.

Ik vind dit een heel waardevol initiatief om voedselverspilling op de kaart te zetten. In Nederland gooien we gemiddeld per persoon elk jaar 47 kilo voedsel weg. Voor een gemiddeld gezin van vier personen betekent dit dat er jaarlijks 533 euro in de vuilnisbak verdwijnt. Dat is toch doodzonde!!

 

 

“Zonder voedselverspilling hoeft er geen honger te zijn in de wereld.”

De studenten geven op hun blog ook al het dilemma van de actie aan. Aan de ene kant willen ze natuurlijk zoveel mogelijk eten ophalen om hun honger te stillen. Lukt dat, dan betekent dat dus wel dat er inderdaad veel mensen zijn die nog goed eetbaar voedsel weggooien. Er is dus nog wel wat zendingswerk te verrichten. Een daar draagt dit studenteninitiatief aan bij.

Met de restjes uit de koelkast kun je een heerlijke couscoussalade maken.

Met de restjes uit de koelkast kun je een heerlijke couscoussalade maken.

Als ze bij ons aan de deur zouden komen krijgen ze waarschijnlijk niks als ik me strikt aan de definitie hou ‘dat het anders weggegooid zou worden’. Er staan wel ‘restjes’ in de koelkast maar die worden opgewarmd als lekker warm hapje tussen de middag of gebruikt in een salade, ovenschotel of soep. De kunst is echter om zo min mogelijk restjes te creëren (kook niet te veel) en, als je ze toch hebt, ze goed te bewaren en niet te vergeten.

 

Het voorkomen van voedselverspilling begint al bij het maken van het boodschappenlijstje. Laat je vervolgens in de winkel niet verleiden door de reclames en aanbiedingen (2 voor de prijs van 1), maar koop alleen dat waarvan je zeker weet dat je het binnen afzienbare tijd zult gebruiken.

Als je een gewas hebt zien groeien krijg je meer waardering voor je voedsel.

Als je een gewas hebt zien groeien krijg je meer waardering voor je voedsel.

Als we ons voedsel niet verspillen heeft ook dit kind voldoende te eten.

Als we ons voedsel niet verspillen heeft ook dit kind voldoende te eten.

 

 

 

 

 

 

 

Goed beschouwd begint het terugdringen van voedselverspilling nog eerder, namelijk bij de waardering van onze dagelijkse maaltijden en bij het besef dat we ons voedsel met meer dan zeven miljard mensen moeten delen. We hoeven vrijwel geen moeite meer te doen om aan ons eten te komen. We gaan gewoon naar de supermarkt. Hierdoor zijn we de verbinding met ons voedsel, en daarmee ook de waardering daarvoor, kwijtgeraakt.  We zien niet meer hoe de gewassen groeien, hoe de boer moet ploeteren om een mooi product te verkrijgen. Maar ik heb goede hoop. Er zijn steeds meer mensen die de verbinding met hun dagelijks brood weer opzoeken op wat voor manier dan ook. Ik ben ervan overtuigd dat deze trend ook zal leiden tot minder voedselverspilling.