Ik zal maar zeggen dat het een belevenis was. Het stond al lang op ons wensenlijstje; een fietstocht langs de bloeiende bollenvelden bij Hillegom en Lisse. Dus gingen we afgelopen zondag, na de feestelijke palmpaasviering, met onze fietsen in de trein naar Sassenheim. Van daaruit een rondje, Noordwijkerhout, een uitstapje richting strand, Hillegom, Lisse en weer terug naar Sassenheim.
We werden ondergedompeld in geuren (vooral van de hyacinten en narcissen) en kleuren. De haast pastelkleurige velden blauw, wit en roze van de hyacinten werden afgewisseld door de felle kleuren rood en geel van de tulpen en de narcissen. Maar ondanks deze pracht, en soms de duinen op de achtergrond, kon het landschap ons niet geheel bekoren. Dan vraag je je af waardoor dit toch komt. Want het was eigenlijk prachtig. Het weer werkte ook nog mee, blauwe lucht, witte wolken, best wat zon en wat wind. Onze conclusie was dat het landschap iets industrieels had door alle grote schuren en loodsen en de drukke wegen. Daar konden we niet omheen. Alleen door een beetje brutaal te zijn was het soms mogelijk om over te steken. Herhaaldelijk kwamen we een ononderbroken stroom van auto’s tegen.
Blijkbaar bekeken veel mensen de bollenvelden vanuit de auto en schuwden ze daarbij ook de kleine weggetjes niet. Deze raakten hier en daar volledig verstopt. De auto’s konden niet meer voor of achteruit. Zelfs de fietsers konden er daardoor haast niet meer langs. We hebben het maar laconiek proberen op te nemen, maar eerlijk gezegd hebben we door het vele autoverkeer minder plezier aan het tochtje beleefd dan we van te voren hadden gedacht.

Altijd schuren, loodsen en kassen op de horizon zorgen voor een industriële beleving van het landschap.
Langs de weg waren veel stalletjes met tulpen te koop; grote bossen, voor weinig geld. Ik heb nog gedacht om aan het eind van de fietstocht een bos te kopen. Wie wil nou niet een kamer vol tulpen voor maar 5 euro. Toch heb ik het niet gedaan. Waarom niet? Omdat ik weet dat in de bollenteelt veel gif wordt gespoten en de bodem vaak chemisch wordt ontsmet. Het is de andere kant van de medaille. Die bollenvelden, ze blijven voor mij heel dubbel. Aan de ene kant kan ik en vele toeristen met mij, genieten van de kleuren en geuren. Maar aan de andere kant trekken ze veel autoverkeer aan en de aanslag die de bollenteelt doet op het milieu kan ik niet uit mijn hoofd zetten als ik daar rondfiets.
Ik denk dat er geen weg terug is, terug naar een landschap dat een en al natuur is. De bevolkingsdichtheid van ons heeft zijn prijs in de bestrating, het optimaliseren van wat de grond opbrengt omdat dat financieel nodig is. In Scandinavië, vooral Zweden (ben er geweest) zijn een duizenden vierkante kilometers waar sporadisch iemand komt. Daar is nog echte natuur. De bossen worden daar geëxploiteerd maar zonder bestrijdingsmiddelen en de oogst van goed en verantwoord hout is de norm voor nieuwe aanplant. Maar ja, dat heeft makkelijk praten; in 2013 telde het land krap 10 miljoen inwoners van wie 2/3 woont in het zuiden.
Hoe dan ook, ongerepte natuur zal verder op de wereld afnemen. Landen als bv. Mongolië, Siberië, Patagonië hebben nog veel, maar is dat over 100 jaar nog zo?
Misschien moeten we leren leven van iets anders.
Dagdag! F.