Ontroerd

Vorige week heb ik mijn voorraad bijenwasdoeken maar weer eens aangevuld. De verkoop gaat niet zo heel snel, maar ongemerkt was de voorraad toch wel aardig geslonken. Dan sta ik de hele dag in de keuken en kijk ik vaak de achtertuin in. Daar gebeurt van alles nu de lente zich aandient.

Na het ontbijt had ik het tafellaken en een broodzak buiten uitgeschud. Het zijn vooral de merels en de houtduiven die zich aan de broodkruimels te goed komen doen. Ze hippen of lopen dan gezellig rond en pikken alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Je ziet ze ook wel in de rest van de tuin rondscharrelen en zo nu dan wegvliegen met een takje of een strootje in de snavel. Ze nestelen vast in de buurt.

Eerst de bloeiende crocussen en nu de blauwe druifjes, de smeerwortel en het longenkruid trekken veel klein vliegverkeer aan; verschillende soorten bijen en hommels. De bijtjes zijn klein en vliegen nog al onrustig heen en weer. Ze zitten haast nooit stil, en als ze al even de nectar uit een bloemetje van een blauw druifje halen doen ze dit zo snel, dat ik ze nog niet goed kan bekijken. Ik neem mij voor om mee te gaan doen aan de minicursus ‘bijen en hommels herkennen’ van het IVN.

Maar het was een pimpelmeesje die mij echt ontroerde. Hij of zij vond in onze tuin een mooie pluk mos. Met een snavel vol, vloog het, na een tussenstop in de krulhazelaar van de buren, linea recta een nestkast in. Vorig jaar zijn tegen de zijgevel van het huis van onze achterburen door gemeente van die betonnen nestkasten bevestigd. Ik vind ze niet mooi, maar daar trekken de vogels zich gelukkig niks van aan. Twee ervan zijn er nu zeker van bewoond. Daar zie ik zo nu en dan een meesje in en uit vliegen, meestal vanuit mijn ooghoek.

Waarom was ik nu zo ontroerd door dat pimpelmeesje dat met een stukje mos hoepla de nestkast in vloog? Ik vond het zo fijn dat zij in onze tuin iets kon vinden voor haar nest. Daardoor voelde me verbonden met dat mooie vogeltje. Die verbondenheid ontroerde mij, als ik er over nadenk. En ik verwonderde mij om de behendigheid waarmee ze met een snavel vol in een keer feilloos door de opening van de nestkast naar binnen ging. Ik stel me nu voor, dat ze daar een gezellig nest aan het maken is, afgewerkt met mos uit onze tuin.

Je verbonden voelen met de natuur kan je ervaren in het hele kleine. Als je werkt in de (moes)tuin, als je padden helpt overzetten tijdens hun trek naar de plek waar ze gaan paren, als je zorgt voor planten in de tuin die de insecten van voedsel kunnen voorzien, als je een bakje water neerzet waar vogels en insecten uit kunnen drinken als het heel droog is. Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Het gevoel van verbondenheid met al die schepselen maakt het leven een stukje mooier.

Foto’s: Pixabay

Plaats een reactie