Tot mijn grote schrik ontdekte ik dat ik afgelopen donderdag vergeten ben een blog te plaatsen. Zozeer was ik bezig met het Paastridium dat we met ons groepje van vier vrouwen in onze geloofsgemeenschap dit jaar weer mogen verzorgen. Maar voor Witte Donderdag was het natuurlijk wel een gemiste kans. Daarom alsnog.
Vanmorgen (Stille Zaterdag) las ik de column van James Kennedy in Trouw (19 april 2025). Hij schreef over de nihilistische (Amerikaanse) overheid en de kiezers die de macht van linkse instituties en linkse tegenstanders willen overnemen. Velen belijden christen te zijn, maar verachten christelijke deugden. Die zijn voor losers. Zelf richten ze zich liever op waarden die hun macht vergroten: macht, moed, glorie, willen en zelfbevestiging. Een rake samenvatting. De boodschap van Witte Donderdag is niet aan hen besteed. De oproep tot nederigheid van Jezus vindt de nihilist maar linkse softheid. Maar is het niet juist die zachtheid die de wereld nodig heeft, die wij nodig hebben om (ooit) in vrede samen te leven; als broeders en zusters met alle wezens van het heelal en geschapen door dezelfde Vader?
Met Witte Donderdag wordt in de kerken het verhaal van de voetwassing gelezen (Johannes 13, 1-15). Jezus wast de voeten van zijn leerlingen, een taak die normaal door een knecht wordt gedaan. Wat wil Jezus ons hiermee leren? Francine van Rees, een van de vier vrouwen, maakte daar deze mooi bezinning bij.
Ze zijn door de stoffige straten van Jeruzalem gelopen en kwamen de bovenzaal binnen. Alles stond klaar, de tafel was al gedekt. Alleen, gastvrijheid van toen gaat verder dan wij gewend zijn. Hier mogen ze niet aan tafel voordat iemand hun de voeten wast. De stoffige sandalen hebben ze uitgedaan bij de deur, zoals je ze in het portaal van de moskee uitdoet. En dan zal iemand – een knecht– je vermoeide voeten wassen, het stof afspoelen met water en reukwater en je voeten met een schort afdrogen. Dat is de gastvrijheid.
Maar Jezus had geen knechten om dat te laten doen, alleen vrienden. Dan maar achterwege laten? Nee, Jezus doet een schort voor, gaat op de grond zitten en begint de voeten te wassen. De vrienden staan er ongemakkelijk bij. Wat ze eigenlijk gewend zijn, is: niet door de knieën gaan, nooit de minste zijn. Daar hadden ze ervaring mee, dat kenden ze: onderlinge wedijver, jaloezie en afgunst. Maar dit is om je voor te schamen: hun Heer met de schort voor, die zich verlaagt tot het knechtenwerk. Dat zijn ze niet gewend: dat iemand zich zo klein en onaanzienlijk maakt.
Een mens wil hogerop, zich verheffen boven de anderen. Dat gaat met ellebogenwerk, niet met knechtenwerk. Al hun aandacht voor de buitenkant wordt door Jezus ondergraven: hoe je overkomt, wat voor een indruk je maakt, hoe je jezelf neerzet. Petrus maakt zich tot spreekbuis van de schaamte: ‘O jee, míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’
Jezus maakt zich ondergeschikt. Het gaat erom dat ze samen Pesach vieren. Het gaat niet om de hoogste of de laagste plaatsen. Het gaat om gemeenschap stichten, vriendschap ervaren.
Jezus maakt zich ondergeschikt. Hij maakt het mogelijk dat mensen, dat wij, elkaar ontmoeten. Niet alleen voor de schijn en de buitenkant. Maar dat wij elkaar ontmoeten zoals wij werkelijk zijn met onze vreugden en onze angsten, onze woede en ons verdriet. Want alleen als je echt jezelf kunt zijn, word je getroost en gesterkt, wordt er in de ontmoeting een kracht opgeroepen waarmee je verder kunt. Jezus heeft het laten zien: je status afleggen, je masker. En met alles wat je aflegt, word je steeds meer mens. Dat is de levenskunst van het evangelie.
Hier kunt u de viering terugkijken.
