Ongeveer een jaar geleden werd ik benaderd door Carla Dik-Faber, projectleider bij GroeneKerken. Ze vroeg me of ik mee wilde schrijven aan een handboek voor kerkvergroeners. Die kunnen immers wel een steuntje in de rug gebruiken. Ze vroeg mij speciaal voor een verdiepend hoofdstuk, omdat (kerk)vergroenen niet een lijstje met karweitjes mag worden dat, uit een drammerig rechtvaardigheidsgevoel, moet worden afgewerkt. “Kun jij iets dieper ingaan op de spirituele kant van duurzaamheid?” Natuurlijk wilde ik dat. Het was een uitdaging die ik wel aan wilde gaan.
Eerlijk gezegd dacht ik toen nog dat ik dat hoofdstuk zo uit mijn mouw zou schudden. Ik ben immers al meer dan tien jaar met het thema groen geloven en duurzaam doen bezig. Maar voor een hoofdstuk in een boek bleek het toch nog wel een worsteling om goed onder woorden te brengen dat duurzaam doen een daad van liefde is voor de schepping en de Schepper, en daarom tot het hart, de kern, van het christendom behoort. Ik hoop dat het mij, dankzij een aantal meelezers, gelukt is met het hoofdstuk ‘Groeien in groen denken en doen’, waarin ik laat zien wat we vanuit de christelijke spiritualiteit kunnen leren voor een ecologische bekering.
Het is het laatste hoofdstuk geworden van het breed opgezette handboek geworden. Robert Bontebal trapt af met de groene verhaallijn in de Bijbel. Aan de ene kant maaide hij daarmee veel gras weg voor mijn voeten, maar aan de andere kant kon ik voortbouwen op zijn hoofdstuk. In het schrijfproces hebben we per e-mail nog van gedachten gewisseld over de relatie God-mens-dieren-aarde, n.a.v. het scheppings- en het Noachverhaal. Het gaf stof tot nadenken, met name over hoe makkelijk, en zonder dat je het echt door hebt, je toch weer vanuit menselijk perspectief de verhalen leest.
Lysane van de Kamp en Jan Wolsheimer laten in een openhartig tweegesprek de twee kanten van de ‘zorg voor de scheppingsmedaille’ zien. Liefde voor de schepping en de Schepper brengen, bij de aanblik van de wereld zoals die nu is, pijn en rouw met zich mee. Pijn en rouw zouden, ook in de kerk, vaker een plek mogen krijgen om er voor te zorgen dat pijn en rouw niet uitmonden in gevoel van onvermogen en moedeloosheid. Maar, en dat is de andere kant van de medaille, doorleefde pijn en rouw kunnen ook een stimulans, een motivatie zijn om zorg te dragen voor de schepping. Om, op wat voor manier dan ook, in actie te komen voor een betere wereld.
Matthias Olthaar laat in zijn hoofdstuk zien hoe de betekenisvolle traditie van dienstbaarheid in de kerk, kan bijdragen aan een rechtvaardige economie van genoeg voor iedereen. Je kunt daar met je kerk in het klein mee beginnen en zo een stukje hemel op aarde brengen. Dan blijkt dat leven van genoeg leidt tot een goed en vreugdevol leven.
In het hoofdstuk ‘Vruchtbaar jouw kerk vergroenen’ geeft Lydia van Maurik inzicht hoe je je geloofsgemeenschap mee kunt krijgen en voor welke valkuilen je moet oppassen. Je wilt niet dat de mensen de hakken in het zand gaan zetten. Thea de Ruijter heeft het meest praktische hoofdstuk voor haar rekening genomen. Ze beschrijft op een enthousiasmerende manier zeven inspirerende voorbeelden van groene stappen die je met je kerkgemeenschap kunt zetten.
De aandacht voor duurzaamheid in de kerk is niet nieuw stellen David Onnekink en Carla Dik-Faber. Zij blikken terug op ruim 50 jaar geschiedenis van ‘groen bewustzijn’ in de kerk. Dat bewustzijn blijkt een golfbeweging. Nu zit de aandacht voor groen geloven en doen weer in de lift, gezien het stijgende aantal groene kerken in Nederland. Maar het is nog steeds geen vanzelfsprekendheid. Wie weet kan het ‘Handboek kerkvergroeners’ hier verandering in brengen.
Het boek maakt deel uit van de serie ‘Werken in de kerk’ die al jarenlang veel gebruikt wordt in allerlei kerken. Omdat de wereld en de kerk veranderen worden de boeken één voor één weer opgefrist aan de hand van nieuwe inzichten en met oog voor doorgaande trends en ontwikkelingen. Het Handboek kerkvergroeners is tot stand gekomen door een samenwerking van GroeneKerken en de uitgever Buijten & Schipperheijn.

Pingback: Handboek kerkvergroeners | Laudato Si