Wat hebben we een mooie herfst dit jaar. Er zit wel eens een grijze, sombere dag tussen, maar in mijn beleving hebben we vooral mooie dagen. De natuur is zich aan het voorbereiden op de winter. Dat doet ze met een kleurenpracht van heb ik jou daar. Als het zonlicht over de bomen strijkt, lijken deze in vuur en vlam te staan. Ze lokken mij naar buiten. En ik ben niet de enige die zich daartoe verleiden laat. Het is opvallende druk in het bos, in ieder geval in het weekend. Alsof iedereen denkt dat het zomaar het laatste mooie weekend van de herfst kan zijn. Daarvan wil je dan nog wel even genieten.
Recycling en energiebesparing
De natuur mag dan in de winter grotendeels in rust zijn, nu is er werk aan de winkel. Net zoals wij het voor een vakantie het extra druk hebben om alles af te krijgen voordat je weggaat. De natuur zit vol wonderbaarlijk vernuft. Ze blinkt uit in efficiëntie door recycling en energiebesparing. Daardoor trakteren de bomen ons op die kleurenpracht als de bladeren verkleuren van groen naar geel tot goud, naar rood en bruin. Ze besparen energie door de groene kleurstof, chlorofyl, uit de bladeren terug te trekken en op te slaan in hun takken. Chlorofyl is een kostbare stof voor bomen, want ze is nodig voor de fotosynthese. U weet wel dat proces dat zich in groene planten afspeelt waarbij kooldioxide en water wordt omgezet in suikers en zuurstof, met behulp van zonlicht. Het kost veel energie om chlorofyl te maken. Daar kun je dus maar beter zuinig mee omgaan, recyclen, niet weggooien. Bovendien is het wel heel handig als je, als boom, in het voorjaar direct chlorofyl aan je blad kunt meegeven. Dan kan de fotosynthese direct van start gaan. Slim ‘bedacht’ toch?



Grote opruiming
En als de groene kleurstof uit het blad zich terugtrekt in de takken komen die andere kleuren opeens tevoorschijn. Die waren er al, maar ze werden gemaskeerd door de groene kleur. Blijkbaar is het voor de boom niet nodig om ook deze kleurstoffen te recyclen. Ze zullen minder energie vragen en zijn in het voorjaar ook niet direct nodig. Ik heb het niet nagekeken, maar het zou me niets verbazen als het lichte voorjaarsgroen wordt veroorzaakt doordat de andere kleuren nog niet in het blad aanwezig zijn.
Als de bladeren vallen begint het grote opruimen. Sta je er wel eens bij stil wat een gigantische klus dat is. Elk jaar opnieuw zo’n vracht aan blad dat verteerd moet worden, om weer humus te zijn voor het bodemleven, planten en bomen. Allerlei dieren, groot en klein, bacteriën en schimmels spelen daar een rol in. Dat brengt me bij het tweede herfstfenomeen, de paddenstoelen (ze zijn er het hele jaar door, maar in de herfst het meest uitbundig). Het grootste gedeelte van de paddenstoel zit onder de grond. Een uitgebreid netwerk van schimmeldraden, mycelium, met ontelbare vertakkingen en verbindingen, ook met de wortels van bomen en planten. Maar de vruchtlichamen, de paddenstoelen spreken tot de verbeelding. Menig fotograaf gaat vol verwondering nederig op de knieën, voor die mooie foto. Maar soms moet je omhoog kijken. Zoals ik deed bij de porseleinzwammen op een mooie dikke beuk. Het had iets magisch, iets feeërieks.



De pracht van de paddenstoelen duurt vaak maar kort. Ze vergaan tot bruine smurrie of worden opgegeten door slakken en andere dieren. Maar juist de vergankelijkheid in de natuur maakt het leven mogelijk. In sterven staat het leven op, zong Franciscus van Assisi. Daar mogen we in het voorjaar weer getuigen van zijn. Gezegend zijn we met de seizoenen, zoals Jeanette van Osselen zo mooi dichtte. Laten we daarin meebewegen.

Gezegend zijn we met de seizoenen
van hogerhand ons toebedeeld
om ons te spiegelen, binnen en buiten,
knielen en zaaien, oogsten en danken,
leven als de seizoenen
is steeds opnieuw lucht krijgen
van Gods schepping
Jeanette van Osselen
Van Marijke van der Giessen kreeg ik een fotoverslag van de herfst. Die mag ik als cadeautje met jullie delen.
