In een kennismakingsgesprek zei iemand tegen mij: “Ik snap het niet helemaal. Je zegt dat voor jou geloven eerbied voor het leven is en dat je dat je hier ook naar probeert te leven. Maar ik hoor jou ook als plantenveredelaar praten over het ontwikkelen van nieuwe rassen. Dat is toch bij uitstek ingrijpen in de natuur? Hoe rijm me dat? Voor mij was dat een mooie opening om eerst maar eens te zeggen dat landbouw zo wie zo cultuur is en geen natuur. Al vanaf dat de mens overschakelde van een bestaan als jagers en verzamelaars naar een boerenbestaan met voedselproductie grijpt de mens in de natuur in, waarmee het cultuur wordt. Die omslag ging natuurlijk niet van de ene op andere dag. De voedselproductie ontwikkelde zich geleidelijk door toename van de techniek (ploeg, bewaren voedsel en zaad), de combinatie met vee (mest, en trekkracht, transport) en de verspreiding van gedomesticeerde gewassen en dieren over de wereld. Die ontwikkeling zet zich tot op de dag van vandaag door; zowel in de teelt en de veredeling, als in de veeteelt en fokkerij.
Hier komt voor mij de eerbied voor het leven om de hoek kijken. Iedere plant en ieder dier is geschapen naar zijn soort. Daarmee hebben planten en dieren voor mij een intrinsieke waarde en moeten wij het soorteigen gedrag van onze medeschepselen respecteren. Lees meer hierover in de tien geboden voor het milieu.
Dan nu terug naar de plantenveredeling. De veredeling is er op gericht om rassen met nieuwe combinaties van eigenschappen te ontwikkelen. Hiertoe kruist de klassieke veredelaar twee planten met elkaar, door het stuifmeel van de vaderplant op de stempel van de moederplant te brengen. Als de bevruchting slaagt zullen de zaden allemaal nieuwe combinaties van eigenschappen bezitten en is het aan de veredelaar om daar de gewenste combinatie uit te selecteren. Kruisen lukt alleen als de vader- en de moederplant van dezelfde soort of heel nauw verwant zijn.
Met genetische manipulatie is het mogelijk om ook eigenschappen uit andere plantensoorten of zelfs uit andere organismen in de plant te introduceren. Deze technieken vinden in het laboratorium plaats en de veredeling vindt op moleculair niveau plaats. De planten worden vrijwel gereduceerd tot hun DNA (de bouwsteen van genetische informatie).
Voor mij wordt bij dit soort technieken de eigenwaarde van de plant niet gerespecteerd omdat er niet meer van de heelheid van de plant wordt uitgegaan. Natuurlijk is kruisen ook ingrijpen, maar daar stelt de plant zelf zijn grens. Stuifmeel van een vreemde soort wordt niet geaccepteerd. Wat daarnaast nog een rol speelt is dat de planten in staat moeten zijn hun natuurlijke voortplantingscyclus te blijven voltooien.
Marjolein Tiemens-Hulscher