Gisteravond, aswoensdag, zijn we met het hele gezin ‘een askruisje gaan halen’. “Mens gedenk dat je stof bent en tot stof zult wederkeren.” Als kind vond ik dit maar vreemde woorden. Hoezo stof? Ik ben immers een mens van vlees en bloed, ik adem, ik leef! Nu vind ik het mooie woorden en doen ze me beseffen dat we lichamelijk, stoffelijk, fysiek met de Aarde verbonden zijn. Datzelfde lezen we in Genesis 2, 7: Toen boetseerde de Heer God de mens, uit stof dat Hij van de aarde nam, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen. God noemde hem Adam. In het Hebreeuws komen de woorden voor mens = adam en grond = adamah van de zelfde stam adam dat rood betekent. Adamah is de rode aarde van Palestina en adam, de mens, die rood kleurt door zijn bloed. Zo zijn de mens en aarde in oorsprong en einde, in naam en toenaam, met elkaar verbonden. Mij maakt dit aan de ene kant nederig. We zijn slechts stof en moeten ons niet teveel verbeelden. Aan de andere kant versterkt het het gevoel van thuishoren op de Aarde.
Met aswoensdag is de vastentijd begonnen. Vasten is, je iets ontzeggen, je onthechten van de aardse dingen, je onthaasten, om vrij te worden van de tirannie van eigen behoeften die het zicht op God belemmeren, zoals Jean Jacques Suurmond van de week zo mooi schreef in zijn colomn in Trouw. Laten we in deze tijd dan iets kiezen wat ook goed is voor de Aarde. Vasten in een modern jasje zoals carbonvasten. Hoe? Door bijvoorbeeld de auto te laten staan en meer te gaan fietsen. Fietsen met aandacht voor de omgeving. Of je nu de boodschappen haalt of voor je plezier een rondje fietst. Met aandacht leven is al gebed, zegt de Franse filosofe Simone Weil. Aandacht verlegt onze blik namelijk naar iets of iemand buiten onszelf, waardoor we open worden voor het bestaan van God. Fietsen met aandacht en genieten van wat je ziet, voelt, hoort en ruikt is gebed. Fietsen is dus niet alleen carbonvasten het is ook je openstellen voor de stem van God.
Mooie en zinvolle tekst, Marjolein. De stof die wij zijn geldt niet alleen ons mens-zijn, maar ook onze hele aarde, waarvoor wij moeten zorgen in opdracht van de Schepper. Het gaat over de eindigheid die eigenschappelijk is aan allen materie. Maar die eindigheid mogen wij niet versnellen, de schepping stuk maken door onze eigen stof-zijn daarop te projecteren, … alsof we niet verantwoordelijk zouden voor onze ‘biotoop’. Carbonvasten moet eigenlijk altijd, maar de 40-dagentijd is wel een jaarlijks terugkerende herinnering van onze opdracht met de schepping goed om te gaan en daarmee de Schepper te eren.
F.