In de aanloop naar het nieuwe project Oeganda van de Vastenactie schrijf ik een serie met het thema water. (Gebrek aan) water speelt een cruciale rol in het dagelijks leven van de gemeenschap in Oeganda die de actie zal gaan steunen. Dit is de tweede aflevering in deze serie.
Levend water
Jezus verliet Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest hij door Samaria heen. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’
Dit verhaal uit Johannes 4 is een bijzonder verhaal. Er gebeurt van alles dat ‘niet past’ in het gewone leven, de dagelijkse gang van zaken in die tijd. Een vrouw, een Samaritaanse vrouw wordt aangesproken door een Joodse man. Hij, Jezus, begint zelfs een gesprek met haar. Ondenkbaar in die tijd. Dan zegt Jezus dat Hij levend water geeft, zodat je geen dorst meer zult hebben. De vrouw begrijpt wat Hij bedoelt en vraagt om dit water. Ook dit vindt ik al bijzonder.
Fysiek water
Maar in deze tweede aflevering over de serie water, gaat het mij toch om het fysieke water. De vrouw moet een eind lopen van huis naar de put om water te halen. Het water in de put is haar levensbron en die van de hele stad. En het is niet zomaar een put, maar een put gegeven door hun voorvader Jakob. Generatie op generatie put uit deze bron. De bewoners in de stad zijn afhankelijk van deze bron.
In ontwikkelingslanden is het voor veel vrouwen het halen van water in kruiken bij de put nog steeds een dagelijkse bezigheid. Soms moeten ze er kilometers voor lopen. Dat maakt natuurlijk wel dat ze zuinig omspringen met het water.
Hoe anders is dat bij ons. Wij draaien de kraan open, gewoon thuis, en het stroomt in overvloed. We denken er vaak niet bij na, hoeveel water we gebruiken en waarvoor allemaal. Toch zouden we dat wat vaker moeten doen, want water wordt schaars. Zoet, drinkbaar water bedoel ik dan. Het is haast niet voor te stellen omdat er zoveel water is op de Aarde. Maar hiervan is slechts 1% bruikbaar als drinkwater of water voor de landbouw. Het meeste water is zout oceaanwater of ijs.
Onzichtbaar water
De Nederlander gebruikt gemiddeld 2300 m3 per jaar (WNF-2010-WatervoetafdrukNederland). Nu denkt u misschien, wij niet. Onze watermeter geeft toch heel wat minder aan. Maar wist u dat het directe watergebruik thuis, uit de kraan, slechts 2% vormt van ons werkelijke watergebruik? Het meeste water is voor ons onzichtbaar water. Water dat wordt gebruikt in de industrie en landbouw. Nederland importeert veel onzichtbaar water (ook wel indirect water genoemd) uit het buitenland. Ook uit landen waar water schaars is. Bij de agrarische producten komt maar liefst 97% van het water uit het buitenland. Dan moet je denken aan import van koffie, thee, veevoer, katoen, plantaardige olie, fruit, noten, wijn enzovoort.
Wees wijs met water
Toen ik op de lagere school zat hadden we een kleurwedstrijd met als thema ‘Wees wijs met water’. We leerden dat je de kraan niet moet laten stromen tijdens het tandenpoetsen en beter kunt douchen in plaats van in bad gaan. Nu weten we dat ‘Wees wijs met water’ veel verder strekt dan alleen het gebruik van het directe water. Wat we eten bijvoorbeeld, heeft veel meer invloed op het watergebruik. Wist u dat er 15.500 liter water nodig is voor 1 kilo rundvlees en 3900 liter water voor een kilo kip, 1300 liter voor een kilo tarwe en 3400 liter voor een kilo rijst. Door ons menu te veranderen, door bijvoorbeeld minder vlees te eten, besparen we veel meer water dan als we korter douchen. Daarmee wil ik natuurlijk niet wil zeggen dat dit een vrijbrief is om lekker lang onder de douche te staan.
De verwachting is dat ‘bruikbaar’ water, onder andere door klimaatverandering, steeds schaarser zal worden. Alleen al uit solidariteit met al die mensen, vaak vrouwen en kinderen, die eindeloos moeten lopen voor hun drinkwater, zouden wij hier ons voedingspatroon en leefstijl kunnen veranderen, zodat we niet alleen minder direct water gebruiken maar ook minder water importeren via ons voedsel en kleding. Het gaat gewoon om eerlijk delen.
Voor veel in ons leven is veel water nodig; ’t is niet anders. De vraag is misschien eerder of het water dat voor de productie van wat dan ook nodig was, wordt gerecycled, gezuiverd voor hergebruik. Zo las ik ooit dat voor het maken van (bv.) één colablikje 90 liter water (– dus voor een pakje van 6 blikjes een halve kubieke meter –) onbruikbaar wordt, maar door het bedrijf zelf wordt gezuiverd voor hergebruik. Zo hoort dat natuurlijk ook. De kwestie is wel wat die waterzuivering aan energie kost. Zuinig zijn met water is daarom de boodschap en water alleen gebruiken voor wat onvermijdelijk is. Dat laatste is natuurlijk de allergrootste kwestie, bv. liever geen blikjes, geen of minder vlees …
F.