Voedselgewassen als tarwe, gerst, ui, prei, druiven en nog vele anderen zijn niet meer uit ons dagelijks voedsel weg te denken. Velen hiervan worden in de Bijbel genoemd. Jezus gebruikt gewassen of planten in zijn parabels ook vaak als symbool. Kortom, planten in de Bijbel wordt een nieuwe serie van mijn blog.
Appel van Eva?
Laat ik bij het begin beginnen, dacht ik, bij de appel van Eva. De eerste vrucht die met naam in Genesis genoemd wordt. Mooi niet dus. Het gaat helemaal niet om een appel. In de Willibrord vertaling gaat het om een boom die midden in de tuin staat. Er is een slang die Eva vertelt dat ze door het eten van een vrucht van die boom gelijk zal worden aan God, door de kennis van goed en kwaad. De Groot Nieuws Bijbel spreekt van heerlijke vruchten die er aanlokkelijk en veelbelovend uit zien.
We weten hoe het verhaal verder gaat. Eva laat zich door de slang verleiden en plukt twee vruchten. Eentje geeft ze aan Adam en beiden eten er van, terwijl God ze het verboden had om juist van deze boom de vruchten te eten. Deze ongehoorzaamheid kennen we als de zondeval. Maar nergens staat dus dat het om een appel gaat. Hoe komt het dan dat op zoveel schilderijen die de zondeval uitbeelden Eva in een sappige appel bijt?
Misschien dat de Latijnse naam Malus domesticus of ook wel Malus pumila hier iets mee te maken heeft. Malus in het Latijn heeft een reeks van betekenissen zoals slecht, gemeen, onbetrouwbaar, oneerlijk, maar ook fout, kwaad, schade enzovoort. Ik kan me zo voorstellen dat in de Latijnse Bijbeltekst het woord malus of malum voor is gekomen in de betekenis van zonde. Dan is de associatie met de appel snel gelegd. (Pas op! Dit is slechts een gedachtespinsel).
We moeten echter wel bedenken dat Eva nooit in zo’n sappige appel gebeten kan hebben als wij nu kennen, hoewel het oorsprongsgebied van de appel het Nabij Oosten is. Wij eten veredelde rassen, die geselecteerd zijn op grootte, sappigheid, zoetheid, kleur en smaak. De Chinezen begonnen hier waarschijnlijk mee. En de Oude Grieken en Romeinen kenden al een uitgebreide appelteelt.
De vruchten van de wilde appel (Malus sylvestris) die sporadisch nog in Nederland voorkomt op onder andere de Veluwe of in houtwallen van beekdalen zijn maar klein, wrang en zuur. Op de Waddeneilanden (maar ook elders) vindt je langs de fietspaden nog wel eens een appelboom/struik die wat weg heeft van een wilde appelboom. Deze zijn waarschijnlijk ontstaan uit de pitten van weggegooide klokhuizen. De appels aan deze bomen zien er echter niet zo aanlokkelijk uit als de vruchten die Eva zag hangen. Wat voor vruchten dat dan wel geweest zijn, blijft een raadsel.
Tot slot een schoolherinnering van het lied waarin Adam tevreden leefde in het paradijs, totdat Eva de boom met appelen zag. “Ze nam er een terwijl ze zei: “An apple a day, keeps the doctor away.” “En door het eten van die ‘appel’, werken wij ons nu ten sappel. ’t Is daarom dat ik beweer, snoep verstandig eet een peer”.
Pingback: Bijbelse planten – Groen geloven - Kerk en Milieu | Kerk en Milieu
Pingback: De eerste levende wezens en de mens in het Scheppingsverhaal – Jeshua-ists
Pingback: De Schepper achter eerste levende wezens – Jeshua-ists