Is het rentmeesterschap nog toereikend? (3)

Is goed rentmeesterschap toereikend om te komen tot een herstel van de Aarde, tot het helen van de schepping? Ik zelf denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem. Het derde deel in de serie betreft de rentmeester.

De rentmeester ziet God (christelijke variant) of de mensheid (wereldlijke variant) als ‘eigenaar’ van de natuur. Hij is dan ook verantwoording verschuldigd over het beheer dat hij voert over het aan hem toevertrouwde ‘goed’ aan God of de gehele mensheid (de mensheid als geheel, de vorige, huidige en toekomstige generaties). De rentmeester mag gebruik maken van de rente, maar niet van het kapitaal. De toekomstige generaties hebben immers ook recht op dezelfde rente. Het kapitaal is in dit geval de Aarde met al haar biodiversiteit en de rente wat ze jaarlijks genereert aan bijvoorbeeld plantaardige en dierlijke productie. De natuur vormt de randvoorwaarde voor de economische activiteiten van de mens. De natuur mag gebruikt worden maar niet zodanig geschaad dat toekomstige generaties er geen profijt meer van kunnen hebben. In die zin draagt de rentmeester zorg voor de natuur.

rondeel_bosrand

In een rondeel gaan efficiëntie voor de boer en het welzijn van de kippen samen.

De rentmeesterlandbouw is dan ook een bewarende en verzorgende landbouw, die het voorzorgprincipe hanteert. Er is sprake van een zekere volgorde van belangen. De menselijke belangen (denk aan gezondheid) gaan boven de vitale belangen van dieren en planten, maar deze gaan op hun beurt boven louter economische belangen. De geïntegreerde landbouw (een vorm van gangbare landbouw die veel aspecten van de biologische landbouw heeft overgenomen) is een vorm van rentmeesterlandbouw. Er is aandacht voor het behoud van bodemvruchtbaarheid en dierenwelzijn. Voor de rentmeester is de integriteit van de schepping of van de natuur zoals die is geworden door de evolutie, een groot goed.

Bij een rentmeester landbouw past mechanische onkruidbeheersing beter dan chemische bestrijdingsmiddelen.

Bij een rentmeester landbouw past mechanische onkruidbeheersing beter dan chemische bestrijdingsmiddelen.

Hij zal dan ook terughoudender zijn met het inzetten van bijvoorbeeld gentech-rassen dan de verlicht heerser. Met name als er een risico van zogenaamde uitkruising bestaat (dat via (ongewenst) stuifmeeloverdracht andere gewassen of onkruiden ook de gentech-eigenschap verkrijgen). Bij herbicide resistente gen-techgewassen is dit risico niet uit te sluiten. Er bestaat altijd een kans dat door stuifmeeloverdracht door wind of insecten wilde verwanten of onkruiden ook resistent worden tegen dit herbicide (gif om onkruiden te doden). Dat is niet alleen lastig voor de onkruidbestrijding. Het wordt door de rentmeester ook gezien als aantasting van de heelheid van de schepping met als gevaar dat de natuur uit balans raakt. Onkruiden, ziekten en plagen worden in zekere mate toegelaten in het systeem. Pas als ze boven een schadedrempel uitkomen (dat wil zeggen dat het cultuurgewas er daadwerkelijk schade van ondervindt) wordt er ingegrepen. Biologische of mechanische bestrijding genieten hierbij de voorkeur, maar het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet uitgesloten.

Als we als mensheid als goede rentmeesters zouden leven dan gebruiken we dus niet meer dan de Aarde kan bieden. Onze ecologische voetafdruk laat echter zien dat we als mensheid leven alsof we 1,5 Aarde tot onze beschikking hebben (De gemiddelde voetafdruk van de wereldburger is 2,7 ha, terwijl er 1,8 ha per persoon beschikbaar is). Blijkbaar is de mensheid niet in staat om als een goed rentmeester te leven. Dit komt denk ik enerzijds doordat we in de praktijk niet als een goed rentmeester leven, en dus meer nemen dan waar we recht op hebben. Maar aan de andere kant komt het ook omdat, net als bij de despoot en de verlicht heerser, de mens nog steeds boven de natuur wordt gesteld.

aantasten aarde

zijn we als mensheid toch de Aarde aan het opeten.

aarde in handen 2

De rentmeester wil de Aarde op handen dragen dragen, maar ongemerkt

 

 

 

 

 

 

 

 

Het nut voor de mens is het uitgangspunt en de natuur vormt daarbij slechts een randvoorwaarde. Dit is in mijn ogen een valkuil. De rentmeester wil schade aan de natuur voorkomen, met het oog op de volgende generaties. Maar hij kijkt niet naar wat goed is voor de natuur zelf. Schade voorkomen en kijken wat goed is, zijn nog twee heel verschillende dingen. Het gevaar van de kaasschaafmethode ligt hier op de loer. Wanneer is er sprake van schade? Dat is vaak een glijdende schaal. Ik denk bijvoorbeeld aan het Groene Hart. De overheid heeft lang geleden al besloten dat dit groen moet blijven. Maar je ziet dat er toch steeds aan de randen aan wordt geknabbeld. ‘Ach een klein stukje eraf ten bate van een uitbreiding van dorp, stad of industrieterrein kan toch geen kwaad?’ Mijn conclusie is dan ook dat het rentmeesterschap te kort schiet als het gaat om het behouden, behoeden en helen van de hele schepping.

Ook de Raad van Kerken komt tot dit inzicht. In 2009 schreef de Raad van Kerken in een verklaring: ‘Wij hebben lang geleefd met een idee van de beheersbaarheid van het leven, waardoor de mens, ook in relatie tot de natuur, zich soms onkwetsbaar achtte, of dat door de vooruitgang van wetenschap en techniek dacht te kunnen worden. De actualiteit van de klimaatverandering heeft dat beeld wreed verstoord. De mens en zijn natuurlijke leefomgeving van dieren en planten zijn in een web van leven en kwetsbaarheid met elkaar verbonden en op elkaar aangewezen.”

Uitgaande van het beeld van in een web met elkaar verbonden zijn past in feite geen grondhouding waarin de mens boven de natuur staat. Een grondhouding waarbij de mens en natuur naast elkaar staan, op basis van gelijkwaardigheid, of samen één zijn, is hier meer op zijn plaats, zoals respectievelijk bij de partner of de participant.

Vorige afleveringen van de serie:

Deel 1, de despoot

Deel 2, de verlicht heerser

 

Is rentmeesterschap nog toereikend? (2)

Is goed rentmeesterschap toereikend om te komen tot een herstel van de Aarde, tot het helen van de schepping? Ik zelf denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem. Het tweede deel in de serie betreft de verlicht heerser.

Verlicht heerser

De verlicht heerser denkt, in tegenstelling tot de despoot, na over de consequenties van zijn handelen. Dit is op zich al een verbetering. Maar de verlicht heerser doet dit wel uit welbegrepen eigen belang (kom ik zo op terug). Want ook hij beschouwt de natuur nog volledig instrumenteel. De natuur heeft geen eigen waarde en is er om in de behoeften van de mens te voorzien. De mens staat nog steeds boven de natuur en streeft naar maximaal nut en profijt. Dit doet hij door de natuur te verbeteren en om te zetten in cultuur. Hierbij kan hij wel, vanuit eigen morele keuze, grenzen stellen in de mate waarin hij ingrijpt. Dit doet hij met het oog op de volgende generatie binnen de eigen kring. Op het boerenbedrijf bijvoorbeeld als het gaat om de opvolging van vader op zoon. Door die binding met de toekomst is de verlicht heerser geneigd een zekere zorg te hanteren in zijn omgang met de natuur.

kip in scharrelstal 2

In de scharrelschuur zitten de kippen weliswaar niet meer in een kooi, maar ze hebben nog steeds weinig ruimte en krijgen het daglicht nooit te zien. Het systeem is volledig gericht op efficiëntie.

De ‘heerserlandbouw’ is de meest gangbare vorm van de huidige westerse, industriële landbouw. Ook deze vorm van landbouw, die erg gericht is op efficiëntie, kenmerkt zich door toepassing van grote percelen met één gewas (monoculturen), weinig gewassen per bedrijf, een hoge mate van specialisatie, hoogwaardige technologie, veel fysische, chemische en biotechnologische inputs, om zo hoog mogelijke opbrengsten te genereren. Net als bij de ‘despootlandbouw’ horen onkruiden, ziekten en plagen niet thuis in het systeem. Ze gaan ten koste van de opbrengst en kwaliteit van het cultuurgewas en moeten dus bestreden worden. Meestal gebeurt dit met chemische middelen om onkruid te verdelgen. Ook gentech-rassen die resistent zijn gemaakt tegen herbiciden, ziekten en plagen passen in dit systeem. Dat we in Nederland nog maar weinig gentech-rassen op de akkers hebben staan is volledig te danken aan de weerstand van de consument. De koeien krijgen echter wel krachtvoer waar gentech soja in verwerkt is.

schaalvergroting-150x150

Enorme akkers met maar één gewas (monocultuur) zijn de basis van de industriële landbouw.

Deze vorm van industriële landbouw leidt op lange duur tot uitputting van de bodem, vervuiling van het oppervlakte water. Bovendien verbruikt ze heel veel zoet water en is de uitstoot van broeikasgassen groot. Door het grote middelengebruik is deze vorm van landbouw ook een grote bedreiging voor de biodiversiteit. Vele, ook nuttige insecten, leggen het loodje.

Ten opzichte van de despoot, houdt de verlicht heerser al meer rekening met de gevolgen van het bedrijfsmanagement. Maar dit is wel vanuit eigen belang en gericht op de continuïteit van het eigen bedrijf. Er moet nog genoeg van een voldoende kwaliteit over zijn voor de eerst volgende generatie binnen de ‘eigen familiekring’. Voldoende kwaliteit voor de lange termijn en buiten de familiekring ligt bij de verlicht heerser nog buiten het handelingsperspectief. De natuur heeft geen eigen waarde en wordt beschouwd als persoonlijk bezit. Bij de rentmeester ligt dit anders.

De eerste aflevering ging over de despoot en is verschenen op 2 oktober.

Is rentmeesterschap nog toereikend? (1)

Als ik mensen vertel dat voor mij geloof en duurzaamheid innig met elkaar verbonden zijn, dat ik eigenlijk niet weet waar het een begint en het ander ophoudt, dat ze in wezen hetzelfde zijn, kijken mensen mij in eerste instantie vaak bevreemd aan. Na een beetje uitleg over hoe ik vanuit de christelijke waarden bij de keuzes die ik dagelijks maak, rekening houdt met natuur en milieu en andere mensen gaat er een licht op. ‘O, je bedoelt goed rentmeesterschap’. ‘Ja’, zeg ik dan, ‘met rentmeesterschap ben je al een heel eind op de goede weg. Maar ik heb ook mijn twijfels of het rentmeesterschap in deze tijd nog wel toereikend is om de Aarde te behoeden. Ik denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem.

Grondhouding

grondhouding voetafdrukEen grondhouding beschrijft de relatie tussen de mens en de natuur. Aan de grondhouding liggen culturele waarden ten grondslag en daarmee bepaalt de grondhouding hoe de mens omgaat met natuur en milieu. De milieufilosofen Wim Zweers en Wouter Achterberg onderscheiden zes grondhoudingen; de mens als despoot of heerser, verlicht heerser, als rentmeester, als partner van de natuur, als participant van de natuur en als (natuur)mysticus. Je zou deze grondhoudingen op een schaal kunnen zetten van: de mens tegenover de natuur met daarin de mens centraal (antropocentrisme) tot de mens is één met de natuur (ecocentrisme). Er is hierbij sprake van een glijdende schaal. De beschrijvingen zijn ideaaltypisch. Je kunt als individu echter nooit éénduidig zijn in hgrondhouding positie menseel je denken, doen en laten. Ieder mens zal altijd een mengvorm van verschillende grondhoudingen hebben op diverse vlakken van ons bewustzijn en ons handelen. Daarom moeten de beschrijvingen flexibel gebruikt worden om concrete mensen, bedrijven, politieke en geloofsstromingen, etcetera te typeren.

Despoot/Heerser

De eerst grondhouding is die van de despoot of heerser. Deze kenmerkt zich door de overtuiging dat de mens ver boven de natuur staat en de natuur alleen bestaat voor de mens. Alles draait om het nut voor de mens, het enige wezen op Aarde dat waarde heeft op zichzelf. De natuur is louter een leverancier van grondstoffen, energie en voedsel. De mens ziet de natuur als onberekenbaar (stormvloeden, aardbevingen, orkaanstormen) en deze moet daarom overheerst en overwonnen worden.

De despoot wordt niet belemmerd door morele waarden met betrekking tot kwetsbaarheid van de Aarde, de planten en de dieren of het leven van toekomstige generaties.

Deze despotische houding kwam tot volle wasdom met de opkomst van het moderne westerse wereldbeeld in de zeventiende eeuw. Het onwankelbare geloof in de maakbaarheid van het leven en onze omgeving, is typerend voor dit wereldbeeld. Alsmede het vertrouwen in de onbeperkte mogelijkheden van wetenschap en technologie. De mens waande zichzelf onkwetsbaar. Deze optimistische kijk op de wereld vormt de basis van de nog altijd dominante ideologie van economisch-technische ontwikkeling, groei en vooruitgang.

sojaplantage

Grootschalige soja teelt waarvoor enorme oppervlaktes oerwoud gekapt worden is voor mij een vorm van niets ontziende landbouw vanuit een despotische houding.

In de landbouw zie je dit terug in de toepassing van veel hoogstaande techniek en allerlei input als chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetisch gemanipuleerde rassen (hierna gentech-rassen genoemd). Onkruiden, ziektes en plagen zijn ongewenst, zij horen niet in het systeem en moeten daarom bestreden worden. De gifspuit is de meest geëigende manier. In dit landbouwsysteem is de toepassing van gentech-rassen een vanzelfsprekendheid. Deze vorm van landbouw houdt geen rekening met het behoud van bodemvruchtbaarheid, dierwelzijn of volgende generaties. Uiteindelijk leidt dit tot roofbouw en uitputting van de bodem. De legbatterijen en kistkalveren zijn voorbeelden van despootlandbouw, evenals het vetmesten van de plofkip.

legbatterij 1

In de legbatterij (niet meer toegestaan in Nederland) hebben kippen minder ruimte dan een A4tje. Ze kunnen hun vleugels niet strekken, ze krijgen geen daglicht en verse lucht. Ze komen gedurende hun korte leven niet buiten.

Het mag duidelijk zijn dat de grondhouding van de despoot niet te rijmen valt met de waarden, zoals respect voor leven, die aan (groen) geloven ten grondslag liggen.

Meat the truth and climeat change

Gisterochtend (14 mei 2014) viel mijn blik op een artikel in Trouw met de kop “Verzin een speeltje voor verveelde varkens”. Een varkenshouder daagt schoolkinderen uit om robuust speelgoed te ontwerpen dat het agressieve gedrag van de biggen in zijn stal moet verminderen. Ik vroeg mijn dochter (13 jaar): “Wat zou jij doen?” Haar antwoord was kort maar krachtig: “Naar buiten met die biggen.” Toen mijn zoon (11 jaar) even later voor het ontbijt beneden kwam en het artikel zag vroeg ik hem: “Wat denk jij, wanneer worden die biggen blij?” Spontaan zei hij: “In de wei.” De kinderen raken hier de kern van het probleem, namelijk dat door de industrialisering van de veehouderij de dieren veel te dicht op elkaar zitten en vaak niet meer buiten komen. De dieren kunnen daardoor hun soorteigen gedrag niet meer vertonen. Dit leidt tot agressie, zoals het elkaar in de oren en staart bijten. Daarom worden de staarten bij varkens vaak afgeknipt (couperen met een deftig woord). Gelukkig zijn er plannen om dit vanaf 2018 in Nederland te verbieden.

Als biggetjes zo op elkaar zitten en niet kunnen rennen en wroeten gaan ze agressief gedrag vertonen.

Als biggetjes zo op elkaar zitten en niet kunnen rennen en wroeten gaan ze agressief gedrag vertonen.

Hoe vaak zie je nog de varkens met hun biggetjes buiten lopen?

Hoe vaak zie je nog de varkens met hun biggetjes buiten lopen?

 

 

 

 

 

 

Het speelgoed moet de biggen uitdagen om lekker te wroeten, te snuffelen en samen te spelen, om zo de agressiviteit van de varkentjes in te dammen. Maar gaat het hier eigenlijk niet slechts om symptoombestrijding? Het echte probleem, de overvolle manier van huisvesting van de dieren, wordt hiermee niet aangepakt. En nu kunnen we wel met het vingertje wijzen naar de varkenshouderij en zeggen dat ze het niet goed (genoeg) doen. Maar in feite zijn wij zelf, de consument, de oorzaak van het probleem. Het gros van de consument verlangt veel vlees voor weinig geld en daar hangt een prijskaartje aan van dierenleed, milieuvervuiling, kap tropisch regenwoud, watertekorten, klimaatverandering, overgewicht, enzovoort. De enige echte oplossing moeten we zoeken bij ons zelf. De vork is ons grootste wapen. Laten we die minder vaak prikken in een stuk vlees. En als die dan eens in vlees prikt, laat het dan in (biologisch) lokaal geproduceerd vlees zijn.

De echte oplossing: minder vlees eten!

In 2007 zag de klimaatfilm ‘Meat the Truth’ het licht. Dat is me toen ontgaan. Maar onlangs kreeg ik via mijn website de tip deze film te bekijken. Dat heb ik nu gedaan. De film duurt een uur en een kwartier, maar ik heb hem in één adem uitgekeken. Het is een spraakmakende documentaire, gepresenteerd door Marianne Thieme, die een aanvulling vormt op eerder klimaatfilms. Meat the Truth laat zien dat wereldwijd de veehouderij meer broeikasgassen uitstoot dan alle auto’s, vrachtwagens, treinen, boten en vliegtuigen samen. Dit is een aspect van vlees dat nog vaak vergeten wordt. Naast het effect van climeat change komen ook alle andere aspecten die gerelateerd zijn aan vleesconsumptie aan bod. De film is een echte aanrader, waarbij je tot aan het einde toe op het puntje van je stoel blijft zitten.