De groene kerken bloeien en groeien

logo groene kerk 1Zaterdag 10 oktober ben ik naar alweer de vierde Groene kerkendag geweest. Ik was er niet alleen. Meer dan 150 mensen uit het hele land waren naar Houten gekomen voor ontmoeting en inspiratie. Uit de interactieve opening door dagvoorzitter Niels de Zwart bleek dat ongeveer de helft van de aanwezigen voor het eerst deelnam. Er ontstond daardoor een prachtige dynamiek tussen ‘de oude rotten in het vak’ en de ‘nieuwkomers’.

In de liturgische opening met Roland Putman en Otto Sondorp was ‘hoop’ het kernwoord.

“Vandaag is er een klein groen begin van hoop. Het mag ook klein beginnen.”

Met het vertrouwen dat het zal groeien net als het mosterdzaadje dat uitgroeide tot een grote struik, waar de vogels van de hemel in de takken kwamen nestelen.

De deelnemers konden volop inspiratie halen uit de verhalen van verschillende mensen die vertelden wat ze bij hun in de kerk doen, en dat ging verder dan zonnepanelen op het dak en het schenken van fair trade koffie. De Doopsgezinden in Aalsmeer gebruiken een aanstekelijke formule met in ieder jaargetijde een gezamenlijke activiteit: een groene viering in het voorjaar, een fietstocht langs ‘groene’ of juist ‘niet groene’ plekken in de zomer, logo-klimaatloop1een duurzame maaltijd en markt van streekproducten in het najaar en in de winter een gemeenschapsavond waarbij meestal een iemand wordt uitgenodigd die een interessant verhaal kan vertellen rondom geloof en duurzaamheid. De jongeren lopen mee met de climate miles van Urgenda. U kunt ook meelopen of kiezen voor de klimaatloop.

Het gevarieerde aanbod van de workshops maakte de keus wel moeilijk. Inspiratie en informatie, actie en bezinning, het kwam allemaal aan de orde in de vorm van een scheppingswandeling, een workshop over de Joodse spijswetten, over duurzaamheid in de islam, over de encycliek Laudato Si van paus Franciscus, of over de rol van geld, van de voorganger of van jongeren in de groene (wijk-)gemeente.

Het was een stralende dag en een hele dag binnen is ook maar binnen. De keuze voor de scheppingswandeling was dan ook snel gemaakt. Lisette van der Wel leidde ons tijdens de wandeling door het mysterie van het ontstaan van het heelal en de aarde met al het leven. In haar verhaal liet ze zien dat, om te overleven als de omstandigheden veranderden, er steeds meer samenwerking kwam. Eerst tussen elementen, daarna binnen cellen, tussen cellen, binnen organismen en tussen organismen. Dit ging gepaard met een toename van complexiteit, maar ook met een toename van zorg. De dino’s waren de eerste dieren met ouderlijke zorg voor hun jongen. Affectie, empathie en zorg, zijn kwaliteiten die langzamerhand zijn ontstaan en dus niet eigen zijn aan de mens. Maar ze zijn wel onmisbaar voor ons menselijke bestaan. De climax van deze kwaliteiten is misschien wel eigen aan de mens; liefde. Maar ook daar staan we niet alleen in want de allesomvattende liefde komt van God. En die liefde klinkt door het hele verhaal heen.

scheppingswandeling met Lisette van der Wel

In de workshop rondom Laudato Si hebben we het gebed voor de aarde gelezen met de methode van Lectio Divina. Bij deze methode wordt de tekst drie keer gelezen. Elke keer met een andere ‘opdracht’. Welke zin of welk woord raakt je? Wat is voor jou de boodschap? Wat ga je hiermee doen? In stilte hebben we deze vragen overdacht en uitgewisseld met elkaar. Ik had al eerder van deze methode gehoord, maar het nog nooit toegepast. Het was een verrijkende ervaring.

Een andere manier om in een korte tijd de kernboodschap van de encycliek ‘Laudato Si’ te horen is te kijken naar het filmpje dat onze Vlaamse buren maakten. Het is te vinden op www.nieuw.kerknet.be.

Het was een geweldige mooie en inspirerende dag. We somberen weleens over leeglopende kerken, kerkelijk bureaucratie, misstanden in de kerk en een tegenvallend overheidsbeleid op het gebied van duurzaamheid, maar hier in Houten kregen we een geweldige opkikker. Er kwamen dit jaar 23 nieuwe groene kerken bij. De beweging van de Groene Kerken bloeit en groeit! Bent u er volgend jaar ook bij?

Vakantiegevoel

Wat zou het toch heerlijk zijn als je na thuiskomst het vakantiegevoel nog een tijdje kunt vasthouden. In de krant las ik een artikel met een aantal tips erin. De meeste ben ik weer vergeten, maar ze inspireerden me wel om zelf een aantal te verzinnen en te doen. Ik had de luxe dat ik in de eerste week de dag rustig kon beginnen. De wekker ging wel om 7.00 uur maar ik hoefde er nog niet direct uit. Wat lezen in bed of met een kop thee op de bank. Zo begon de dag tijdens het kamperen ook vaak. Al was de bank dan een kampeerstoeltje. Dat eerste kopje thee in het zonnetje voor de tent terwijl de rest van het gezin nog in de slaapzak ligt, is de lekkerste van de hele dag.

Soms ging ik juist ’s ochtends vroeg hardlopen. Ik zag dat het veld niet ver van ons huis geel en wit was van het boerenwormkruid en duizendblad. Dat nodigde uit om een paar mooie veldboeketten te plukken. Dat we buiten konden eten hielp natuurlijk ook om het vakantiegevoel nog wat te rekken. Het zijn eigenlijk maar kleine dingen die maken dat je thuis nog kunt nagenieten. Een wandelingetje na het eten of juist aan het begin van de dag, een glaasje wijn met een boek aan het eind van de avond en de televisie nog een paar dagen uit laten.

DSCN1816

Het liefst had ik de krant ook nog genegeerd. Het was heerlijk om drie weken lang niks te weten van wat er in de wereld gebeurde. We lazen geen krant, zelfs niet de koppen van de krant in de supermarkt, we hoorden geen radio en zagen geen televisie. Maar weer thuis is dat toch wel een stuk moeilijker.

En dan last but not least, fietsen. Fietsen naar je werk. En als je dat altijd al doet, fiets dan eens een andere route en kijk met de ogen van een vakantieganger. Zo fiets ik vaak door Amelisweerd naar de lapjesmarkt in Utrecht voor stof voor de bijenwasdoeken. Voor de boerenbont moest ik deze keer naar Veenendaal. Een mooie route op de grens van de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijngebied en dan bij Amerongen de berg over. De marktkoopman vond het zo geweldig dat ik was komen fietsen dat hij me 5 euro korting gaf om een kop koffie te gaan drinken. Het werd thee met een aardbeiengebakje op een terrasje. Vakantiegevoel op en top.

Geprezen zijt Gij

Ik heb er lang naar uit gekeken en nu is het alweer twee weken geleden dat de encycliek ‘Laudato Si’ van paus Franciscus is uitgekomen. In de rondzendbrief roept de paus alle mensen van goede wil op om zich in te zetten voor een rechtvaardige en duurzame wereld, ons gemeenschappelijke huis.

De titel ‘Laudato Si’ (Geprezen zijt Gij) vind ik knap gekozen. Ze verwijst naar het Zonnelied van Franciscus van Assisi (1182-1226), waarin God geprezen zij door de mensen en alle elementen van de schepping die hij broeders en zusters noemt (broeder zon en zuster maan). Met de titel van de encycliek wijst de paus de richting aan die hij ziet als oplossing voor de wereldwijde sociale- en ecologische crisis., namelijk het Evangelie van de schepping. De hele schepping is verbonden in een broeder- en zusterschap. Het is nodig dat wij leven vanuit het bewustzijn van die verbondenheid met alle schepselen en met de Schepper.

De paus noemt dit integrale ecologie. Hierin verbindt de paus de micro-ethiek, de sociale ethiek en het thema van duurzaamheid. Solidariteit en gerechtigheid, de pijlers van de sociale leer van de kerk, zijn hierin onmisbaar. Als kinderen van één Vader zijn we geroepen tot solidariteit, met de armen, met mensen in nood, maar ook met alle andere schepselen op Aarde en de Aarde zelf. Want allen zijn geschapen door Gods Woord en hebben in Zijn ogen een waarde in zichzelf.

laudato si

De paus houdt ons in zijn rondzendbrief een spiegel voor, om vooral naar ons eigen gedrag te kijken en waar nodig te veranderen. Franciscus stelt dat veel mensen een ecologische bekering nodig hebben om los te komen van de consumptieve levensstijl, die door onze wegwerpmaatschappij zo sterk gestimuleerd wordt. Het steeds maar verlangen naar meer, naar wat je niet hebt, maakt echter ongelukkig, zegt hij. Juist mensen die genieten van het kleine en de kunst verstaan te leven volgens het motto: ‘minder is meer’ leven intenser. ‘Soberheid’ is in deze zin de weg naar het vervulde leven.

“Geluk zit in de kleine dingen”

Hierbij moet ik denken aan een pak pannenkoekenmeel van de molen. Is het niet geweldig dat je je kind blij kunt maken met een fietstochtje naar de molen om daar meel voor de pannenkoeken te kopen en bij terugkomst samen pannenkoeken te bakken. Dat pak meel is dan niet meer zomaar een pak meel maar symbool voor een fijne middag met aandacht voor elkaar; ‘meer met minder’. Geluk zit in de kleine dingen.

Wat ik me steeds meer realiseer is dat ‘weten van’ niet genoeg is om gedrag te veranderen. Een duurzame levensstijl moet van binnenuit komen. Zonder innerlijke kracht is het vrijwel onbegonnen werk in deze wereld met zoveel verleidingen. Als christenen geloven we dat we dan mogen vertrouwen op Gods Geest. Hij wil en kan mensen vernieuwen. De Geest doorbreekt passiviteit en moedeloosheid en geeft ons vreugde en vrede.

Daarom wil ik eindigen met een gebed van paus Franciscus, waarin we God vragen om ons ontvankelijk te maken voor zijn Geest.

Heilige Geest,
maak dat mijn hart openstaat voor Gods Woord,
dat mijn hart openstaat voor het goede,
dat mijn hart alle dagen openstaat voor de schoonheid van God.

bijen-vlinders

Een geschenk uit/aan* de hemel

logo studiedag“Wat heeft God met duurzaamheid van doen?” Rondom die vraag kwamen mensen vanuit allerlei christelijke richtingen 12 juni bij elkaar in Ede. Veel mensen binnen de kerk zijn heel actief met duurzaamheid bezig. Maar er is grote behoefte aan theologische onderbouwing hiervan. Daar ontbreekt het in Nederland nog aan, zei dagvoorzitter Martiene Vonk. De dag was dan ook bedoeld om deze theologische discussie op gang te brengen. De studiedag werd georganiseerd door het netwerk theologie en duurzaamheid, waar ik zelf ook deel van uit maak.

In de ochtend kwamen vier sprekers aan het woord.

Symbolische waarde

Kerk-den-ham-300x194Het plaatsen van zonnepanelen op een kerkdag lost het energieprobleem natuurlijk niet op. Het heeft vooral een symbolische waarde. Bert Altena, predikant te Assen en omstreken, vertelde dat het project ‘zonnepanelen’ verbindend werkt zowel binnen de Gemeente als naar de ‘buitenwereld’. Verbinding is voor Bert Altena een belangrijk thema. Dat blijkt ook uit de bouwstenen die hij aandraagt voor een theologie van duurzaamheid. De eerste bouwsteen is gerechtigheid, vooral richting de mensen in de ontwikkelingslanden die het minst bijdragen aan vervuiling en uitputting, maar wel de meeste gevolgen ondervinden. Een tweede notie is de actuele scheppingstheologie. De derde bouwsteen is een eucharistische leefwijze, een leefwijze die zich meer door communie dan door consumptie laat leiden.

Bidden

bidden voor het etenDe maaltijd is één en al ritueel en bidden is daar een onderdeel van. Liturgiste Marian Geurtsen vertelde over het gemeenschappelijke in de gebeden rondom voedsel en de maaltijd binnen verschillende religies: de zegen en de dankzegging. Het gebed kan ons bewust maken van wat we eten en wanneer. Het laat ons zien dat voedsel een gave is van God en geen vanzelfsprekendheid. Even stilstaan bij wat je eet, waar het vandaan komt en wie en wat er allemaal nodig is geweest om het op je bord te krijgen helpt misschien wel bij het bewuster omgaan met voedsel. Je zou verwachten dat mensen dan toch minder snel voedsel weggooien. Marian Geurtsen vertelde verder dat uit onderzoek is gebleken dat bidden voor het voedsel steeds meer verschuift naar bidden (danken) voor het samen delen van de maaltijd. Ze verbond dit niet met dankbaarheid voor sociale duurzaamheid, maar dat zit er natuurlijk wel in.

Leven van genade

Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan de Universiteit van Tilburg, liet me eerst even steigeren. Hij zei dat als we, uit oogpunt van duurzaamheid, onze ecologische voetprint zo klein mogelijk maken dit zoiets is als een poging is om er voor te zorgen dat het lijkt alsof wij er nooit geweest zijn. Duurzaamheid die gebaseerd is op reductie van de ecologische voetafdruk heeft volgens hem weinig met geloof en theologie te maken. Ik ben het hier niet mee eens. We leven nu met zoveel mensen op deze Aarde dat het Bijbelse delen neerkomt op het verkleinen van je ecologische voetafdruk. Dat is niet net doen of we er niet geweest zijn. Ik hoop toch dat we belangrijkere dingen op Aarde nalaten dan alleen CO2. Maar daarna begon ik te begrijpen wat hij bedoelde.

mosterdzaadje boomHet koninkrijk van God lijkt onkruid. Maar het is dankzij dit onkruid dat er te wonen valt. Zo legt Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan de Universiteit van Tilburg de parabel van het mosterdzaadje uit. “Het wonder van Gods schepping is, dat wij er een thuis vinden, dat wij er deel van uitmaken en ons zo ingebed weten.” We moeten af van het idee dat de wereld maakbaar is en met die gedachte het klimaatprobleem zouden kunnen oplossen, stelt Borgman. Hij pleit er voor dat kerken God niet als instrument gebruiken om mensen tot duurzaam gedrag te bewegen, maar dat zij verlangen naar duurzaamheid beschouwen als uitdrukking van het verlangen naar God. Dan komt duurzaamheid niet meer voort uit zorgelijkheid om het voortbestaan van de wereld, maar uit de wonderbaarlijke verbondenheid voor alles met alles. Het betekent leven van genade en de herhaaldelijke vreugdevolle ontdekking dat dit mogelijk is. En als we zo leven gaat onze voetprint dus ‘vanzelf’ omlaag.

Een God van alles

permacultuurcubaHoe kun je theologie zo bedrijven dat je recht doet aan God, aan de gelijkheid van mensen en aan de hele Aarde? Dat is de vraag die theologe Trees van Montfoort zichzelf stelt. Ze komt uit op een ecologische theologie waarin God een God van alles is en niet alleen van mensen, allen, zoals zo vaak gezegd wordt. Om hier recht aan te doen is er een perspectiefverandering nodig, zegt ze. Van Monfoort vindt hiervoor aanzetten in de ecofeministische theologie zoals: naastenliefde voor de hele schepping, de schepping als de gave van Gods eigen leven aan ons en ascese, vrijwillige zelfbeperking, als oefening in liefhebben zonder bezitsdrang. Ik weet nu door studie dat dit in de hedendaagse theologie nog best nieuwe inzichten zijn. Ik verbaas me daar elke keer weer over. Ik weet niet beter dan dat God een God voor alles, voor/van de hele schepping is. Dat zal deels door mijn opvoeding door twee biologen komen of misschien door mijn naïviteit.

Nog meer vragen

De verhalen en ook de workshops van de middag brachten een levendige discussie op gang. Hierin klonken ideeën en opvattingen vanuit allerlei invalshoeken; van kosmisch evolutionair tot christelijk belijdend, van diep theologisch tot meer praktisch. Dit schetste ook de verschillende soorten betrokkenheid bij het thema van de deelnemers. Zoals het de bedoeling was van de dag gingen we met meer vragen naar huis dan we gekomen waren. Hoe ver reikt onze verantwoordelijkheid in de relatie tot God? Wat is de verhouding tussen Gods hand en onze handen, die ook de handen van God zijn. Welke hand doet wat en hoeveel? Genoeg om mee aan de slag te gaan zou ik zeggen.

Stropdasje

stropdasjeWij hebben een eigen merel. Hij komt al een paar jaar bij ons in de tuin. Het is een deftige merel, want hij draagt een witte stropdas. Daar herkennen we hem dan ook aan. Wij hebben hem Stropdasje genoemd. Als we aan het ontbijt zitten, klinkt (klonk) er regelmatig: “Kijk, daar is Stropdasje.” Dan zat hij op de schutting of de schuur en keek of de kust veilig was (we hebben een poes) om in de tuin te komen scharrelen.

Maar de laatste tijd waren we ook ongerust. Sinds ik meedoe met de tuintelling wil ik Stropdasje fotograferen. Dat lukte al vrij snel, maar ik wilde een foto van dichterbij. En vanaf toen zagen we Stropdasje niet meer. Wel twee andere merelparen die elkaar regelmatig in de veren zitten, maar geen Stropdasje. We misten hem echt en werden zelfs een beetje verdrietig bij het idee dat Stropdasje er niet meer zou zijn. Het doet je toch iets. Een dier met een naam lijkt ons nader te staan, dan zomaar een dier.

DSCN1274Ik vind het dan ook zo mooi dat in het boek ‘Otje’ van Annie M.G. Schmidt, Kwark de kraai op een gegeven moment vraagt hoe de muizen ook al weer heten, want muizen met een naam die eet je niet zomaar op.

Gelukkig is Stropdasje er nog. Van de week zagen we hem tot onze vreugde weer. Waarschijnlijk is hij uit zijn territorium verdreven door de twee andere merel mannen en heeft hij nu met zijn vrouwtje een nest wat verderop. Als de andere twee merels even niet in de buurt zijn, komt hij bij ons nog van de broodkruimels snoepen. Ik hoop dat we nog lang van Stropdasje mogen genieten.