Hij is al lang weer terug in Rome, maar toch wilde ik nog even terugblikken naar het bezoek van paus Franciscus in Amerika. Hij sprak niet alleen in een bijeenkomst van de VN (wat vorige pausen ook deden), maar ook bij het Congres. Nog nooit sprak een religieus leider het Congres toe. Hier werd dus geschiedenis geschreven. Natuurlijk was niet iedereen gecharmeerd van het feit dat de paus zich op het politieke en economische speelveld laat gelden. Maar de kracht van deze paus is nu net dat hij economie en ecologie met elkaar in verband brengt. De aftakeling van het milieu, de economische ongelijkheid en het menselijk en maatschappelijke verval kunnen niet los van elkaar worden gezien.
De paus gebruikt de katholieke sociale leer van de kerk om die verbinding duidelijk te maken. Wat de paus doet is dat hij de katholieke leer over armoede, mededogen en barmhartigheid rechtstreeks toepast op het economisch beleid dat armoede veroorzaakt. Directe armoede door uitbuiting en misbruik van mensen. Maar ook indirecte armoede door de gevolgen van het overmatig gebruik van fossiele brandstoffen, uitputting van levensbronnen, het verlies van biodiversiteit en vervuiling van de leefomgeving. De paus schroomt niet om ons er telkens weer op te wijzen dat het de meest kwetsbaren zijn die het meest van al getroffen worden door de ongelijkheid en de gevolgen van de klimaatverandering.
Je zou zo denken dat dit verhaal zo langzamerhand een open deur moet zijn. Maar blijkbaar staat de deur voor veel mensen nog maar op een klein kiertje. We weten het misschien allemaal wel, maar om die wetenschap om te zetten in daden, daar ontbreekt het ons, de mensheid, nog aan. We vertonen vluchtgedrag om maar niet onze levensstijl te hoeven te veranderen. We willen in onze comfortzone blijven. Maar de paus schopt zo nu en dan eens flink tegen die deur om ons uit die comfortzone te halen en ons te wijzen op onze christelijk moraliteit. Als de paus spreekt over ongelijkheid, armoede, milieu, oorlog en economie geeft hij ons een morele leidraad.
Die morele leidraad ontleent hij niet alleen aan de sociale leer van de kerk, maar ook aan de levensinstelling van Franciscus van Assisi. Voor Franciscus was ieder schepsel een broeder of een zuster, met hem verbonden door banden van genegenheid. Daarom voelde hij zich geroepen zorg te dragen voor alles wat bestaat. Paus Franciscus schrijft in zijn encycliek Laudato Si: “Als wij zonder deze openheid voor de verbazing en de verwondering de natuur en het milieu benaderen, als wij niet meer de taal spreken van broederschap en schoonheid in onze relatie met de wereld, zullen onze gedragingen díe zijn van een overheerser, van een consument of van een pure uitbuiter van de natuurlijke bronnen, die niet in staat is paal en perk te stellen aan zijn directe belangen. Omgekeerd zullen soberheid en zorg spontaan ontstaan, als wij ons innerlijk verbonden voelen met alles wat bestaat.”
Daar ligt dus onze opdracht: Ons innerlijk verbonden voelen met alles wat bestaat.
“Daar ligt dus onze opdracht: Ons innerlijk verbonden voelen met alles wat bestaat.” Da’s mooi maar over gevoel hebben we helaas geen macht. Daarom zou ik eerder stellen: “… innerlijk en uiterlijk kiezen voor verbondenheid met al wat bestaat.”
Weet je, als het goed voelt, is dat mooi meegenomen, maar gevoel is per saldo geen criterium voor de aanvaardbaarheid van enig advies. ’t Is net als in een huwelijk: kiezen voor de ander, ook als de affiniteit ‘ns wat minder is. Zo ook denk ik dat principieel kiezen voor een goede en gezonde ecologie een sterke positie is, ook en vooral als je het ‘even’ niet ziet zitten. Kiezen-voor is dan gebaseerd op inzicht en overtuiging.
Ben het, Marjolein, overigens met je verhaal helemaal eens.
Hgrv F.