Het was een heerlijk snoepreisje vooraf om de vakantie mee te beginnen; vier dagen Schiermonnikoog. Wat is het toch een heerlijk eiland. De boot van de vrijdagochtend was best vol. Met moeite kon ik nog een plekje vinden op het dek. Ik krijg bij het zien van al die mensen visioenen van hordes mensen waar ik, heel egoïstisch, liever alleen wil zijn. Maar het is de magie van Schier, dat dat dus gewoon kan.
Hart verpand
In mijn jeugd kwamen we vaak en graag op Schier. Mijn ouders waren, vanuit de universiteit Groningen, betrokken bij het onderzoek op het wad en de kwelder. Er is een periode geweest dat ik er zelden kwam. De reis vanuit het midden van het land met het OV was, tussen mijn oren, een te hoge drempel. Gelukkig denkt onze dochter daar anders over en gaat gewoon. Ze heeft ondertussen ook haar hart aan het eiland verpand. Het is door haar dat ik er nu ook weer kom. Daar ben ik haar erg dankbaar voor, want het is heerlijk om er gewoon maar te zijn.
Hardlopen
Wat ik nog nooit had gedaan op Schier was hardlopen. Deze keer had ik mijn hardloopschoenen mee en was ik de eerste ochtend (ik kampeerde in een tentje op de in mijn ogen best wel volle camping) al om kwart over zes op pad. Dan heb je werkelijk het eiland voor jezelf. Door de duinen over een schelpenpad ging het richting Westerplas. Ik kwam door mooie duinvalleitjes, waar de parnassia nog bloeide maar de orchideeën waren uitgebloeid. De kattenstaart stond er echter wel te bloeien alsof het orchideeën waren. De konijnen schoten vlak voor me voeten weg. In het zuidwesten voerde een doorgang door de duinen mij naar de kwelder. Hier was de duindoorn vorig jaar verbrand. Tussen de zwartgeblakerde struiken was het groen van allerlei kruidige planten die nu een kans kregen. De kwelder zelf kleurde paars van het bloeiende lamsoor.
Drie generaties
Het weekend was helemaal bijzonder omdat we toen met drie generaties vrouwen waren, mijn dochter, ik en mijn moeder. We hebben genoten van elkaar en van het eiland. Twee dagen wandelen, fietsen en heel veel plantjes kijken. Ik moet, wat plantenkennis betreft in mijn dochter nu mijn meerdere erkennen. Ze is dan ook gids bij het bezoekerscentrum. Zo heeft ze een gratis vakantie en mag ze doen wat ze leuk vindt. De hele dag buiten zijn en anderen enthousiast maken voor wat er allemaal te zien is.
Willemsduin
Het hoogtepunt van op het eiland zijn is de wandeling naar het Willemsduin. Elke keer is het weer spannend of je de slenken wel overkomt. Deze keer hadden we geluk, het tij zat mee. We konden drie slenken oversteken zonder nat te worden, maar uiteraard niet zonder vieze voeten en benen. Het is wel een beetje uitkienen waar je oversteekt. Je zakt zomaar tot je knieën weg in de blub, terwijl dat een paar meten verderop die niet verder is dan tot je enkels. Bij de derde slenk zagen we hoe snel de vloed op komt. Mijn dochter was al aan de overkant en onze sandalen hadden we ook al op de
andere oever gegooid. Toen keken we nog even richting het was en zagen we het water binnenstromen. Dus zonder treuzelen hup naar de overkant. Veilig op de volgende oever keek ik om en zag onze voetsporen niet mee. Toch wel heel indrukwekkend hoe snel dat water opkomt.
Geschenk
We hebben alle drie enorm genoten van de tocht, het weidse landschap, de vele verschillende planten, vogels, toch nog een paar vlinders, zon en wind. Woorden schieten eigenlijk te kort met wat je daar voelt, ervaart, beleeft. En we waren er helemaal alleen, daar op die eindeloze kwelder. Het was een groot geschenk.
Inderdaad, een paradijselijk eiland waar je even geneigd bent te vergeten hoe slecht onze aarde ervoor staat.
Overigens, ik vergat het te vertellen, dat sinds enkele jaren er weer monniken op het eiland wonen, een kleine communauteit van trappisten.