Ontroering

Het is aan alles te merken, het wordt kerstmis. De tuinen en straten zijn getooid met kerstverlichting. Op de radio en in de winkels hoor je Jingle bells. De reclames op de televisie gaan over samen eten en wat daarvoor in de aanbieding is. Kerstbomen sieren woonkamers, tuinen en pleinen. Er zijn legio kerstmarkten met vertier, oliebollen, warme chocolademelk en gluwein. Het kan niet op. Gelukkig zijn er ook oases van rust te vinden in de vele advents- en kerstconcerten die gegeven worden.Het draagt allemaal bij aan ons kerstgevoel. En ook ik doe er aan mee. Maar er bekruipt me ook altijd een dubbel gevoel omdat dit uiterlijk vertoon, de overdaad, in schril contrast staat met de eenvoud van de stal, waarin het kind geboren wordt, waarvan gezegd werd dat het de wereld zou redden. Wat heeft kerstmis nog met deze geboorte te maken?

Levende kerststal

Achthonderd jaar geleden, in de kerstnacht van 1223, maakte Franciscus van Assisi met de bewoners van het dorpje Greccio de eerste levende kerststal. “Ik zou met eigen ogen willen zien”, zei hij, “hoe het  dat Kind aan het meest noodzakelijk ontbrak en hoe het in een kribbe op het stro moest liggen tussen de os en de ezel.” Franciscus wilde terug naar de eenvoud en armoede van het evangelie, dat zichtbaar en voelbaar maken. In de ‘kronieken’ staat geschreven: “De mannen en vrouwen uit het dorp verlichtten de nacht met kaarsen en fakkels. Daar komt de heilige Franciscus zelf, en als hij alles in gereedheid ziet, straalt hij. De kribbe wordt in het kerkje geplaatst en gevuld met stro. Een os en een ezel worden ernaast opgesteld: eenvoud, armoede en nederigheid vieren hoogtij. Greccio wordt tot het nieuwe Bethlehem, de nacht is licht als de dag. Steeds meer mensen lopen uit, het bos is vol stemmen die door de rotsen weerkaatst worden. De broeders van Franciscus zingen het nachtofficie, de jubel is alom te horen. Franciscus staat bij de kribbe, ten prooi aan ontroering.”

Ontroering

Ontroering, ik vind het een mooi woord en dacht ontroering is misschien wel het kernbegrip van kerstmis. In de oude kerstliederen kom je het ook vaak tegen, zoals bij de herdertjes: “Toen vlamd’er een straal uit hun ogen en viel op het kindeke neer. Zij stonden tot schreiens bewogen en knielden bij Jezus neer.”

Waarom ontroering? Bij Franciscus, bij de herders. Bij ons zelf? Waar komt die ontroering vandaan? Ieder mensenkind kan gevoelens van liefde en tederheid bij ons losmaken. Maar hier is meer aan de hand. Dit kleine, weerloze kind staat in relatie met het grote verhaal. In dit kind, in de kribbe in een eenvoudige stal, was het God zelf die naar de aarde gekomen was. En het waren de eenvoudige mensen, de dorpelingen, de herders die als eerste in dit wonder mochten delen. Het wonder dat God de eenvoud, de armoede, de nederigheid kiest om mens te worden, om midden onder ons te komen wonen. Om het licht in de wereld te brengen. Het is dat grote contrast van een broos en kwetsbaar kind in de kribbe en de redder van de wereld, de vredevorst dat ontroert.

Kerstmis in ons hart

Het is tevens de kracht van kerstmis, de boodschap van de hoop. Verandering begint klein en kwetsbaar in ons zelf. Als we van ons hart een stal maken en het kind in ons geboren laten worden. Het lacht naar ons en strekt zijn armpjes naar ons uit. Het wordt echt kerstmis als we die uitnodiging aannemen en we met liefdevolle blik naar de mensen en wereld om ons heen kijken en die omarmen. Als we als broeders en zusters voor elkaar en ons gemeenschappelijk huis blijven zorgen. Daarom:

“Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind. Dat ik zie wat is, en mij toevertrouw, en het licht niet haat.”

1 thoughts on “Ontroering

Plaats een reactie