Fietsen voor het milieu

Kijk dat is leuk. ‘Fietsen voor het milieu’ kopte een ingezonden brief in de jeugdkrant 7Days van 4 juli. De interesse was gewekt, want hier vermoed je een geestverwante aan het woord. De brief was geschreven door een meisje uit Soest. Zij verbaasde zich erover dat er in 7Days zoveel ophef werd gemaakt over een groep jongens die voor een goed doel naar Parijs fietst en wel 85 km per dag aflegt op de racefiets. Zij zag hier niks bijzonders in, omdat ze met haar vader, moeder, broertje en zusje dit soort afstanden ook aflegt als ze met op fietsvakantie zijn. En dan heb je het niet over een lichte racefiets, maar over zware fietsen vol met bepakking.

“Natuurlijk heb ik wel respect voor ze, maar eigenlijk zou fietsen heel gewoon moeten zijn.”

En dan volgt een beschrijving van wat ze allemaal op de fiets doen. “Door mijn opvoeding moet ik altijd alles fietsen, wij hebben geen auto. Ik woon in Soest, en heb ik een training in Zeist, dan ga ik op de fiets. Boodschappen voor een hele week worden op de fiets gehaald. Doordat er in de fietstassen niet al te veel kan, wordt er ook niet te veel gehaald. Dus hebben we minder afval, dat is beter voor het milieu. Gaan we op vakantie, dan gaan we op de fiets. Dat doen we niet omdat we ons geen auto kunnen veroorloven, maar omdat mijn ouders nadenken over hun eigen invloed op het milieu. Dat zou iedereen moeten doen.”

boodschappen op de fiets

Boodschappen halen we gewoon op de fiets.

Het had over ons gezin kunnen gaan. En ik had het zelf niet beter op kunnen schrijven. Het geeft zo mooi aan, dat fietsen meer is dan de auto laten staan.

Wij gaan dit jaar ook weer op de fiets op vakantie. Richting Basel deze keer en met de trein terug. Want, fietsen is niet alleen goed voor het milieu en je gezondheid, het is ook gewoon leuk. Er gaat niks boven de vrijheid die je voelt als je fietst met de tent achterop.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Niks is zo heerlijk als fietsen met de tent achterop.

Fietsen in de meivakantie

Fietsen is mei, dan is alles nog mooi licht groen.

Fietsen is mei, dan is alles nog mooi licht groen.

We blijken als gezin heel hip te zijn. In een uitzending van het jeugdjournaal op 29 april was fietsen en kamperen in de natuur zonder luxe één van de coolste dingen die je met je ouders kunt doen. Wij doen het al jaren, fietsen en kamperen in de meivakantie, meestal in eigen land. Dit keer begonnen we in het coulissenlandschap van de Achterhoek in de buurt van het Gelderse Hengelo. Vandaar naar het noorden, door Overijssel over alle ‘bergen’ van de Sallandse Heuvelrug, naar het zuiden van Drente (2 dagen). Vlak bij Zuidwolde hebben we op een hele leuke natuurkamping gestaan. We hadden de tent gelukkig op tijd staan voordat een enorme onweersbui losbarstte. Het is altijd wel spannend in een kleine tent met onweer. De regen kletterde zo hard op het tentdoek dat we elkaar niet eens konden verstaan. We moesten de bel water die in de luifel ontstond om de minuut legen. Maar we hebben de bui goed en droog doorstaan.

In afwachting van de onweersbui op de camping bij Zuidwolde

In afwachting van de onweersbui op de camping bij Zuidwolde

De volgende dag ging het oostwaarts via Giethoorn richting Kraggenburg. Weer een heel ander landschap. Van bos en hei, naar het open plassen en moerasgebied van de Wieden. In Giethoorn hebben we uitgekeken naar de herkenbare plekken uit de nog zwart-wit film ‘Fanfare’ van Bert Haanstra. Sommige bruggetjes waren wel wat breder geworden, maar het paviljoen van ‘Krijns’ was goed herkenbaar aan de vorm en de ligging aan het water. Hier hebben we voor de veranderring heerlijk op het terras geluncht.

De picknick is een belangrijk onderdeel van de dag.

De picknick is een belangrijk onderdeel van de dag.

Picknicken is leuk, maar een lunch op een terras in de zon, uit de wind en uitzicht over het water is een echte traktatie. Het café van Geursen was ook nog herkenbaar en heet nu heel toepasselijk ‘Fanfare’; kon niet missen dus. Zowel voor ons als voor de kinderen maken stukjes herkenning het fietsen extra leuk. En als we weer eens met de trein naar opa en oma in Haren gaan is het een sport om vanuit de trein de plekjes te herkennen waar we gefietst hebben.

Via Kampen en de Veluwe ging het weer richting Driebergen. De laatste dag gelukkig met de wind in de rug, want die trok aan en was best fris. Het was een weekje (5 dagen) van volop genieten; van het fietsen, de zeer afwisselende landschappen en het kamperen.

Alle nachten hebben we op een camping uit het groene boekje gestaan. Dat vinden wij toch de leukste terreinen. Lekker terug naar basic, zal ik maar zeggen. Een dak boven je hoofd, te eten, broodje bakken aan een stok boven het vuur en elkaars gezelschap; verder geen soesa. Deze manier van vakantie vieren geeft een heerlijk gevoel van vrijheid en het is nog duurzaam ook; een vakantie met een kleine voetafdruk. We zouden niet meer anders willen.

Broodjes bakken boven het vuur. Je moet even geduld hebben, maar daarna heb je ook wat.

Broodjes bakken boven het vuur. Je moet even geduld hebben, maar daarna heb je ook wat.

 

Meebewegen met het leven

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Bloeiend fluitenkruid

Het voorjaar is toch eigenlijk de mooiste tijd van het jaar om te fietsen. Je wordt dan helemaal ondergedompeld in de explosie van het nieuwe leven. De bomen lopen uit en leveren allerlei scharkeringen licht groen. Ik vind dat prachtig. Verder kleurt het landschap wit en geel. Wit van enkele nog net bloeiende appel- en perenbomen, van het fluitenkruid, de witte dovenetel, het look zonder look en de grote muur. Paardenbloemen, gele dovenetel, zwarte mosterd en hier en daar al een boterbloem zorgen voor het geel. En als je met je neus op de berm gericht fietst, dan ervaar je hier en daar een accent blauwpaars van de ereprijs.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Paadje door de uiterwaarden over de Heelsumse beek richting de stuwwal.

En dan natuurlijk nog alle (jonge) dieren in de wei. Van het zien van lammetjes, jonge geitjes en kalfjes word je toch altijd blij. Eerste paasdag hebben we met het hele gezin een rondje gefietst van Driebergen, via Werkhoven achterlangs naar Wijk bij Duurstede. We wonen al 15 jaar in Driebergen, maar toch kwamen over een voor mij nieuw weggetje. Dat alleen al was verrassend. Van de week fietste ik naar Veld en Beek, een landbouwbedrijf tussen Renkum en Doorwerth om daar Geert Jan van der Burgt te interviewen over zijn motto dat ‘meebewegen met het leven’ de kernkwaliteit is van het werk op een biologisch landbouwbedrijf. Het interview zal binnenkort ook op deze website te lezen zijn.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Paarden in de uiterwaarden vlak bij de Blauwe Kamer.

Ook deze fietstocht over de Utrechtse Heuvelrug en over de dijk langs de Rijn en door de uiterwaarden was weer volop genieten. Dan bedenk ik hoe bevoorrecht ik ben dat we in zo’n mooie omgeving wonen en dat ik gewoon gelukkig kan zijn door daarvan te kunnen genieten. Een beetje wind, een beetje zonnewarmte, wat peddelen op de pedalen, het leven is mooi.

Bollenvelden

Ik zal maar zeggen dat het een belevenis was. Het stond al lang op ons wensenlijstje; een fietstocht langs de bloeiende bollenvelden bij Hillegom en Lisse. Dus gingen we afgelopen zondag, na de feestelijke palmpaasviering, met onze fietsen in de trein naar Sassenheim. Van daaruit een rondje, Noordwijkerhout, een uitstapje richting strand, Hillegom, Lisse en weer terug naar Sassenheim.

De pastelkleuren van de hyacintenvelden.

De pastelkleuren van de hyacintenvelden.

We werden ondergedompeld in geuren (vooral van de hyacinten en narcissen) en kleuren. De haast pastelkleurige velden blauw, wit en roze van de hyacinten werden afgewisseld door de felle kleuren rood en geel van de tulpen en de narcissen. Maar ondanks deze pracht, en soms de duinen op de achtergrond, kon het landschap ons niet geheel bekoren. Dan vraag je je af waardoor dit toch komt. Want het was eigenlijk prachtig. Het weer werkte ook nog mee, blauwe lucht, witte wolken, best wat zon en wat wind. Onze conclusie was dat het landschap iets industrieels had door alle grote schuren en loodsen en de drukke wegen. Daar konden we niet omheen. Alleen door een beetje brutaal te zijn was het soms mogelijk om over te steken. Herhaaldelijk kwamen we een ononderbroken stroom van auto’s tegen.

Zelfs op de fiets was er geen doorkomen meer aan.

Zelfs op de fiets was er geen doorkomen meer aan.

Blijkbaar bekeken veel mensen de bollenvelden vanuit de auto en schuwden ze daarbij ook de kleine weggetjes niet. Deze raakten hier en daar volledig verstopt. De auto’s konden niet meer voor of achteruit. Zelfs de fietsers konden er daardoor haast niet meer langs. We hebben het maar laconiek proberen op te nemen, maar eerlijk gezegd hebben we door het vele autoverkeer minder plezier aan het tochtje beleefd dan we van te voren hadden gedacht.

Als ik hier rondfiets denk ik, ondanks al het moois, ook aan al het gif dat wordt gespoten.

Altijd schuren, loodsen en kassen op de horizon zorgen voor een industriële beleving van het landschap.

 

Langs de weg waren veel stalletjes met tulpen te koop; grote bossen, voor weinig geld. Ik heb nog gedacht om aan het eind van de fietstocht een bos te kopen. Wie wil nou niet een kamer vol tulpen voor maar 5 euro. Toch heb ik het niet gedaan. Waarom niet? Omdat ik weet dat in de bollenteelt veel gif wordt gespoten en de bodem vaak chemisch wordt ontsmet. Het is de andere kant van de medaille. Die bollenvelden, ze blijven voor mij heel dubbel. Aan de ene kant kan ik en vele toeristen met mij, genieten van de kleuren en geuren. Maar aan de andere kant trekken ze veel autoverkeer aan en de aanslag die de bollenteelt doet op het milieu kan ik niet uit mijn hoofd zetten als ik daar rondfiets.

bollenvelden tulp

Als ik hier rondfiets denk ik ook steeds aan de bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden in de bollenteelt.

Vasten

Gisteravond (aswoensdag) zijn we naar de kerk geweest om, naar goede katholieke traditie, het askruisje te halen.

‘Mens, gij zijt stof en stof zult gij worden’.

Deze woorden maken je enigszins nederig. Ze maken je weer bewust van je eigen vergankelijkheid. Het brengt mij in de gemoedstoestand die past bij het begin van de veertigdagentijd. De veertigdagentijd, in de katholieke kerk een tijd voor bezinning, inkeer en zelfreflectie als voorbereiding op het paasfeest. Van oudsher gaat deze periode gepaard met een vorm van vasten, bijvoorbeeld afzien van vlees of alcohol.

geen twitter

 

Ik zie, en lees in de krant, dat er nu steeds meer niet katholieken en zelfs niet gelovigen een behoefte hebben om te vasten. Je ziet dan ook allerlei nieuwe vormen van vasten ontstaan. Mensen zoeken naar manieren om even afstand te kunnen nemen van de drukke jachtige wereld waarin we leven. Afstand nemen van de verleidingen van de reclame, afstand nemen van dat alles moet, afstand nemen van overmatig consumptie, afstand nemen van sociale media.

 

40 dagen om te leren

Een andere reden om te gaan vasten is de zorg om het milieu en de klimaatverandering. De Aarde en de mensheid is er zeer bij gebaat als we een wat sobere, duurzame levensstijl ontwikkelen. De vastenperiode is een mooie gelegenheid om daarin weer een nieuwe stap te zetten. Hoe vaak gebeurt het niet dat je besluit om iets helemaal anders te gaan doen? En dat je dan na vijf dagen weer in het oude patroon vervalt. Dat is eigenlijk helemaal niet vreemd. Nieuwe gewoontes laten zich niet van de een op andere dag vastzetten in ons brein. Uit ervaring blijken onze hersenen 40 dagen nodig te hebben om nieuwe voorkeurspatronen aan te leren en te verankeren. De veertigdagentijd is dus een uitermate geschikte oefenperiode.

DagenZonderVleesLogo

Autovasten Volledig (lever je sleutels in) Deels (specificeer welke ritten je niet meer met de auto gaat doen)

Autovasten
Volledig (lever je sleutels in)
Deels (specificeer welke ritten je niet meer met de auto gaat doen)

Wij hebben als gezin ons voorgenomen om geen vlees te eten (behalve op de zondag, dat is de compromis). Andere ideeën voor ‘klimaatvasten’ zijn bijvoorbeeld autovasten (volledig (sleutels inleveren) of specifieke ritten met OV of fiets (boodschappen)), geen drinken kopen in pakjes, blikjes of flesjes zonder statiegeld, alleen lokaal geproduceerd voedsel eten, etensrestjes verwerken in andere maaltijden (of een restjesdag invoeren), minder en/of korter douchen, geen nieuwe kleding kopen.