Vorige week heb ik twee dagen meegelopen met de pelgrimstocht van de bisschoppelijke vastenactie in Zuid Limburg. Het was voor de de eerste keer dat ik heb meegedaan en ik heb erg genoten van het landschap, het mooie weer, de mensen, de gesprekken en de bezinningsmomenten. Dat geheel maakt de pelgrimstocht echt tot iets bijzonders.
Dankbaarheid
In het voorjaar oogt het landschap van Zuid Limburg heel lieflijk. Het jonge blad is nog lichtgroen, de witte bloesem van de sleedoorn in de houtwallen geven subtiele accenten. In de bermen bloeit van alles, speenkruid, bosanemonen, ereprijs, hondsdraf en nog veel meer. Beekjes, heuvels, mooie uitzichten, koeien in de wei, zingende vogels, zelfs een veldleeuwerik, het kon niet op. Daar heb ik in iedere geval met volle teugen van genoten. Op zulke dagen stroom ik vol van dankbaarheid voor al dat moois om ons heen.
Gods aanwezigheid
Dan moet ik denken aan wat de bisschoppen van Brazilië hebben gezegd, dat de natuur een manifestatie is van God en de plaats van zijn tegenwoordigheid. In ieder schepsel woont zijn levendmakende Geest, die ons oproept tot een relatie met hem (LS 88). En elders in Laudato Si’ staat nog zoiets moois. Dat het heelal zich ontwikkelt in God, die het geheel vervult. Dat er dus een mysterie te aanschouwen is en een blad, een pad, de dauw, het gelaat van een arme (LS 233). Tijdens het wandelen waren er van die momenten dat ik een glimp van dat mysterie van Zijn aanwezigheid kon voelen, vermoeden. Het is moeilijk om daar woorden aan te geven. Maar het brengt mij een gevoel van verbondenheid met alles wat is, en vervult me met grote, diepe dankbaarheid. Dat wij daar zomaar mogen zijn.
Schril contrast
Het contrast had niet groter kunnen zijn. Zo frank en vrij wij, genietend van elkaar en de omgeving van Kerkrade naar Aken of Wittem konden lopen en het opgesloten zijn in de wijk vol geweld in San Salvador. De tweede ochtend luisterden we, voordat we vertrokken, naar een monoloog van een vrouw die woont in San Salvador. Ze vertelt daarin over de angst, over het opgesloten zijn in de wijk (“de jongens in de andere wijk kennen me niet en weten niet dat ik me nergens mee bemoei”) en het altijd ongerust zijn (“komt mijn dochter wel weer thuis van school”). Haar laatste zin bleef de hele dag bij mij hangen. “Ik probeer stil en onzichtbaar te zijn.” Die zin hakte er behoorlijk in, en niet alleen bij mij heb ik gemerkt. Het bleef na de monoloog nog lange tijd stil.
Onderweg stopten we in een tunneltje, waarvan de wanden helemaal bedekt waren met graffiti. Elvira Mollee vertelde dat in San Salvador het wijzen naar graffiti al genoeg aanleiding kon zijn om doodgeschoten te worden. Graffiti spreekt een taal. Wijzen naar een logo van een (verkeerde) bende kan al een kogel door je hoofd betekenen.
Het verschil maken
Bij een ander bezinningsmoment vertelde Peter, de directeur van de vastenactie, over het project Eilanden van Hoop. Wat me in zijn verhaal trof was dat hij zich op een gegeven moment realiseerde dat de jongens die betrokken zijn bij het Jeugdcentrum helemaal niet zoveel verschillen van de jongens in de bendes. Zij hadden vaak ook op het punt gestaan zich bij een bende aan te sluiten, maar hadden het geluk gehad op een of andere manier bij de zusters van de orde Angel de la Guarda terecht te komen, die het Jeugdcentrum leiden. Deze jongeren hebben zich nu ontwikkeld tot mensen die in zichzelf geloven en respect kennen voor hun medemensen en elkaar willen helpen om zich verder te ontwikkelen. Het had zo makkelijk anders kunnen gaan. Dan waren ze nu misschien op een van de plekken terecht gekomen waar je eindigt als bendelid, op het kerkhof, in het ziekenhuis of in de gevangenis. Voor ieder kind of jongere maken de zusters dit verschil tussen leven en dood. Het is mooi om daar via de vastenactie aan bij te kunnen dragen.
Intentie
Tijdens het wandelen konden we steentjes oprapen als symbool voor de intentie waarmee je de pelgrimstocht liep. Aan het einde van de tocht (na drie dagen) zouden deze steentjes en intenties tijdens een ritueel verzameld worden, maar dat heb ik niet meer meegemaakt. Mijn intentiesteentje heb ik meegegeven met een medepelgrimster. Ik vertelde haar dat ik liep uit dankbaarheid. Dankbaarheid voor alles wat ons gegeven is en dat we daar, hier, in alle vrijheid van kunnen genieten. En mijn hoop, wens en droom voor de mensen in Sal Salvador is dat ook zij ooit in vrijheid en zonder angst van hun omgeving en elkaar kunnen genieten. Dat ze weer mens kunnen zijn.
Dank je wel, Marjolein, dat je over je wandeling hebt geschreven. Want zo is het precies, de dankbaarheid voor het paradijs waarin wij mogen wonen en voor het goddelijk leven dat we daarin mogen ervaren. Het is genade, een onverdiende gave, geen zelf geschapen werkelijkheid, geen recht. De spiritualiteit van de jezuïeten kent een begrip dat luidt: contemplatio ad amorem obtinendam, ofwel: een beschouwing om liefde te verwerven, liefde tot onze Schepper en Heer. Dat herken ik in wat je schrijft, met name ook in dit voorjaar, elke jaar weer opnieuw, die explosie van nieuw leven om ons heen, de drukte onder de dieren, vooral de vogels, het leven voort te zetten, voort te planten omdat het zo mooi is en gegund aan elk leven dat komt.
Je vervolgt terecht je reflectie vanuit Laudato Si, waarin Franciscus niet blijft staan bij de natuur maar ook aandacht vraagt voor de het gelaat van de arme, in wie God aan ons allereerst verschijnt. De arme, elke mens die slachtoffer is van geweld, fysiek maar meer nog van politiek, hebzucht, jaloezie, vijandigheid, macht, … de mens die geen verweer heeft. Huub Oosterhuis schreef over die mensen een dun boekje, maar 50 bladzijden en alweer 5 geleden: “Red hen die geen verweer hebben”, opgedragen aan de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologen, onder wie Óscar Arnulfo Romero; hij was aartsbisschop van San Salvador. Hij werd op 24 maart 1980 tijdens de Mis doodgeschoten omdat hij voor armen, de weerlozen opkwam.
Mooi dat in San Salvador veelal jonge mensen de liefde ontdekken waarmee de werkers in de “eilanden van hoop” hen ontvangen en stimuleren zich niet te begeven in wereld van strijd, competitie, concurrentie, corruptie, chantage, geweld en zo meer. In die projecten (helaas beperkt tot acties in de Advent en 40-dagentijd) zien we ook Gods werkzaamheid, zijn aanwezigheid. Onze ondersteuning, mentaal en materieel, moet voor hen een toekomst bieden, die ook voor hen wegen opent naar geborgenheid in het leven.
Enfin, ’t is wat ik schrijf misschien wat warrig, maar aan die dingen moet ik danken bij wat je schrijft.