Het was wel een beetje afzien (koud), maar toch hebben we genoten van onze fietskampeervakantie in de laatste week van april. Het was een koude week met wisselvallig weer. Zon, wolken en buien, sommigen met hagel, wisselden elkaar in snel tempo af. Dan is het steeds jas aan, jas uit, regenbroek aan, regenbroek uit. ’s Nachts koelde het af tot vlak boven het vriespunt. We lagen dan ook tot en met onze kruin in de slaapzakken. De extra dekentjes, sjaals, mutsen en handschoenen waren deze keer geen overbodige luxe.
Het echte kamperen
De route ging dit keer oostwaarts, om met een paar voor ons nieuwe terreinen van de NTKC kennis te maken. De terreinen van deze kampeerclub liggen in prachtige stukjes natuur. Ze zijn soms nauwelijks als camping te herkennen. Wat extra paadjes en kale plekjes voor je tent is soms alles. Afgezien van een vaak bescheiden toiletgebouw, met altijd een wc, meestal een wasgelegenheid en soms een warme douche. De terreinen bieden zo het ouderwetse echte kampeergevoel: weg van de drukte, back to basic in je eigen tent en omgeven door stilte. Nou ja, we werden wel gewekt door de zingende vogels. Maar het was wel door de stilte dat je die zo goed kon horen.
Den Treek
Het eerste terrein waar we naar toegingen ligt op het landgoed Den Treek-Henschoten. Het was maar een klein uurtje fietsen er naar toe, maar dan ben je toch al op weg en aan het kamperen (we konden die dag pas in de middag vertrekken). Het is een schitterend terrein met een centraal heideveld met kampeerplaatsen er omheen en ook nog tentplekken in het omringende bos. Zo dicht bij huis ontdek je dan weer nieuwe mooi plekken. Eigenlijk zouden we daar best een keer een paar dagen kunnen blijven staan, om hele nieuwe wandelingen te maken. Wie weet komt dat er ooit nog eens van…..
Radio Kootwijk
Wij zijn de volgende dag meteen verder gefietst, richting Kootwijk. ’s Morgens fiets je dan nog in het groen van de Gelderse Vallei met veel grazige weiden en houtwallen. En als je dan in de buurt van de Harskamp de provinciale weg oversteekt fiets je opeens op de Veluwe. Zo’n verschil in landschap in zo’n korte tijd. Dat is het leuke van in Nederland fietsen. Even verderop hield het bos plotseling op en kwamen we op de vlakte van het Kootwijkerzand, waaruit als een imposante kathedraal het monumentale zendstation van Radio Kootwijk oprijst. Wat een gebouw en dat op die open vlakte. Ik voelde me echt maar een heel klein mensje. Maar niet alleen het gebouw riep ontzag bij mij op, ook de techniek van 100 jaar geleden die erachter zat. Dat ze contact konden maken met een zend- en ontvangststation op de hoogtevlakte Malabar nabij Bandoeng in Nederlands-Indië.
De Kooiberg
De fietsdag eindigde bij de Kooiberg bij Ugchelen (we hebben Ugchelen trouwens nooit gezien). Hier kampeerden we echt in het bos. We hebben dan ook heel veel moeite gehad om het terrein te vinden. Met wat vragen en door het mulle zand ploegen, met vol bepakte fietsen is dat geen lolletje en voor de ketting is het ook niet zo best, hebben we het toch gevonden. Toen we de tent hadden opgezet en we het terrein wat meer gingen verkennen bleken we vlak naast het fietspad te staan waar we eerder overheen gekomen waren. Toen hadden we het terrein helemaal niet als een camping herkend. Aan de wroetsporen van de wilde zwijnen konden we zien dat we het terrein deelden met andere dieren. ’s Avonds lieten de zwijnen even luid en duidelijk van zich horen door te krijsen. Maar wij hebben ze niet om de tent horen scharrelen. Onze ‘buren’ vertelden dat ze in de nacht daarvoor de wilde zwijnen konden horen knorren, zo dichtbij waren ze.
Ondanks de kou, waar we ons goed tegen gewapend hadden, hebben we weer genoten. Nederland is in het voorjaar met het lichte groen en het bloeiende fluitenkruid, de zingende vogels en met zijn afwisselende landschappen toch wel erg mooi.
Al dat mooie is de schepping door onze Heer, – ook de stilte. Beide moeten we opzoeken, beide zijn ons gegeven als het milieu waarin wij Hem mogen ontmoeten.
F.