Over bergen

Ik heb altijd tegen mijn man gezegd: “Als je in de bergen wilt gaan fietsen, dan moet je iemand anders zoeken om met je mee te gaan. Naar boven is afzien, en naar beneden vind ik eng.” Ik weet niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen, maar twee weken geleden fietsten we zomaar ineens door Lech (waar de koninklijke familie altijd gaat skiën) naar de Flexenpas (1773 m).

De vakantie begon nog heel onschuldig. Met de trein naar München. Fietsen naar Kochel am See, en daar een kleine week kamperen samen met de schoonfamilie. Vanaf de camping hadden we uitzicht op de bergen en we hebben er eentje lopend bedwongen. Dat was echt geweldig. Aan de ene kant uitzicht op nog meer bergen. Aan de andere kant uitzicht op de vlakte waar we vanaf München doorheen gefietst waren. Wat we na die eerste week zouden doen stond nog niet vast. Ja, fietsen met ons drieën, mijn man, ik en onze zoon. Maar waar heen ……? Ik was ervan uitgegaan dat we het in oostelijke of westelijke richting zouden zoeken, relatief vlak. Maar zoon- en manlief hadden andere plannen.

DSCN5480

Hier leefde ik nog in de veronderstelling dat we met de fiets in de vlakte zouden blijven.

Dagen hebben ze op de kaart gekoekeloerd of het toch niet mogelijk was om de bergen in te gaan. Was er niet een rondje te maken (we hadden een trein terug vanuit München gereserveerd) zonder te veel pijltjes omhoog en met bereikbare campings? Uiteindelijk vonden ze een route met maar één dag echt afzien en de rest te doen. Dus heb ik me laten over halen. Het was geweldig om tussen de bergen te fietsen. Het gaf me een magnifiek gevoel. De afwisseling van het ruige en liefelijke als het dal weer breder was met breedwerpig gezaaide dorpjes met karakteristieke kerkjes hetzij met een ui of met een slanke spitse toren.

Tja, en dan die ene dag, klimmen van 1000 naar 1800 meter. In het begin was het nog goed te doen, door het Lechdal vals plat omhoog. Na de koffiepauze werd het steiler. Blik op oneindig, verstand op nul, een klein verzet en blijven trappen, gewoon stug volhouden. Zo nu en dan stopten we even om uit te rusten. En dan heb je zoveel meter geklommen, komt er opeens een afdaling naar een brug over de rivier en moet je aan de overkant van het dal weer omhoog. Dat was zeer frustrerend. Maar we voelden ons wel euforisch toen we uiteindelijk op de Flexenpas stonden. We waren boven ons zelf uitgestegen.

DSCN5572

Bovenop de Flexenpas, 1773 m, de Europese waterscheiding.

De Flexenpas bleek echter nog niet het hoogste punt te zijn. We moesten nog een pas over van 1800 meter. Ach, wat is dat nu, nog 27 meter te gaan. Eitje toch? Volgens mijn man zouden we geen hoogtelijnen kruisen. Nou, dat hebben we geweten. Door een enge tunnel stoven we naar beneden om vervolgens in een volgend dal al die meters weer omhoog te klimmen. Het was best wel ploeteren. En het gekke was dat je aan de weg vóór je haast niet zag dat die omhoogging. Keek je achterom, dan zag je dat het toch best wel steil ging. Van de pas naar de camping hebben we haast niet hoeven trappen, maar moesten we wel stevig in de remmen knijpen. En ’s avonds, lekker uit eten. Dat was de deal die ik had gemaakt. Na zoveel hoogtemeters ging ik niet meer koken.

One thought on “Over bergen

  1. Wat aardig, die herinnering, want ik heb ooit (ergens in de jaren ’70) 3 dagen in Lech gelogeerd. Het is daar inderdaad betoverend mooi. Ik was daar overigens niet met de fiets en evenmin op een camping, maar gewoon met auto en in hotel(letje). Ik had mijn camera thuis gelaten, een schetsboek meegenomen en een dagboek. Ik was alleen, genoot van de natuur en de stilte en dat heeft in die omstandigheden zijn charme. F.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s