Meat the truth and climeat change

Gisterochtend (14 mei 2014) viel mijn blik op een artikel in Trouw met de kop “Verzin een speeltje voor verveelde varkens”. Een varkenshouder daagt schoolkinderen uit om robuust speelgoed te ontwerpen dat het agressieve gedrag van de biggen in zijn stal moet verminderen. Ik vroeg mijn dochter (13 jaar): “Wat zou jij doen?” Haar antwoord was kort maar krachtig: “Naar buiten met die biggen.” Toen mijn zoon (11 jaar) even later voor het ontbijt beneden kwam en het artikel zag vroeg ik hem: “Wat denk jij, wanneer worden die biggen blij?” Spontaan zei hij: “In de wei.” De kinderen raken hier de kern van het probleem, namelijk dat door de industrialisering van de veehouderij de dieren veel te dicht op elkaar zitten en vaak niet meer buiten komen. De dieren kunnen daardoor hun soorteigen gedrag niet meer vertonen. Dit leidt tot agressie, zoals het elkaar in de oren en staart bijten. Daarom worden de staarten bij varkens vaak afgeknipt (couperen met een deftig woord). Gelukkig zijn er plannen om dit vanaf 2018 in Nederland te verbieden.

Als biggetjes zo op elkaar zitten en niet kunnen rennen en wroeten gaan ze agressief gedrag vertonen.

Als biggetjes zo op elkaar zitten en niet kunnen rennen en wroeten gaan ze agressief gedrag vertonen.

Hoe vaak zie je nog de varkens met hun biggetjes buiten lopen?

Hoe vaak zie je nog de varkens met hun biggetjes buiten lopen?

 

 

 

 

 

 

Het speelgoed moet de biggen uitdagen om lekker te wroeten, te snuffelen en samen te spelen, om zo de agressiviteit van de varkentjes in te dammen. Maar gaat het hier eigenlijk niet slechts om symptoombestrijding? Het echte probleem, de overvolle manier van huisvesting van de dieren, wordt hiermee niet aangepakt. En nu kunnen we wel met het vingertje wijzen naar de varkenshouderij en zeggen dat ze het niet goed (genoeg) doen. Maar in feite zijn wij zelf, de consument, de oorzaak van het probleem. Het gros van de consument verlangt veel vlees voor weinig geld en daar hangt een prijskaartje aan van dierenleed, milieuvervuiling, kap tropisch regenwoud, watertekorten, klimaatverandering, overgewicht, enzovoort. De enige echte oplossing moeten we zoeken bij ons zelf. De vork is ons grootste wapen. Laten we die minder vaak prikken in een stuk vlees. En als die dan eens in vlees prikt, laat het dan in (biologisch) lokaal geproduceerd vlees zijn.

De echte oplossing: minder vlees eten!

In 2007 zag de klimaatfilm ‘Meat the Truth’ het licht. Dat is me toen ontgaan. Maar onlangs kreeg ik via mijn website de tip deze film te bekijken. Dat heb ik nu gedaan. De film duurt een uur en een kwartier, maar ik heb hem in één adem uitgekeken. Het is een spraakmakende documentaire, gepresenteerd door Marianne Thieme, die een aanvulling vormt op eerder klimaatfilms. Meat the Truth laat zien dat wereldwijd de veehouderij meer broeikasgassen uitstoot dan alle auto’s, vrachtwagens, treinen, boten en vliegtuigen samen. Dit is een aspect van vlees dat nog vaak vergeten wordt. Naast het effect van climeat change komen ook alle andere aspecten die gerelateerd zijn aan vleesconsumptie aan bod. De film is een echte aanrader, waarbij je tot aan het einde toe op het puntje van je stoel blijft zitten.

Vasten

Gisteravond (aswoensdag) zijn we naar de kerk geweest om, naar goede katholieke traditie, het askruisje te halen.

‘Mens, gij zijt stof en stof zult gij worden’.

Deze woorden maken je enigszins nederig. Ze maken je weer bewust van je eigen vergankelijkheid. Het brengt mij in de gemoedstoestand die past bij het begin van de veertigdagentijd. De veertigdagentijd, in de katholieke kerk een tijd voor bezinning, inkeer en zelfreflectie als voorbereiding op het paasfeest. Van oudsher gaat deze periode gepaard met een vorm van vasten, bijvoorbeeld afzien van vlees of alcohol.

geen twitter

 

Ik zie, en lees in de krant, dat er nu steeds meer niet katholieken en zelfs niet gelovigen een behoefte hebben om te vasten. Je ziet dan ook allerlei nieuwe vormen van vasten ontstaan. Mensen zoeken naar manieren om even afstand te kunnen nemen van de drukke jachtige wereld waarin we leven. Afstand nemen van de verleidingen van de reclame, afstand nemen van dat alles moet, afstand nemen van overmatig consumptie, afstand nemen van sociale media.

 

40 dagen om te leren

Een andere reden om te gaan vasten is de zorg om het milieu en de klimaatverandering. De Aarde en de mensheid is er zeer bij gebaat als we een wat sobere, duurzame levensstijl ontwikkelen. De vastenperiode is een mooie gelegenheid om daarin weer een nieuwe stap te zetten. Hoe vaak gebeurt het niet dat je besluit om iets helemaal anders te gaan doen? En dat je dan na vijf dagen weer in het oude patroon vervalt. Dat is eigenlijk helemaal niet vreemd. Nieuwe gewoontes laten zich niet van de een op andere dag vastzetten in ons brein. Uit ervaring blijken onze hersenen 40 dagen nodig te hebben om nieuwe voorkeurspatronen aan te leren en te verankeren. De veertigdagentijd is dus een uitermate geschikte oefenperiode.

DagenZonderVleesLogo

Autovasten Volledig (lever je sleutels in) Deels (specificeer welke ritten je niet meer met de auto gaat doen)

Autovasten
Volledig (lever je sleutels in)
Deels (specificeer welke ritten je niet meer met de auto gaat doen)

Wij hebben als gezin ons voorgenomen om geen vlees te eten (behalve op de zondag, dat is de compromis). Andere ideeën voor ‘klimaatvasten’ zijn bijvoorbeeld autovasten (volledig (sleutels inleveren) of specifieke ritten met OV of fiets (boodschappen)), geen drinken kopen in pakjes, blikjes of flesjes zonder statiegeld, alleen lokaal geproduceerd voedsel eten, etensrestjes verwerken in andere maaltijden (of een restjesdag invoeren), minder en/of korter douchen, geen nieuwe kleding kopen.

Leve de hooikist!!

Als hekkensluiter zit ook voor ons (midden van het land) de vakantie er weer op. De eerste school- en werkweek, met de bijbehorende hectiek hebben we al weer achter de rug. Het oude vertrouwde gevoel van het moeder zijn kwam gelijk weer terug, namelijk het op meerdere plaatsen tegelijk nodig zijn. Maar gelukkig, de hooikist biedt uitkomst. Hiermee kan je koken terwijl je niet thuis bent!! ’s Middags rond half vier even de rijst aan de kook brengen (zilvervliesrijst) en dan de hooikist in. De groente vast snijden. Na thuiskomst (17.15 uur) de groente roerbakken en de rijst, die ondertussen gaar is geworden, erbij. De maaltijd bereid van verse producten, staat zo binnen een kwartier op tafel. Handig voor als je een halfuur later (18.05 uur) weer in de trein moet zitten.

Hoe maak je een hooikist?

Mijn hooikist is simpel een grote stevige kartonnen doos. Op de bodem heb ik twee kussentjes gelegd met daaroverheen een opgevouwen theedoek. Die kan je als het nodig is makkelijk wassen. De wand is panhoog ‘bekleed’ met een stukje oude slaapzak. Dit is gewoon los. Als de pan in de kist is gezet vul ik deze op met kussentjes en klaar is kees.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Hoe werkt een hooikist?

Je brengt de zilvervliesrijst (ik heb het nog nooit met witte rijst gedaan), pasta bonen, aardappels et cetera met voldoende water aan de kook (moet onder staan); pasta en rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Als het kookt doe je het gas uit en zet je de pan met deksel in de hooikist. Hierin wordt de rijst ed dan vanzelf gaar. Voor zilvervliesrijst en aardappelen reken ik 2 uur, maar nieuwe aardappelen moeten vaak wat langer. Pasta gaat sneller zeg 1,5 tot 2 keer de kooktijd die op de verpakking staat aangegeven. Als je pasta te lang in de kist laat staan wordt het papperig. Bonen hebben een hele dag nodig; dus direct bij het ontbijt de kist in. Afhankelijk van hoe goed je kist geïsoleerd is zal je bij bonen deze misschien halverwege de dag nog een keer aan de kook moeten brengen. Groente kan ook, maar meestal is de kooktijd hiervan zo kort dat de kist geen winst oplevert. Bovendien is het zonde om groente helemaal onder water te zetten. Het is gewoon een kwestie van proberen en experimenteren.

De winst van een hooikist

Het mes snijdt aan twee kanten. Aan de ene kant bespaar je energie, doordat de pannen minder lang op het vuur staan. Aan de andere kant  ben je veel flexibeler wat de tijd betreft. En daar heb ik veel plezier van. Daar zit voor mij de grootste winst.

En hoe leuk is het dat bijna tien jaar later dit bericht inspiratie was voor: kook met een zelfgemaakte hooikist

Consumanderen

In het negende gebod van de tien geboden voor het milieu vraagt onze vorige paus ons een nieuwe levensstijl van ‘afzien’ te vinden. Een levensstijl die terughoudendheid en zelfcontrole weerspiegelt. We moeten afzien van consumentisme en een discipline van verantwoordelijkheid voor de toekomst ontwikkelen, voor anderen en voor ons zelf. In deze context lezen of horen we vaak de kreet ‘consuminderen’. Wat ik jammer vind aan al deze begrippen is dat ze bij u waarschijnlijk een negatief beeld oproepen.

Zuivel, vlees en groente kopen bij de boerderij versterkt de verbondenheid met je voedsel.

Zuivel, vlees en groente kopen bij de boerderij versterkt de verbondenheid met je voedsel.

Ik wil graag laten zien dat duurzaam leven niet afzien is, maar genieten van het goede leven is. Daarom zou ik willen zeggen: “We moeten niet consuminderen, maar CONSUMANDEREN!!” Eén of een paar dagen in de week geen vlees eten is een verrijking van het wekelijks menu. Ik geniet twee keer per week van een fietstochtje naar de boerderij om daar biologische zuivel, vlees en groente te halen. Dat is geen discipline, maar een feestje. Elke keer geniet ik van het tochtje. Ik fiets met de ogen van een vakantiefietser, want dan geniet je en zie meer van het landschap. Zo verbindt ik het nuttige met het aangename van even buiten ontspannen. En dan heb ik het nog niet eens over de producten zelf. Deze zijn mooi en lekker. Een genot om mee te koken en van te eten. Het geeft een goed gevoel om te weten waar je eten vandaan komt.

Consumanderen: fietsvakantie in plaats van een vliegvakantie.

Consumanderen: fietsvakantie in plaats van een vliegvakantie.

Consumanderen, niet minder, maar anders.

Consumanderen spreekt je aan op je creativiteit en verrijkt je leven. Kijk maar hoeveel levensvreugde en voldoening initiatieven als buurttuinen, voedselcoöperaties en repair-cafés al hebben gebracht.

Vorige week gaf ik een workshop ‘Duurzaam geloven is duurzaam’ voor tijdens onze parochiedag. Na afloop kwam iemand naar me toe en zei dat ik hem had overtuigd om de vegetarische dag weer in ere te herstellen.

“Het woord consumanderen maakte dat ik me voorneem om eens in de week geen vlees te eten.”