Contact met de natuur

Eind juni was het ‘Nationale Modderdag’. Een dag waarop kinderen weer voeling kunnen krijgen voor de natuur (Trouw, 29 juni). Er zijn heel veel initiatieven om kinderen meer in contact te brengen met de natuur. Kinderprogramma’s op televisie hebben steeds vaker een groen thema. Diverse organisaties organiseren excursies, werkdagen of natuurkampen voor de jeugd. Voor veel kinderen zijn dit de enige momenten waarop ze nog echt met de natuur in aanraking komen. Kinderen moeten zien dat de natuur dichtbij is, zegt Arjen Wals, hoogleraar sociaal leren en duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Wageningen (Trouw 8 juli). Een middag met de boswachter op pad, die van alles laat zien en er leuk over vertelt, blijft veel beter hangen dan een natuurfilmpje in de klas, hoe leuk en educatie zo’n filmpje ook kan zijn. Zelf doen, ervaren en voelen, daar moeten de kinderen het van hebben. Dat ze dan ‘vanzelf’ gaan nadenken over natuur en milieu blijkt uit het volgende.

Zelf doen, ervaren en voelen

Zelf doen en ervaren.

Zelf doen en ervaren.

Eén van de kinderen die in Trouw (8 juli) werden aangehaald zei: “Ik houd nu nog meer van de natuur. Het is belangrijk, want als mensen alle bomen gaan kappen, dan gaan wij er zelf ook aan. Buiten voel ik me gewoon heel fijn.” Deze jongen had deelgenomen aan één van de groene kinderprogramma’s en was daardoor veel te weten gekomen. “Vooral gekke dingetjes. Wist je dat een uil zijn ogen niet kan bewegen? En dat in de nacht zijn ogen oranje zijn?”

Deze weetjes maakten dat bij deze jongen de verwondering voor de natuur werd aangewakkerd. Van die verwondering moeten we het denk ik hebben. Dat is misschien wel een voorwaarde om duurzaam met de natuur, met de schepping om te gaan. In het tiende en tevens laatste gebod voor het milieu kan je hier meer over lezen.

Consumanderen

In het negende gebod van de tien geboden voor het milieu vraagt onze vorige paus ons een nieuwe levensstijl van ‘afzien’ te vinden. Een levensstijl die terughoudendheid en zelfcontrole weerspiegelt. We moeten afzien van consumentisme en een discipline van verantwoordelijkheid voor de toekomst ontwikkelen, voor anderen en voor ons zelf. In deze context lezen of horen we vaak de kreet ‘consuminderen’. Wat ik jammer vind aan al deze begrippen is dat ze bij u waarschijnlijk een negatief beeld oproepen.

Zuivel, vlees en groente kopen bij de boerderij versterkt de verbondenheid met je voedsel.

Zuivel, vlees en groente kopen bij de boerderij versterkt de verbondenheid met je voedsel.

Ik wil graag laten zien dat duurzaam leven niet afzien is, maar genieten van het goede leven is. Daarom zou ik willen zeggen: “We moeten niet consuminderen, maar CONSUMANDEREN!!” Eén of een paar dagen in de week geen vlees eten is een verrijking van het wekelijks menu. Ik geniet twee keer per week van een fietstochtje naar de boerderij om daar biologische zuivel, vlees en groente te halen. Dat is geen discipline, maar een feestje. Elke keer geniet ik van het tochtje. Ik fiets met de ogen van een vakantiefietser, want dan geniet je en zie meer van het landschap. Zo verbindt ik het nuttige met het aangename van even buiten ontspannen. En dan heb ik het nog niet eens over de producten zelf. Deze zijn mooi en lekker. Een genot om mee te koken en van te eten. Het geeft een goed gevoel om te weten waar je eten vandaan komt.

Consumanderen: fietsvakantie in plaats van een vliegvakantie.

Consumanderen: fietsvakantie in plaats van een vliegvakantie.

Consumanderen, niet minder, maar anders.

Consumanderen spreekt je aan op je creativiteit en verrijkt je leven. Kijk maar hoeveel levensvreugde en voldoening initiatieven als buurttuinen, voedselcoöperaties en repair-cafés al hebben gebracht.

Vorige week gaf ik een workshop ‘Duurzaam geloven is duurzaam’ voor tijdens onze parochiedag. Na afloop kwam iemand naar me toe en zei dat ik hem had overtuigd om de vegetarische dag weer in ere te herstellen.

“Het woord consumanderen maakte dat ik me voorneem om eens in de week geen vlees te eten.”

Verbinding

Afgelopen dinsdag (22 april) ben ik naar een lezing van Herman Wijffels geweest. Hij gaf zijn visie op economie en maatschappij. Het was goed om eens een vooraanstaande deskundige te horen zeggen dat de huidige lineaire economie niet meer deugt voor de huidige samenleving. Dat vermoedde ik, en velen met mij, natuurlijk al lang. We moeten toe naar een economie met minder verspilling en vervuiling, een circulaire economie noemt Wijffels dat. Dat een man als Wijffels gelooft dat een dergelijke economie op den duur haalbaar is geeft mij hoop.

Bewustzijn, verbinding en verantwoordelijkheid, dat zijn de drie elementen die elkaar versterken en waarop een nieuwe samenleving wordt gebouwd. Het bewustzijn van de mens verschuift steeds meer van ‘ik’ naar ‘ik in mijn omgeving’. Het besef van verbinding tussen mensen onderling en met de aarde wordt steeds sterker. Wijffels benadrukte een paar keer het belang van verbinding. Dit versterkt ook ons verantwoordelijkheidsgevoel. Steeds meer mensen vragen zich af wat voor hun effect hun handelen heeft op anderen en de aarde.

Om deze verbindingen aan te gaan is het wel fijn om als mens een (spirituele) inspiratiebron te hebben die je voedt. Voor de één is dit het christelijk geloof,  voor de ander is dit het taoïsme, boeddhisme, islam, respect voor moeder aarde  of gewoon de wil de aarde beter achter te laten voor je kleinkinderen dan dat jij deze hebt aangetroffen. Een inspiratiebron geeft ons kracht en energie om te blijven werken aan een betere wereld.

De avond werd besloten met de oproep om eens in te spiegel te kijken en aan jezelf de vraag te stellen: ‘Wat ga jij vandaag hieraan bijdragen?’ We kunnen het alleen samen doen. Of zoals, Wijffels het formuleerde: ‘Het gaat niet om ‘ze’ maar om ‘we’!’