Is het rentmeesterschap nog toereikend? (4)

Is goed rentmeesterschap toereikend om te komen tot een herstel van de Aarde, tot het helen van de schepping? Ik zelf denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem. Het vierde deel in de serie betreft de partner.

Partner

Anders dan bij de vorige drie grondhoudingen stelt de partner zich niet langer boven de natuur als heerser of beheerder, maar naast de natuur. De menselijke behoeften vormen niet langer het uitgangspunt. In de grondhouding van de partner zijn de belangen van de natuur gelijkwaardig aan die van de mens. De menselijke doelen zijn duidelijk; voedsel, brandstof, een plek om te wonen. Maar wat zijn ‘de doelen’ van de natuur? Deze zou je kunnen vatten in zelfordening, zelfhandhaving en autonomie. Of te wel zich kunnen ontwikkelen in overeenstemming met eigen aanleg en eigen mogelijkheden. Dat geldt voor individuele soorten, maar ook voor ecosystemen.

riviertje 2014

Ook niet levende natuur, als water en stenen, heeft een intrinsieke waarde.

De gedachte dat mens en natuur partners van elkaar zijn, kan alleen bestaan als de natuur niet meer louter instrumenteel wordt benaderd en alleen wordt beschouwd als een bron voor grondstoffen. Bij de grondhouding van de partner wordt aan de natuur ook een eigen waarde, een intrinsieke waarde toegekend. Het christelijke geloof leert ons dat iedereen waardevol is en er mag zijn. Iedereen heeft een eigen waarde, simpelweg doordat hij of zij ‘is’. In de visie van de partner heeft het begrip intrinsieke waarde betrekking op de gehele natuur, zowel de levende als de niet levende. Maar het blijkt wel dat het erkennen van een intrinsieke waarde steeds moeilijker wordt naarmate organismen steeds verder van de mens afstaan. De intrinsieke waarde van dieren erkennen we gemakkelijker dan die van planten. En wat dan te denken over het erkennen van intrinsieke waarde van lagere organismen zoals, het voor ons onzichtbare, bodemleven. Ja, ook die hebben een intrinsieke waarde, zelfs de rotsen en het water. Dit hebben ze als zelfstandige entiteiten, maar ook omdat in de natuur alle organismen met elkaar en met de niet levende natuur verbonden zijn. Het wel of niet erkennen van de intrinsieke waarde van de natuur legt de basis voor ons handelen.

Kippen_met_vrije_uitloop2

In de biologische landbouw scharrelen de kippen lekker buiten en kunnen ze hun natuurlijke gedrag vertonen.

Bij het partnerschap gaan mens en natuur samen een relatie aan en werken ze samen. De biologische (dynamische) landbouw is een vorm van partnerlandbouw. Bij deze vorm van landbouw is de integriteit van de partner (de natuur) het uitgangspunt. Er wordt geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Er wordt zorg gedragen voor een levende en vruchtbare bodem door gewasrotatie en gebruik van organische mest en groenbemesters. Vlinderbloemigen worden bijvoorbeeld in het bouwplan opgenomen om stikstof uit de lucht te binden. De biologische boer streeft naar zoveel mogelijk gesloten kringlopen. In het teeltsysteem wordt uitgegaan van natuurlijk evenwicht.

bloeiende akkerrand 2

Bloeiende akkerranden zijn een walhalla voor insecten en zorgen zo voor minder schadelijke insecten in het cultuurgewas.

Onkruiden, ziekten en plagen worden beschouwd als uitdrukking van een onevenwichtigheid van het systeem, als een signaal dat er iets mis is. Om ervoor te zorgen dat potentiële plaaginsecten zich niet tot een plaag kunnen ontwikkelen kan de boer een rand van bloeiende kruiden rondom de akkers aanleggen. Deze randen trekken onder andere roofinsecten aan die de hoeveelheid plaaginsecten in het cultuurgewas onder de schadedrempel kan houden. Ingrijpen is dan helemaal niet meer nodig. De toepassing van resistente rassen tegen ziekten en plagen past in de bedrijfsvoering van de partnerlandbouwer, maar alleen als deze niet genetisch gemanipuleerd zijn.

Als partner zorgt de mens, vanuit respect, goed voor de natuur maar blijft er zelf in wezen buiten staan. De mens en natuur staan naast elkaar. De participant heft deze afstand op.

De vorige afleveringen in deze serie:

1. De despoot

2. De verlicht heerser

3. De rentmeester

Is rentmeesterschap nog toereikend? (2)

Is goed rentmeesterschap toereikend om te komen tot een herstel van de Aarde, tot het helen van de schepping? Ik zelf denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem. Het tweede deel in de serie betreft de verlicht heerser.

Verlicht heerser

De verlicht heerser denkt, in tegenstelling tot de despoot, na over de consequenties van zijn handelen. Dit is op zich al een verbetering. Maar de verlicht heerser doet dit wel uit welbegrepen eigen belang (kom ik zo op terug). Want ook hij beschouwt de natuur nog volledig instrumenteel. De natuur heeft geen eigen waarde en is er om in de behoeften van de mens te voorzien. De mens staat nog steeds boven de natuur en streeft naar maximaal nut en profijt. Dit doet hij door de natuur te verbeteren en om te zetten in cultuur. Hierbij kan hij wel, vanuit eigen morele keuze, grenzen stellen in de mate waarin hij ingrijpt. Dit doet hij met het oog op de volgende generatie binnen de eigen kring. Op het boerenbedrijf bijvoorbeeld als het gaat om de opvolging van vader op zoon. Door die binding met de toekomst is de verlicht heerser geneigd een zekere zorg te hanteren in zijn omgang met de natuur.

kip in scharrelstal 2

In de scharrelschuur zitten de kippen weliswaar niet meer in een kooi, maar ze hebben nog steeds weinig ruimte en krijgen het daglicht nooit te zien. Het systeem is volledig gericht op efficiëntie.

De ‘heerserlandbouw’ is de meest gangbare vorm van de huidige westerse, industriële landbouw. Ook deze vorm van landbouw, die erg gericht is op efficiëntie, kenmerkt zich door toepassing van grote percelen met één gewas (monoculturen), weinig gewassen per bedrijf, een hoge mate van specialisatie, hoogwaardige technologie, veel fysische, chemische en biotechnologische inputs, om zo hoog mogelijke opbrengsten te genereren. Net als bij de ‘despootlandbouw’ horen onkruiden, ziekten en plagen niet thuis in het systeem. Ze gaan ten koste van de opbrengst en kwaliteit van het cultuurgewas en moeten dus bestreden worden. Meestal gebeurt dit met chemische middelen om onkruid te verdelgen. Ook gentech-rassen die resistent zijn gemaakt tegen herbiciden, ziekten en plagen passen in dit systeem. Dat we in Nederland nog maar weinig gentech-rassen op de akkers hebben staan is volledig te danken aan de weerstand van de consument. De koeien krijgen echter wel krachtvoer waar gentech soja in verwerkt is.

schaalvergroting-150x150

Enorme akkers met maar één gewas (monocultuur) zijn de basis van de industriële landbouw.

Deze vorm van industriële landbouw leidt op lange duur tot uitputting van de bodem, vervuiling van het oppervlakte water. Bovendien verbruikt ze heel veel zoet water en is de uitstoot van broeikasgassen groot. Door het grote middelengebruik is deze vorm van landbouw ook een grote bedreiging voor de biodiversiteit. Vele, ook nuttige insecten, leggen het loodje.

Ten opzichte van de despoot, houdt de verlicht heerser al meer rekening met de gevolgen van het bedrijfsmanagement. Maar dit is wel vanuit eigen belang en gericht op de continuïteit van het eigen bedrijf. Er moet nog genoeg van een voldoende kwaliteit over zijn voor de eerst volgende generatie binnen de ‘eigen familiekring’. Voldoende kwaliteit voor de lange termijn en buiten de familiekring ligt bij de verlicht heerser nog buiten het handelingsperspectief. De natuur heeft geen eigen waarde en wordt beschouwd als persoonlijk bezit. Bij de rentmeester ligt dit anders.

De eerste aflevering ging over de despoot en is verschenen op 2 oktober.

Mama, halen we het?

De website www.nieuwwij.nl brengt een serie uit waarbij ze mensen uitnodigt om te reageren op de afscheidsbrief van Wubbo Ockels aan de mensheid. Rabbijn Awraham Soetendorp en natuurfilosoof Koo van der Wal gingen me voor. Hier mijn reactie op de brief op verzoek van nieuwwij.

riviertje 2014Verwondering, daar begint het mee. Verwondering voor al wat leeft. Verwondering hoe alles in de natuur is gevormd en in elkaar steekt, op elkaar is afgestemd en samenhangt. Als ik mij laat verwonderen en nadenk over het ontstaan van het leven dan overvalt mij een gevoel van ontzag. Het is eigenlijk niet te bevatten dat zo’n mooie planeet, vol met leven, is ontstaan.

Het doet me dan ook letterlijk pijn dat de mensheid heel hard op weg is om al die schoonheid te verwoesten. De noodkreet van Wubbo Ockels in zijn afscheidsbrief om te stoppen met het vernietigen van de Aarde is mij dan ook uit het hart gegrepen.

Welke rol zou religie kunnen spelen om de vernietiging van de Aarde, de schepping een halt toe te roepen? Ockels heeft zijn twijfels bij de huidige godsdiensten, omdat deze nooit alle mensen samenbinden en de mensheid in groepen verdelen. Hij zegt daarom dat het nu tijd is voor een menselijk tijdperk, een nieuwe religie die hij de mensheid noemt.

Ik denk echter dat het tijd is voor een tijdperk van het leven. Naar mijn mening kan religie hierin een heel belangrijke rol spelen. Verschillende godsdiensten mogen de mensen dan wel in groepen verdelen, maar ze delen ook een groot goed, namelijk respect en eerbied voor het leven, voor al het leven op Aarde. Godsdiensten zijn geen eendagsvliegen, het zijn bewegingen die al eeuwenlang bestaan en daarmee hun duurzaamheid hebben bewezen. Hier moeten wij gebruik van blijven maken. Wereldwijd komen er immers dagelijks groepen mensen bij elkaar om hun geloof te belijden; mensen die in principe ontvankelijk zijn voor de duurzame boodschap.

bijen-vlindersAfgelopen zondag in de kerk viel het me weer op. Bijna elk lied dat we zongen was een loflied voor God, die hemel en Aarde gemaakt heeft en alles wat leeft en adem heeft. God wordt geloofd en gedankt om de biodiversiteit van het leven, het water en de lucht, het leven zelf. Hoe kunnen we als gelovigen God beter eren dan door zorgvuldig met de schepping om te gaan? Het probleem is echter dat we dat wel zouden willen, maar vaak niet weten hoe. Of dat we er geen idee van hebben wat de invloed van ons dagelijks stukje vlees is op het leven van anderen, op het tropisch regenwoud en de biodiversiteit, op de beschikbaarheid van schoon water, enzovoort.

OLYMPUS DIGITAL CAMERADe vorige paus, Paus Benedictus XVI, sprak in 2007 zijn bezorgdheid uit over de rol die de mens in de schepping speelt. “We zien tegenwoordig dat de mens de basis van zijn bestaan, de Aarde, kan vernietigen. We kunnen met de aan ons toevertrouwde Aarde niet doen wat we willen en wat ons op korte termijn nuttig lijkt. Als we willen overleven, moeten wij de eigen wetten van de schepping, van deze Aarde respecteren en deze wetten leren kennen en gehoorzamen.”

“Gebruiken niet misbruiken”

In feite heeft de paus het hier over ecologie. Zowel de ecologie als de schepping en de evolutie leren ons dat alles met elkaar verbonden is. De hemel, de Aarde, de mens, de planten en de dieren hebben alle een eigen waarde, maar ze functioneren alleen in relatie tot elkaar. Daarmee zijn ze in zekere zin gelijkwaardig aan elkaar. We leven echter in een antropocentrische cultuur, waarin de mens, of het nut voor de mens centraal staat. Hiermee heeft de mens zich losgemaakt van de ecologische context. De opdracht is om weer te leren denken vanuit het geheel, uit het belang van de Aarde, en niet bij voorbaat het belang van de mens voorop te stellen. Een hulp hierbij kunnen de tien geboden voor het milieu zijn, die Paus Benedictus XVI indertijd heeft opgesteld. Het eerste gebod: ‘Gebruiken, niet misbruiken’ is misschien wel alles omvattend. Het stelt ons steeds voor de uitdaging een goede balans te zoeken tussen ingrijpen in de natuur om aan onze behoeften te voldoen en het respecteren van de natuurlijke orde.

ijsbeer met jong

“Mama, halen we het dan?”

Tot slot sluit ik me bij Ockels aan dat we anders moeten gaan denken en dat dit een zaak is van de gehele mensheid. Mijn zoon van elf keek laatst naar de DVD Earth. Earth is een prachtige film over de Aarde met al haar levensvormen en haar onderlinge relaties. Je valt van de ene verwondering in de andere over zoveel schoonheid. De film geeft echter ook de invloed van de mens op de Aarde en het klimaat weer en eindigt met de boodschap: “Het wankele evenwicht ligt in onze handen. Als de Aarde in dit tempo blijft opwarmen zal de ijsbeer in 2030 uitgestorven zijn”. Mijn zoon was geschokt. Ik heb hem toen uitgelegd dat dit precies de reden is waarom we geen auto hebben, met de fiets op vakantie gaan, weinig vlees eten, een zonneboiler op het dak hebben, het huis isoleren en de verwarming niet zo hoog zetten. Hij vroeg toen: “Mamma, halen we het dan?” Ik antwoordde: “Ik hoop het”. Toen was het even stil. Hij dacht diep na. Zijn conclusie was: “Maar dan moet wel iedereen meedoen.”

Augustus 2014, Marjolein Tiemens-Hulscher

Klik hier voor het verhaal op de website van nieuwwij. Daar zijn ook de verhalen van Rabbijn Soetendorp en natuurfilosoof van der Wal te vinden, alsmede de brief van Ockels.

 

 

Eco-revolutie

Afgelopen zondag overleed Wubbo Ockels. Als astronaut had hij gezien hoe kwetsbaar de planeet Aarde is. Hij zette zich met hart en ziel in voor een duurzamere samenleving. In het AD verscheen een laatste brief van hem, aan ons. Zijn brief is mij uit het hart gegrepen. Hierin beschrijft hij beschrijft precies wat ik ook probeer uit te dragen. Maar waar Ockels pleit voor een nieuw geloof, de mensheid, denk ik dat ons christelijk geloof juist een hele goede inspiratiebron is voor een duurzame houding.

 

‘Het is genoeg, we zijn te ver gegaan! De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten een ander pad kiezen, we moeten onze levens veranderen en de manier waarop we zaken doen.’

Laten we ‘het menselijke tijdperk’ begroeten. Laten we stoppen met de vernietiging van de aarde, van de mensheid; van ons. Laat het voor iedereen duidelijk zijn: we moeten een nieuwe houding vinden, een nieuwe cultuur, een nieuwe instelling, een nieuwe eenheid van de mensheid, voor ons voortbestaan.

We zijn geen bijen, die zonder bewustzijn een kolonie bouwen. We zijn geen neutronen, die zich niet bewust zijn van wat ze denken. Nee, we zijn intelligente wezens, en kunnen ons gedrag observeren. We zijn ons allemaal bewust van waar de mensheid naartoe gaat. We kunnen de mensheid in een betere richting krijgen, als we samenwerken. We kunnen een nieuwe religie creëren die ons allemaal samen brengt.

Onze wil is de sleutel. Het geloof in de mensheid zal ons die wil geven.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAWe moeten dus een nieuwe instelling vinden en onze wil is daarvoor de sleutel. Het christelijk geloof kan ons die wil, mijn inziens, ook geven. Ik vind die in eerbied voor het leven, de gehele schepping en de Schepper. En hierbij ben ik mij bewust dat de mens maar een klein onderdeeltje is van die prachtige schepping. Dat alle levende wezens er mogen zijn, omdat ze er zijn, ieder met zijn eigen intrinsieke waarde. Dat we daarom niet het recht hebben om ‘door de natuur te razen’, zoals Ockels zei.

Ockels noemt het woord eco-revolutie niet, maar in wezen roept hij daar wel toe op. Oud burgermeester van Bogota gaf hier in 1995 al gehoor aan. Hij zei tegen zijn plaatsgenoten: ‘Ik kan jullie niet rijker maken, maar wel gelukkiger’. En hoe heeft hij dat gedaan? Hij liet een gigantisch metrobussysteem aanleggen. De bussen rijden hierbij over speciale busbanen. En daarnaast kwam er 400 kilometer fietspad en meer groen in de stad. Resultaat: minder auto (en files), schonere lucht, minder CO2 uitstoot, een kortere reistijd en blije mensen (Trouw, 22 mei 2014). Wat wil je nog meer?

eco revolutie Bogota

Plantenveredeling

In een kennismakingsgesprek zei iemand tegen mij: “Ik snap het niet helemaal. Je zegt dat voor jou geloven eerbied voor het leven is en dat je dat je hier ook naar probeert te leven. Maar ik hoor jou ook als plantenveredelaar praten over het ontwikkelen van nieuwe rassen. Dat is toch bij uitstek ingrijpen in de natuur? Hoe rijm me dat? Voor mij was dat een mooie opening om eerst maar eens te zeggen dat landbouw zo wie zo cultuur is en geen natuur. Al vanaf dat de mens overschakelde van een bestaan als jagers en verzamelaars naar een boerenbestaan met voedselproductie grijpt de mens in de natuur in, waarmee het cultuur wordt. Die omslag ging natuurlijk niet van de ene op andere dag. De voedselproductie ontwikkelde zich geleidelijk door toename van de techniek (ploeg, bewaren voedsel en zaad), de combinatie met vee (mest, en trekkracht, transport) en de verspreiding van gedomesticeerde gewassen en dieren over de wereld. Die ontwikkeling zet zich tot op de dag van vandaag door; zowel in de teelt en de veredeling, als in de veeteelt en fokkerij.

Hier komt voor mij de eerbied voor het leven om de hoek kijken. Iedere plant en ieder dier is geschapen naar zijn soort. Daarmee hebben planten en dieren voor mij een intrinsieke waarde en moeten wij het soorteigen gedrag van onze medeschepselen respecteren. Lees meer hierover in de tien geboden voor het milieu.

Bestuiven van een aardappelbloem. Foto WUR.

Bestuiven van een aardappelbloem. Foto WUR.

Aan de bestoven bloemen hangen kaartjes met de kruisingscode. Foto H.P Reinders.

Aan de bestoven bloemen hangen kaartjes met de kruisingscode. Foto H.P Reinders.

Dan nu terug naar de plantenveredeling. De veredeling is er op gericht om rassen met nieuwe combinaties van eigenschappen te ontwikkelen. Hiertoe kruist de klassieke veredelaar twee planten met elkaar, door het stuifmeel van de vaderplant op de stempel van de moederplant te brengen. Als de bevruchting slaagt zullen de zaden allemaal nieuwe combinaties van eigenschappen bezitten en is het aan de veredelaar om daar de gewenste combinatie uit te selecteren. Kruisen lukt alleen als de vader- en de moederplant van dezelfde soort  of heel nauw verwant zijn.

De plant gereduceerd tot DNA in een Epje.

De plant gereduceerd tot DNA in een Epje.

Met genetische manipulatie is het mogelijk om ook eigenschappen uit andere plantensoorten of zelfs uit andere organismen in de plant te introduceren. Deze technieken vinden in het laboratorium plaats en de veredeling vindt op moleculair niveau plaats. De planten worden vrijwel gereduceerd tot hun DNA (de bouwsteen van genetische informatie).

Voor mij wordt bij dit soort technieken de eigenwaarde van de plant niet gerespecteerd omdat er niet meer van de heelheid van de plant wordt uitgegaan. Natuurlijk is kruisen ook ingrijpen, maar daar stelt de plant zelf zijn grens. Stuifmeel van een vreemde soort wordt niet geaccepteerd. Wat daarnaast nog een rol speelt is dat de planten in staat moeten zijn hun natuurlijke voortplantingscyclus te blijven voltooien.

Marjolein Tiemens-Hulscher