‘Doe je duurzaam’ omdat je als christen gelooft dat je goed voor de schepping moet zorgen, of omdat je deel bent van de schepping? Beide is goed, werd gesteld op een inspiratie bijeenkomst over geloof en duurzaamheid. Dat is ook zo. Maakt het wat uit? Ja, ik denk het wel. Daar maakten de snacktomaatjes, die bij de lunch in februari werden geserveerd, mij weer bewust van. Lees verder
partner
Ruimte voor de rivier
Kolkende watermassa’s door de straten wezen ons vorige week op ruwe wijze op de gevolgen van klimaatverandering. Ongekend zware regenbuien boven de Eifel, Zuid Limburg en de Ardennen zorgden ervoor dat kleine beekjes veranderden in woeste stromen, die aan hun eigen bedding niet genoeg hadden. Het water laat een spoor van verwoesting na, en veel leed voor mens en dier. Lees verder
Honeyland
Honeyland, een wonder van een film over de omgang met de natuur. Vorige week las ik de recensie, met vijf sterren, in Trouw. Ik dacht direct ‘die film wil ik zien’. Mijn man bleek de trailer al gezien te hebben en had hem ook op zijn verlanglijstje gezet. Zoiets moet je niet te lang uitstellen. Een bezoekje aan de treinsreiswinkel in Amsterdam, om kaartjes op te halen, werd daarom afgerond met een avondje film in het Louis Hartlooper Complex in Utrecht. Ik had niet gedacht dat de manier van leven, zoals de vrouw in de film doet, in Europa nog mogelijk was. Lees verder
Is het rentmeesterschap nog toereikend? (4)
Is goed rentmeesterschap toereikend om te komen tot een herstel van de Aarde, tot het helen van de schepping? Ik zelf denk dat de Aarde en Gods schepping er baat bij hebben als we een stap verder zetten in de richting van partnerschap of participant of zelfs de mysticus. In een serie over grondhoudingen zal ik dat graag uitleggen. In elk deel beschrijf ik wat de grondhouding inhoudt en laat ik aan de hand van de landbouw zien hoe de grondhouding invloed heeft op het landbouwsysteem. Het vierde deel in de serie betreft de partner.
Partner
Anders dan bij de vorige drie grondhoudingen stelt de partner zich niet langer boven de natuur als heerser of beheerder, maar naast de natuur. De menselijke behoeften vormen niet langer het uitgangspunt. In de grondhouding van de partner zijn de belangen van de natuur gelijkwaardig aan die van de mens. De menselijke doelen zijn duidelijk; voedsel, brandstof, een plek om te wonen. Maar wat zijn ‘de doelen’ van de natuur? Deze zou je kunnen vatten in zelfordening, zelfhandhaving en autonomie. Of te wel zich kunnen ontwikkelen in overeenstemming met eigen aanleg en eigen mogelijkheden. Dat geldt voor individuele soorten, maar ook voor ecosystemen.
De gedachte dat mens en natuur partners van elkaar zijn, kan alleen bestaan als de natuur niet meer louter instrumenteel wordt benaderd en alleen wordt beschouwd als een bron voor grondstoffen. Bij de grondhouding van de partner wordt aan de natuur ook een eigen waarde, een intrinsieke waarde toegekend. Het christelijke geloof leert ons dat iedereen waardevol is en er mag zijn. Iedereen heeft een eigen waarde, simpelweg doordat hij of zij ‘is’. In de visie van de partner heeft het begrip intrinsieke waarde betrekking op de gehele natuur, zowel de levende als de niet levende. Maar het blijkt wel dat het erkennen van een intrinsieke waarde steeds moeilijker wordt naarmate organismen steeds verder van de mens afstaan. De intrinsieke waarde van dieren erkennen we gemakkelijker dan die van planten. En wat dan te denken over het erkennen van intrinsieke waarde van lagere organismen zoals, het voor ons onzichtbare, bodemleven. Ja, ook die hebben een intrinsieke waarde, zelfs de rotsen en het water. Dit hebben ze als zelfstandige entiteiten, maar ook omdat in de natuur alle organismen met elkaar en met de niet levende natuur verbonden zijn. Het wel of niet erkennen van de intrinsieke waarde van de natuur legt de basis voor ons handelen.

In de biologische landbouw scharrelen de kippen lekker buiten en kunnen ze hun natuurlijke gedrag vertonen.
Bij het partnerschap gaan mens en natuur samen een relatie aan en werken ze samen. De biologische (dynamische) landbouw is een vorm van partnerlandbouw. Bij deze vorm van landbouw is de integriteit van de partner (de natuur) het uitgangspunt. Er wordt geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Er wordt zorg gedragen voor een levende en vruchtbare bodem door gewasrotatie en gebruik van organische mest en groenbemesters. Vlinderbloemigen worden bijvoorbeeld in het bouwplan opgenomen om stikstof uit de lucht te binden. De biologische boer streeft naar zoveel mogelijk gesloten kringlopen. In het teeltsysteem wordt uitgegaan van natuurlijk evenwicht.

Bloeiende akkerranden zijn een walhalla voor insecten en zorgen zo voor minder schadelijke insecten in het cultuurgewas.
Onkruiden, ziekten en plagen worden beschouwd als uitdrukking van een onevenwichtigheid van het systeem, als een signaal dat er iets mis is. Om ervoor te zorgen dat potentiële plaaginsecten zich niet tot een plaag kunnen ontwikkelen kan de boer een rand van bloeiende kruiden rondom de akkers aanleggen. Deze randen trekken onder andere roofinsecten aan die de hoeveelheid plaaginsecten in het cultuurgewas onder de schadedrempel kan houden. Ingrijpen is dan helemaal niet meer nodig. De toepassing van resistente rassen tegen ziekten en plagen past in de bedrijfsvoering van de partnerlandbouwer, maar alleen als deze niet genetisch gemanipuleerd zijn.
Als partner zorgt de mens, vanuit respect, goed voor de natuur maar blijft er zelf in wezen buiten staan. De mens en natuur staan naast elkaar. De participant heft deze afstand op.
De vorige afleveringen in deze serie: