Vorige week heb ik weer gewandeld met een groep in Northumberland en Schotland. Soms wisten we niet of we in Engeland of in Schotland waren, zo grillig loopt de grens daar. Een van de deelnemers noemde het een bofweek. Wonder boven wonder was het de hele week mooi weer, de gaspeldoorn en de meidoorn stonden in volle bloei en omrandden het landschap met geel en wit. De groep was heel open en gezellig. Kortom er was veel om van te genieten en dankbaar te zijn.

Wandelen doet wat met mij. De cadans van het lopen brengt me tot rust. De schoonheid van de bomen, de bloemen en de vogels roept om aandacht. Als je daar oog voor hebt en gehoor aan geeft is er in je hoofd geen plek meer voor muizenissen. Wandelen brengt me terug tot de essentie van het leven. Dat alles deel is van een groter geheel dat ons overstijgt, de mysterie van het leven, het geheim van de kosmos. Iets van Gods aanwezigheid in alles wat is.
‘Wandelen is open ogen hebben voor de wonderen die zich alom openbaren.’
Was het toeval dat ik na thuiskomst terecht kwam op de website van Roel Bosch, waarop hij in het kader van Pinksteren een tekst over ‘de kunst van het wandelen’ had geplaatst? Een prachtige tekst in 1923 geschreven door K.H. Miskotte. Miskotte stelt de lezer een vraag: ‘Kunt gij wandelen?’ Dat kan toch iedereen zou je denken (als je nog een beetje goed ter been bent). Maar Miskotte maakt onderscheid tussen kuieren, slenteren, jachten, jagen en wandelen. ‘Wie slentert heeft geen doel. En wie draaft ziet den weg niet. Maar wie wandelt heeft een doel, kalm en klaar voor oogen, maar het is hem alleen belangrijk, dat doel, om den wég. Hebt gij aandacht, open oogen voor de wonderen, die alom zich openbaren?’ […] En hebt ge goed, zuiver, ontroerd, den meidoorn zien bloeien dit jaar?’
Ja zeker, kan ik oprecht antwoorden. We hebben de meidoorns als het ware in ons opgezogen. We genoten ervan op afstand als ze het veld omringden waar we doorheen liepen of als een wit lint de holle weggetjes sierden. Maar de diepste schoonheid was te aanschouwen in de enkele bloemen, met de vele meeldraden. Zoveel details, zoveel wonder. Het liet ons zeker niet onverschillig. Ik denk niet dat de vermanende woorden van Miskotte op ons van toepassing waren.
‘En hebt ge goed, zuiver, ontroerd, den meidoorn zien bloeien dit jaar? Wàt zegt ge? versta ik u goed ? hebt ge daar geen óóg voor? Wâblief? En dat staat ge maar te beweren alsof het iets onverschilligs, iets onschuldigs ware! God verbiedt u te slenteren, de gouden uren zijn te kostbaar. En Hij wil niet dat ge altijd draaft en slaaft. Hij laat u wandelen. En toont u hoe Hij behagen heeft in het onnoodige, het onvruchtbare, hoe Hij niet alleen de voeding telt, maar ook de schoonheid. En Hij neemt u mee en leidt u door Zijn ware schatkameren.’
Zo voelde het inderdaad. God leidde ons door Zijn ware schatkamer. Laten we die schatkamer koesteren, zodat nog velen na ons kunnen genieten van die schatkamer, waarin Hij zelf in alles aanwezig is.
De cursieve teksten zijn overgenomen van de website van Roel Bosch
Meer weten over de wandelingen in Engeland? Kijk dan op Agronatura.nl
Eerder schreef ik ook al over de wandelingen in Engeland:
Coast to coast
In de voetsporen van St. Cuthbert
Weg van de wereld
C2C
Mooi verwoord. Heel herkenbaar. Wandelen is pure noodzaak om tot rust, inzichten te komen en tevens genieten van het wonder van de totale schepping!